Over het artikel

Auteur :

www.islamhouse.com

Datum :

Tue, May 30 2017

Categorie :

Jurisprudence

Download

Het vieren van valentijn in de Islam


Het vieren van valentijn
in de islam

[ nederlands - Deutsch -الهولندية  ]

 

revisie: Abo Abdillah
 


Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyadh)
    

2012 - 1433
 

Islam voor iedereen

﴿حكم الإحتفال بعيد الحب﴾
« باللغة الهولندية »

 

 

مراجعة: أبو عبد الله البلجيكي

 

 

 

 


2012 - 1433
 


 
Alle lof behoort aan Allah.
Ten eerste: Valentijnsdag was een Romeinse feestdag en ook nadat zij het christendom hadden omarmd, bleven zij deze feestdag vieren. Deze feestdag werd gekoppeld aan een heilige priester met de naam Valentine. Deze priester werd op 14 februari in het jaar geëxecuteerd. De ongelovigen bleven deze feestdag vieren en op deze dag zijn dan onzedelijkheden en het verworpene wijdverbreid.
Ten tweede: Het is voor een moslim niet toegestaan om feestdagen van de ongelovigen mee te vieren. Het vieren van feestdagen is een onderdeel van de religie en daarom is het verplicht om dit te koppelen aan een bewijs.
Sheikh al-Islam ibn Taymiyyah, moge Allah hem genadig zijn, zei: ''Feesten zijn een onderdeel van de wetgeving, de handelswijze en de rituelen waarover Allah heeft gezegd: Voor ieder van jullie hebben Wij een wetgeving en een duidelijk weg voorgeschreven. [Soerat al-Maa'idah, vers 48] Hij zei ook: Voor iedere natie hebben Wij godsdienstige gebruiken vastgesteld die zij moeten volgen. [Soerat al-Hadj, vers 67] Dus zoals de gebedsrichting, het gebed en vasten. Er bestaat geen verschil tussen deelname aan hun feesten en deelname aan de rest van de rituelen. Volledige deelname aan het feest betekent deelname aan ongeloof. Deelname aan sommige onderdelen ervan betekent deelname aan sommige aftakkingen van ongeloof.
Feestdagen zijn juist de meest unieke kenmerken die religies van elkaar onderscheiden en behoren tot de meest zichtbare kenmerken van een religie. Deelname eraan betekent deelname aan de meest kenmerkende en zichtbare rituelen van ongeloof. Het meedoen hieraan kan ongetwijfeld leiden tot algehele ongeloof.
Het uitgangspunt erover is dat het op z’n minst een zonde is en de profeet heeft hiernaar verwezen met zijn woorden: ‘Ieder volk heeft zijn feest en dit is ons feest.’ Dit is erger dan het aantrekken van az-Zinnaar (een kledingstuk dat speciaal gedragen werd door degenen die beschermgeld moesten betalen – joden, christenen en andere ongelovigen) en dergelijke wat tot hun kenmerken behoort. Dat soort kenmerken zijn geïnnoveerd en niet tot de religie. Het doel daarachter is het maken van onderscheid tussen een moslim en een ongelovige. Wat betreft de feesten en de rituelen ervan: deze behoren tot de religie die vervloekt is, alsmede de aanhangers ervan. Deelname daaraan betekent deelname aan de oorzaken van de toorn en bestraffing van Allah.'' Iqtidhaa’ as-Siraat al-Moestaqiem (1/207).
Hij, moge Allah hem begenadigen, zei ook: 'Het is voor de moslims niet toegestaan om hen te imiteren in iets dat speciaal tot hun feesten behoort; niet in hun voedsel, kleding, wassing, het aansteken van kaarsen, vaandels of het slaan op trommels vanwege een gewoonte of aanbidding of iets dergelijks. Het is niet toegestaan om een etentje te geven of cadeaus uit te delen of datgene te verkopen wat zij daarvoor (voor hun feesten) gebruiken. Noch mag men de kinderen laten deelnemen aan spelletjes die een onderdeel van het feest vormen of iets van hun sierlijkheden dragen.
Tot slot: Men mag niet meedoen aan één van hun rituelen tijdens hun feesten. Hun feestdag dient voor de moslim een dag zoals andere dagen te zijn. De moslims mogen niets specifieks doen wat kenmerkend is voor hen.’ Madjmoe’ al-Fataawaa (25/3290).
De grote hadiethgeleerde ad-Dhahabie, moge Allah hem genadig zijn, zei: ‘Wanneer de joden of christenen een feest hebben die specifiek van hen is, mogen de moslims niet met hen meedoen. Zoals de moslim ook niet deelneemt aan hun rituelen of de richting volgt waar zij naar toe bidden.’ Tashaboeh al-Khasies Bi Ahli al-Khamies uitgegeven in Madjallatoe al-Hikmah (4/193).
