За статията

автор :

Muhammad Salih Al-Munajjid

Дата :

Wed, May 24 2017

категория :

Благоприличие и нрави

Изтегляне

Berouw


Berouw
[ nederlands - dutch -الهولندية  ]

 

Sheikh Mohammed Saalih Al Moenaddjied

 

vertaling: Aboe Dardaa-e
revisie: Yassien Abo Abdillah
 
    

2013 - 1434
 

 

التوبة
        «باللغة الهولندية»

 

 

 

شيخ محمد صالح المنجد


ترجمة:  أبو الدرداء
مراجعة: ياسين أبو عبد الله

 


2013 - 1434
 


 

Alle lof zij Allah, Die het mogelijk gemaakt heeft voor jou om berouw te tonen en om jou te leiden nadat  je misleidt was. Alle lof is voor Allah, Die de weg voor jou belicht heeft en het geloof dierbaar en aantrekkelijk heeft gemaakt voor jou. Te allen tijde komt Hem alle lof toe. Wij feliciteren jou, met het krijgen van de mogelijkheid om berouw te tonen. Dit is waarlijk een zegen waar dankbaarheid voor getoond dient te worden, want Allah accepteert het berouw van degene die (oprecht) berouw toont.
Er wordt gevraagd: 'Hoe weet ik of Allah mij vergeven heeft of niet?'
Men dient te weten dat Allah het berouw accepteert van degene die oprecht berouw toont; Allah is Meest Vergevensgezind. Hij heeft degene die berouw toont beloofd dat Hij zijn zonden zal vergeven.
Allah de Verhevene zegt in Zijn Koran: “Zeg: 'O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf! Wanhoop niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.'” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.]
Wanneer Allah iets belooft, dan verbreekt Hij Zijn belofte niet. En Allah zegt: “Behalve degene die berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Voor diegenen wisselt Allah hun zonden in voor goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. En wie berouw toont en goede daden verricht: voorwaar, hij wendt zich berouwvol tot Allah.” [Soerat al-Foerqaan (25), aayah 70-71.]
In deze aayah verteld Allah de Verhevene ons dat Hij de zonden van een persoon zal vervangen door goede daden bij degene die berouw toont - dit is één van de zegeningen van berouw.
U vraagt tevens: "Hoe kom ik van mijn zonde af?" Dit is een belangrijk aspect, want hier worden de handelingen bij betrokken die ervoor zorgen dat een zonde wordt goed gemaakt. Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah (moge Allah genade met hem hebben) zei: “De bestraffing van een zonde wordt van een persoon weggenomen als gevolg van de volgende 10 handelingen:
1- Oprecht berouw tonen
Hierover is overeenstemming bereikt tussen de moslims.
Allah de Verhevene zegt: “Zeg: 'O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf! Wanhoop niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.'” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.]
“Weten zij dan niet dat het Allah is Die het berouw aanvaardt van Zijn dienaren en Die de zakaat aanvaardt en dat Allah de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige is?” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 104.]
“En Hij is Degene Die het berouw van Zijn dienaren aanvaardt. En Hij vergeeft de slechte daden en Hij weet wat jullie doen.” [Soerat ash-Shoeraa (42), aayah 25.]
<<< Waar berouw dient oprecht omwille van Allah de Verhevene te zijn; het dient vergezeld te gaan met een echt gevoel van schuld en spijt en een serieuze vastbeslotenheid om de zonde niet te herhalen. Bovendien dient de zondaar meer goede daden te verrichten, zodat Allah daarmee het kwaad dat hij heeft aangericht zal uitwissen (zie vers 11:114). Onderdeel van oprecht berouw is ook dat als men anderen onrecht heeft aangedaan, men dat recht herstelt door b.v. gestolen goederen terug te geven, en vergeving te vragen aan degenen waarover men geroddeld heeft etc. >>>
2- Bidden voor vergiffenis
Het is overgeleverd in as-Sah'ieh'ayn dat de profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei: "Als een persoon een zonde begaat en daarna zegt: 'O Heer! Ik heb een zonde begaan, dus vergeef mij,' dan zegt Hij: 'Mijn dienaar weet dat hij een Heer heeft Die zijn zonden kan vergeven of bestraffen; Ik heb Mijn dienaar vergeven...'" (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 6953; Moeslim, 4953.)
In Sah'ieh' Moeslim is het overgeleverd dat de profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft: “Als jullie geen zonden begaan, dan zal Allah jullie doen vergaan en zal Hij een ander volk brengen die zondigen. Vervolgens zullen zij Allah vragen om vergiffenis en Hij zal hen vergeven.” (At-Tawbah , 4936.)