De overlevering waarnaar sheikh al-Islaam Ibn Taymiyyah verwees is overgeleverd door al-Boekhaarie (952) en Moslim (892) op gezag van Aishah – moge Allah tevreden over haar zijn. Zij zei: ‘Aboe Bakr kwam binnen terwijl twee jonge meisjes van al-Ansaar met mij waren. Zij zongen over hetgeen er met al-Ansaar gebeurde op de Dag van Bu’aath.’ Aishah zei: ‘Het waren geen zangeressen.’ Aboe Bakr zei: ‘De fluiten1 van de duivel in het huis van de boodschapper van Allah?’ Dit vond plaats op een islamitische feestdag. De boodschapper van Allah zei: ‘Aboe Bakr, laat hen. Ieder volk heeft zijn feest en dit is ons feest.’
Aboe Daawoed (1134) verhaalde dat Anas zei: ‘Toen de boodschapper van Allah naar Medina kwam, trof hij dat zij twee feestdagen hadden waarin ze speelden. Hij zei: ‘Wat zijn deze twee dagen?’ Zij zeiden: ‘Wij speelden daarin tijdens de pre-islamitische periode.’ De boodschapper van Allah zei: ‘Waarlijk, Allah heeft jullie iets beters gegeven in plaats daarvan: De dag van al-Adhaa en de dag van al-Fitr.’’ De overlevering is authentiek verklaard door al-Albaanie in Sahieh Aboe Daawoed.
Dit bewijst dat feesten tot de kenmerken behoren die naties van elkaar onderscheiden en dat het niet toegestaan is om feesten van de onwetenden en polytheïsten te vieren. De geleerden hebben in hun uitspraken aangegeven dat het verboden is om Valentijnsdag te vieren:
1. Het volgende werd aan sheikh Ibn al-‘Oethaymien, moge Allah hem genadig zijn, gevraagd: ‘Het vieren van Valentijnsdag is de laatste tijd wijdverbreid geworden; voornamelijk onder de vrouwelijke studenten. Dit is een christelijke feestdag waarin men op die dag geheel in het rood gekleed gaat. Wat zijn uw aanwijzingen voor de moslims inzake dit soort dingen. Moge Allah u beschermen en Zich over u ontfermen.’
Hij antwoordde: ‘Het vieren van Valentijnsdag is verboden om de volgende redenen:
a. Het is een geïnnoveerde feestdag die geen oorsprong kent binnen de islam.
b. Het nodigt de mensen uit naar een verboden vorm van liefde.
c. He leidt ertoe dat het hart zich bezighoudt met dit soort dwaze zaken dat in strijd is met de handelswijze van de vrome voorgangers.
Het is dan ook niet toegestaan om op deze dag een van deze rituelen uit te voeren. Ongeacht of het om eten, drinken, kleding of het uitwisselen van geschenken gaat. Een moslim dient met trots vast te houden aan zijn geloof en geen naloper te zijn die iedere schreeuwer volgt. Ik vraag Allah om de moslims te behoeden voor zowel de innerlijke als de uiterlijke misleidingen en ons te beschermen en te leiden.’ Madjmoe’ Fataawaa ash-Sheikh ibn al-‘Oethaymien (16/ 199).
2. De Permanente Commissie voor het geven van Fatwa’s werd gevraagd: ‘Sommige mensen vieren op 14 februari Valentijnsdag. De mensen geven elkaar op die dag rode rozen, dragen rode kleren en feliciteren elkaar. Tevens maken sommige winkels op deze dag snoepgoed in de vorm van een hartje. Sommige winkels promoten deze koopwaren dan ook speciaal voor deze dag. Wat is uw mening over 1) het oordeel betreffende het vieren van deze dag, 2) het oordeel over het winkelen in deze winkels op die dag, 3) het oordeel over het verkopen van datgene wat zij als geschenk uitgeven op die dag?’
Hierop antwoordde de Commissie: ‘De bewijzen uit de Koran en Sunnah – de vrome voorgangers zijn het hierover unaniem eens – geven duidelijk aan dat de islam slechts twee feestdagen kent. Deze feestdagen zijn: Ied al-Fitr en Ied al-Adhaa. Elke andere feestdag, ongeacht of deze feestdag verbonden is aan een persoon, groepering, gebeurtenis of aan een bepaald betekenis, zijn allen geïnnoveerd. Het is voor de moslims dan ook niet toegestaan om deze feestdag te vieren, te erkennen, ermee verheugd te zijn of anderen erin te helpen. Hierbij worden namelijk de grenzen van Allah overschreden en wie de grenzen van Allah overschrijdt, doet zichzelf onrecht aan.
Wanneer de geïnnoveerde feestdag ook nog eens een feestdag van de ongelovigen is, dan is dit een zonde boven een zonde, want dit behoort tot het imiteren van hen. Dit bevat een soort loyaliteit aan hen, terwijl Allah de Verhevene de gelovigen in Zijn Edele Boek heeft verboden om hen te imiteren en hun loyaliteit te tonen. Het is overgeleverd dat de profeet  zei: ‘Wie een volk imiteert, behoort tot hen.’