3- Het verrichten van goede daden wist zonden uit
Allah de Verhevene zegt: “En verricht de salaat aan het begin van de dag en aan het begin van de avond, voorwaar, de goede daden wissen de slechte daden uit. Dat is een onderricht voor degenen die zich laten onderrichten.” [Soerat Hoed (11), aayah 114.]
De profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd: "(Het verrichten van) de vijf dagelijkse gebeden, en van djoemoe'ah (vrijdaggebed) tot djoemoe'ah, en van Ramadhaan tot Ramadhaan wissen de zonden die tussen hen zijn uit, indien de grote zonden vermeden worden." (Overgeleverd door Moeslim, 344.)
De boodschapper van Allah (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei ook: "Degene die Ramadhaan vast met geloof en met de hoop op beloning, zijn voorgaande zonden zullen vergeven worden." (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 37; Moeslim, 1268.)
En hij (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei ook: "Degene die bedevaart verricht naar Zijn (Allah's) Huis en geen geslachtsgemeenschap, geen zondigheid en geen twist tijdens de h'addj verricht, zal vrij van zonden teruggaan, zoals de dag dat zijn moeder hem baarde." (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 1690.)
Ook is er overgeleverd dat de profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei: "De fitnah voor een man, veroorzaakt door zijn familie, bezit en kinderen, wordt vergeven door het gebed, vasten en het aansporen tot het goede en verbieden van het slechte." (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 494, Moeslim, 5150.)
De profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei tevens: "Degene die een gelovige slaaf bevrijdt, voor elk ledemaat (van de slaaf) zal Allah een ledemaat van hem bevrijden van het Vuur…” (Overgeleverd door Moeslim, 2777.)
Deze en soortgelijke authentieke ah'aadieth zijn overgeleverd in de boeken van Sah'ieh'. En hij (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei: "Liefdadigheid blust zonden, zoals water vuur blust, maar h'asad (jaloezie) verteert goede daden, zoals vuur hout verteert." (Overgeleverd door at-Tirmidzie, 600.) (Zie het artikel Jaloezie en het boze oog.)
4- De doe'aa-e van de gelovigen voor de gelovigen
Zoals wanneer zij het begrafenisgebed (salaat al-djanaazah) over hem verrichten. Het is overgeleverd van 'Aa-ieshah en Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden zijn met hen) dat de profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei: "Er is geen moslim die overlijdt terwijl een groep van moslims die 100 personen telt bidt voor hem, zij allen bemiddelen voor hem, en Allah zal hun bemiddeling voor hem accepteren." (Overgeleverd door Moeslim, 1576.)
Ibn 'Abbaas verhaalde dat hij de profeet (vzmh) heeft horen zeggen: "Er is geen moslim die sterft, en 40 mensen verrichten het begrafenisgebed over hem, niets associërend met Allah, of Allah zal hun bemiddeling voor hem accepteren." (Overgeleverd door Moeslim, 1577.)
5- Men kan goede handelingen voor de overledene verrichten
Zoals het geven in liefdadigheid (ten behoeve van de overledene). Dit zal de overledene baat brengen, aldus de authentieke overleveringen van de Soennah en de overeenstemming (idjmaa-e) van de geleerden. Hetzelfde geldt voor het verrichten van de h'adj en het bevrijden van slaven (ten bate van de overledene); het is bewezen in as-Sah'ieh'ayn dat de profeet (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei: "Degene die sterft en een schuld heeft van (verplichte) vastdagen, zijn erfgenamen dienen voor hem te vasten." (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 5210; Moeslim, 4670.)
6- De bemiddeling van de profeet (vzmh) en anderen op de Dag des Oordeels voor degenen die zonden hebben begaan
Dit is overgeleverd in de moetawaatier ah'aadieth over bemiddeling. Een voorbeeld is de h'adieth waarin de boodschapper van Allah (vzmh) zei: “Mijn bemiddeling zal zijn voor degenen van mijn oemmah die grote zonden hebben begaan." (Als sah'ieh' geclassificeerd door al-Albaanie in Sah'ieh' Abie Daawoed, 3695.)
En hij (vzmh) heeft ook gezegd: "Mij is de keuze gegeven tussen het toelaten van de helft van mijn oemmah tot het Paradijs en bemiddeling, en ik koos voor bemiddeling." (Zie Sah'ieh' al-Djaami', 3335.)
7- Ramspoed waarmee Allah  zonden vergeeft in deze wereld
Het is overgeleverd in as-Sah'ieh'ayn dat de profeet (vzmh) zei: “Geen vermoeidheid, uitputting, zorgen, verdriet, leed of schade overkomt een gelovige in deze wereld, niet eens een doorn die hem prikt, of Allah vergeeft hem daardoor een aantal van zijn zonden." (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 5210; Moeslim, 4670.)
8- De marteling, het samenpersen en verschrikkingen in het graf
Dit zijn ook aspecten waardoor zonden worden vergeven:
9- De verschrikkingen op de Dag der Opstanding
10 - De Genade en Vergiffenis van Allah
Zonder dat Zijn dienaren hiervoor iets gedaan hebben (om het te verkrijgen). (Zie Madjmoo' Fataawa Ibn Taymiyyah, vol. 7, p. 487-501.)
Tenslotte vraag je: "Denk je dat Allah mij zal vergeven?"
Ja, Hij zal jou vergeven, indien je oprecht berouw toont, want dit heeft Allah ons beloofd. Wanhoop niet aan de Genade van Allah. (Zie het artikel Wanhoop niet aan de Genade van Allah.) Gedenk het verhaal van de man die 100 mensen heeft gedood en vervolgens berouw heeft getoond, waarna Allah zijn berouw accepteerde.
Dit verhaal is zoals imaam Moeslim heeft overgeleverd in zijn Sah'ieh', in Kitaab at-Tawbah (2766): "Het is overgeleverd van Aboe Sa'ied al-Khoedrie dat de boodschapper van Allah (Allah's zegeningen en vrede zijn met hem) zei: "Onder de mensen die vóór jullie kwamen, was er een man die 99 mensen had gedood en vervolgens vroeg om de meest geleerde persoon in het land. Er werd hem verteld over een monnik, dus hij ging naar hem toe en vroeg: “Ik heb 99 mensen gedood, kan ik berouw tonen?” De monnik antwoordde: “Nee.” Hij doodde hem daarom en maakte van het getal 100 (doden). Toen vroeg hij over de meest geleerde persoon in het land en hij werd verteld over een geleerde. Hij ging naar hem toe, en vroeg: “Ik heb 100 mensen gedood, kan ik berouw tonen?” De geleerde zei: “Ja, wie kan jou tegenhouden om berouw te tonen? Ga naar dat en dat land, waar de mensen Allahb  aanbidden. Aanbid Allah met hen en keer niet terug naar je eigen land, want het is een slecht land.” Dus de man vertrok en toen hij halverwege was overleed hij. De engelen van genade en de engelen van bestraffing redetwistten met elkaar, over hem. De engelen van de genade zeiden: “Hij kwam berouwvol, zijn hart wendend naar Allah.” De engelen van bestraffing zeiden: “Hij heeft nooit iets goeds gedaan.” Toen kwam een engel naar hen in een menselijke gedaante en zij accepteerden hem als bemiddelaar. Hij zei: “Meet de afstand tussen de twee landen en datgene waar hij dichterbij is, daar behoort hij toe.” Dus zij maten de afstand en beslisten dat hij dichterbij het land was, waar hij naartoe ging, dus namen de engelen van genade hem mee."
Uit deze h'adieth leren wij verschillende lessen:
 1- Dat Allah de Verhevene alle zonden vergeeft van degene die berouw toont, ongeacht de grootte ervan. Dit wordt aangegeven door de aayah waarin Allah zegt: “Zeg: ‘O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf! Wanhoop niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.'” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.]
 2- Degene die berouw toont, dient weg te blijven van slechte vrienden die zonden begingen met hem. Hij dient goede, vrome vrienden te vergezellen, die hem zullen helpen om het goede te doen en (hem uitleggen) hoe dit precies dient te geschieden. Wij vragen Allah de Verhevene om ons en jou te helpen en om ons allen kracht te geven (om het goede te doen).
 3- De moslim dient te leven in een staat tussen angst en hoop, vrezend voor zijn zonden en het niet veilig voelen van het Plan van Allah en niet zeker weten of men het Paradijs zal binnentreden. Zelfs de sah'aabah, die zo vroom en rechtvaardig waren, gingen er zelfs niet vanuit dat zij het Paradijs zouden binnentreden; zij vreesden hun Heer en aanbaden Hem met angst en hoop. De moslim dient Allah de Verhevene dus te gehoorzamen, berouw te tonen en te hopen op de Genade van Allah, wetend dat Allah vergeeft en het berouw accepteert van degene die berouw toont. De persoon weet dat Allah de Verhevene houdt van deugdzame handelingen en deze accepteert, dus verricht deze persoon deze deugdzame handelingen, hopend dat deze geaccepteerd worden. Indien men in deze staat leeft, vrezend voor de zonden en hopend op de Genade van Allah, dan zal men streven naar het aanbidden van Allah en het wegblijven van zonden - op deze manier vraagt men Allah om de deugdzame handelingen te belonen totdat hij Hem ontmoet wanneer Hij tevreden is met hem, en zoekt hij toevlucht bij Allah tegen het afkeren van zijn hart (van het goede pad) of dat zijn situatie verandert. De profeet (vzmh) was gewoon om te zeggen: "O Heerser over de harten! Maakt U mijn hart standvastig in Uw religie." (Overgeleverd door at-Tirmidzie 6022 en anderen.)