Valentijnsdag behoort tot hetgeen besproken is want het is een afgodische, christelijke feestdag. Het is dus voor een moslim, die in Allah en de Laatste Dag gelooft, verboden om deze feestdag te vieren, te erkennen of anderen ermee te feliciteren. Men dient zich hiervan te distantiëren als blijk van gehoorzaamheid aan Allah en het ontwijken van de oorzaken van de toorn en bestraffing van Allah. Ook is het voor een moslim niet toegestaan om aan dit soort feestdagen bij te dragen middels eten, drinken, handeldrijven, fabriceren, uitdelen van geschenken, corresponderen, promoten en dergelijke. Dit alles is namelijk een vorm van bijdragen aan zonden, overtreding en ongehoorzaamheid aan Allah en Zijn profeet, vrede zij met hem. Allah zegt dan ook: Ondersteun elkaar bij het goede en in godvrees. En help elkaar niet in zonde en overtreding. En vrees Allah, voorwaar, Allah is streng in de bestraffing. [Soerat al-Maa’idah, vers: 2]
Het is voor iedere moslim verplicht om zich te allen tijde vast te houden aan de Koran en de Sunnah. Vooral ten tijde van misleidingen en veelal aanwezige verdorvenheid. Men dient op te passen om niet in dwalingen te vervallen. Dwalingen van degenen op wie de toorn rust en van de afgedwaalden en zondaars die geen eerbied hebben voor Allah en geen enkele trots hebben op het feit dat zijn moslims zijn. Een moslim dient zijn toevlucht te zoeken tot Allah de Verhevene en Hem te vragen om leiding en standvastigheid, want het is slechts Allah die leiding en standvastigheid schenkt. Verheven is Hij en de hulp is bij Allah. Moge Allahs salaat en vrede zijn met onze profeet Mohammed alsmede zijn familieleden en metgezellen.’
3. Sheikh Ibn Djibrien, moge Allah hem genadig zijn, werd gevraagd: ‘Onder de jongens en meisjes onder ons is het vieren van Valentijnsdag wijdverbreid geworden. Het gaat om een priester die door de christenen vereerd wordt. Zij vieren dit elk jaar op 14 februari. Zij geven elkaar cadeaus en rode rozen en dragen rode kleren. Wat is het oordeel betreffende het vieren van of uitdelen van cadeaus op deze dag? En wat is het oordeel over het promoten van deze feestdag?’
Hij antwoordde: ‘Ten eerste: het is niet toegestaan om dit soort geïnnoveerde feestdagen te vieren, want het is een innovatie die geen oorsprong kent in de islam. Dit valt dan onder de overlevering van Aishah, moge Allah tevreden met haar zijn, waarin de profeet  heeft gezegd: ‘Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons, het zal verworpen worden.’ Dit houdt in dat het niet geaccepteerd wordt van degene die het innoveerde.'
Ten tweede: Het bevat een imitatie van de ongelovigen, het volgen van hen door te vereren wat zij vereren, het eerbiedigen van hun feestdagen en aangelegenheden en het imiteren van hen in datgene wat tot hun religie behoort. In de overlevering staat: ‘Wie een volk imiteert, behoort tot hen. ’
Ten derde: Dit brengt vele verdorvenheden en verboden zaken met zich mee zoals verspilling van tijd, vermaak, muziek, verdorven gedrag, schaarse kledingstijl, vrouwen die zich onder mannen bevinden die geen mah’ram van hen zijn, andere verboden zaken of zaken die een middel zijn die tot onzedelijkheid of de voortekenen ervan leiden. Het excuus dat het om vermaak en plezier gaat is onacceptabel. Hun bewering dat zij zich afhouden van zondigheid, is onjuist. Degene die het goede met zichzelf voorheeft, dient weg te blijven van zonden en de wegen die ertoe leiden.’ Hij zei ook: ‘Op basis hiervan is het niet toegestaan om dat soort geschenken en rozen te verkopen, wanneer men weet dat de koper deelneemt aan deze feestdagen of dat hij/zij cadeaus uitdeelt aan degenen die deze feestdagen vereert, zodat de verkoper niet meedoet met degene die deze innovatie uitvoert. En Allah weet het beste.’
En Allah weet het beter.
Bron: www.islam-qa.com
1 Vertaler: het gaat hier om het Arabische woord mizmaar. Ibn Hadjar zei hierover: ‘Dit betekent het zingen of de trommel (ad-duff). Al-mizmaar is afgeleid van het woord az-zamier wat een fluitende stem betekent. Het woord wordt ook gebruikt voor een mooie stem of het zingen. Het bekende muziekinstrument, de fluit is hiernaar genoemd.’ Het gaat hier dus niet om het spelen op een fluit, maar om de mooie, zingende stem van de twee kleine meisjes. En Allah weet het beter.