<<< ‘Ibaadah (aanbidding) is gebaseerd op drie essentiële zuilen die in feite de drijfveer zijn voor alle handelingen van aanbidding. Deze drie zuilen zijn: liefde, angst en hoop. Een persoon aanbidt Allah de Verheven dus uit liefde voor Allah wegens Zijn zegeningen en de vrees voor Zijn bestraffing en een oprechte hoop op Zijn beloning ( angst weerhoudt iemand ervan om zonden te begaan en hoop laat iemand meer goede daden verrichten). Indien aan één van deze drie voorwaarden niet wordt voldaan, dan is de juiste geest van de aanbidding niet aanwezig. Sommige geleerden hebben ‘ibaadah en deze drie zuilen metaforisch voorgesteld als een vogel met zijn twee vleugels. De kop van de vogel is de liefde voor Allah, en angst en hoop zijn de twee vleugels. Dus wanneer de liefde (de kop) niet aanwezig is, dan zal de ‘ibaadah (de vogel als geheel) dood zijn. En als hoop dan wel angst afwezig is, dan is de ‘ibaadah niet in staat om te bewegen. >>>
<<< Taqwaa (godsvrees, vroomheid) is niet louter een gevoel of emotie, het is een daad (zie 59:18): door alles te doen wat Hij opgedragen heeft, en door alles te laten wat Hij verboden heeft. Zie de voetnoot bij 4:1. Vaak wordt er ten onrechte verondersteld dat de Islam God voorstelt als een God die de mensen alleen maar bestraft en als een God waar je bang voor moet zijn, en zij verklaren dat de God van de christenen een liefdevolle God is Die van de mensen houdt en dus hoeven zij God niet te vrezen. Maar in het Oude Testament staat o.a.: “(Dit is) de slotsom van de kwestie, nadat alles is gehoord: vrees God en houd zijn geboden in acht; want dit (geldt voor) alle mensen.” (Prediker 12:13.) En we lezen in Deuteronomium 5:29: “O, was er maar zo'n hart in hen dat zij Mij zouden vrezen en om al mijn geboden in acht te nemen, voor eeuwig…” En volgens het Nieuwe Testament zou Jezus (vrede zij met hem) gezegd hebben: “En ik zeg tegen jullie, mijn vrienden, wees niet bang voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. Maar ik zal jullie waarschuwen wie jullie vrezen moeten: vrees Hem, Die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in de Hel te werpen; jazeker, ik zeg tegen jullie, vrees Hem!” (Lucas 12:4-5.) Dus ook joden en christenen dienen God te vrezen. Zie Vraag 4: “Waarom vrezen moslims God? De God van de christenen is een liefdevolle God die van de mensen houdt.” En in Ezechiël 18:20-22 lezen we: “De ziel die zondigt, die zal sterven (bestraft worden): de zoon zal de zonde van de vader niet dragen, noch zal de vader de zonde van de zoon dragen (A); de rechtvaardigheid van de rechtvaardige zal op hem rusten, en de zondigheid van de zondige zal op hem rusten. Maar als de zondige afstand neemt van (berouw toont voor) al zijn zonden die hij begaan heeft, en al Mijn geboden in acht neemt, en hetgeen doet wat geoorloofd en correct is (zijn leven betert), hij zal werkelijk leven (vergeven worden), hij zal niet sterven (niet bestraft worden). Niets van zijn overtredingen die hij begaan heeft zal herinnerd worden tegen hem (want het is hem vergeven): in de rechtschapenheid welke hij verricht heeft, zal hij leven.” (A) Dit benadrukt ieders persoonlijke verantwoordelijkheid en weerlegt onvoorwaardelijk de christelijke doctrines van “erfzonde” en “het zoenoffer van Christus”. Dit wordt ook herhaaldelijk onderwezen in de Koran, bijvoorbeeld: “En geen zondaar zal andermans zonden dragen (op de Dag der Opstanding). En indien een zwaar belas te (ziel, een andere ziel) zou verzoeken om haar last (te dragen), niets daarvan zal gedragen worden (door die andere), ook al is dit een verwant... ” [Soerat Faatir (35), aayah 18.] >>>
Wij vragen Allah de Verhevene om ons en alle moslims standvastig te maken in Zijn religie en meer beloning te schenken aan ons allen, en Hij is Alhorend, Alziend.