ISLAM IS DE RELIGIE VAN VREDE

ISLAM IS DE RELIGIE VAN VREDE

ISLAM IS DE RELIGIE VAN VREDE
الإسلام دين السلام باللغة الهولندية

 

Auteur:
Abd Ar-Rahman bin Abd Al-Karim Ash-Sheha
د. عبد الرحمن بن عبد الكريم الشيحة

 

Vertaald:
EUROPEAN ISLAMIC RESEARCH CENTER (EIRC)
المركز الأوروبي للدراسات الإسلامية
& Hanke Oliekan
revisie: Esther Rill


 
www.islamland.com

 


Inhoudsopgave


•    Introductie
•    De betekenis van Islam
•    De misvatting dat Islam werd verspreid door geweld
•    De misvatting dat wereldlijke doelen het uitgangspunt waren voor de Islamitische     veroveringen
•    Gerechtvaardigde oorlog theorie en praktijk in Islam
•    Islamitische principes van het compassie hebben en het veroordelen van agressie
•    Islamitische algemene principes gaan uit van een veelomvattende vrede
•    Islamitische normen en waarden gaan uit van een veelomvattende vrede
•    Islam draagt de gelovigen op de volgende morele verplichtingen en aanbevelingen in     acht te nemen om vrede te bewerkstelligen
•    Voorbeelden van handelingen die verboden zijn om vrede te bewerkstelligen
•    Conclusie
 
Introductie
Islam, is een veelomvattende en universele religie voor alle rassen en klassen van mensen, en dus niet om een specifieke categorie of groep mensen te ‘bedienen’, maar juist erop gericht om de behoeften te vervullen van de gehele mensheid met haar morele, spirituele, sociale wettelijke, politieke en economische systemen. Deze morele puurheid en duidelijkheid, helderheid en eenvoud is te vinden in een strikt monotheïstisch geloof, en een veelomvattend verbod op alle typen van criminaliteit, onderdrukking en onrechtvaardigheid en is aantrekkelijk voor alle rangen en standen, ongeacht ras, cultuur, genoten onderwijs, sociale en economische status. Het doel van de Islam is om de ideale maatschappij en broederschap te bewerkstelligen en welwillendheid en de Goddelijke boodschap te verspreiden onder de mens om zodoende er beter van te worden. Onderdeel van deze missie is om rechtvaardigheid te vestigen voor alle tijden en op alle niveaus, om vriendschappelijk om te kunnen blijven gaan, zelfs met potentiële vijanden, -zo lang als er geen openlijke daden van vijandigheid zijn -, en om waar dan ook maar de vrede te bevorderen.
Allah de Almachtige zegt in de glorieuze Qur’an:
(Wellicht dat Allah tussen jullie en degenen van hen, die jullie als vijand hebben genomen, genegenheid zal plaatsen. En Allah is Almachtig. En Allah is meest Vergevingsgezind, meest Genadevol. Allah verbiedt jullie niet om degenen die jullie niet bestrijden in de godsdienst en jullie niet uit jullie huizen verdrijven, goed en rechtvaardig te behandelen. Voorwaar Allah houdt van de rechtvaardigen. Allah verbiedt jullie slechts om degenen die jullie bestrijden in de Godsdienst en die jullie uit jullie huizen verdrijven en die (anderen) helpen om jullie te verdrijven, als helpers te nemen. En wie hen als helpers neemt, zij zijn dan de onrechtplegers) (60:7-9)
Deze verzen roepen op tot vrede met diegenen die afzien van de genoemde vijandige handelingen. En Allah de Meest Geprezene zegt in Zijn Majestueuze Qur’an:
(En als zij naar vrede neigen, neig daar dan ook naar. En stel jouw vertrouwen in Allah, Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alwetende.) (8:61)
Dit vers geeft aan dat zodra de vijand vrede wil, het verplicht is voor de moslims om dit ook te willen.
Het is te hopen dat onderzoekers en geleerden de islam willen onderzoeken met al haar regels en principes, maar dan wel met onpartijdigheid en bedachtzame reflectie. De werkelijke schoonheid en pracht van de islam is niet alleen maar duidelijk te zien in al haar vitaliteit bij degenen die er naar leven en dit praktiseren, maar elke student kan rechtvaardige wetten, universele broederschap, nobele en rationele principes, excellente morele principes van reinheid, oprechtheid, betrouwbaarheid, generositeit, moed en rechtvaardigheid, waarderen.
Een van de bewijzen van de grootsheid van dit goddelijke geloof is dat, ongeacht de zwakte bij de moslims en de continue oorlog tegen de islam door de criticasters en vijanden, het alle pogingen tot corruptie en storende moderniseringen heeft doorstaan, simpelweg door te blijven wat het is. En nog steeds is het de snelst groeiende religie. Wat zit er anders achter deze groei, terwijl de moslims toch zo zwak zijn op dit moment, dan die inherente kracht van de waarheid en rechtvaardigheid die van nature alle onwaarheid en onrechtvaardigheid tegengaat? In Islam vinden de mensen de volle tevredenheid die zowel hun spirituele als ook morele, fysieke en praktische verwachtingen en behoeften kan vervullen.
Voor wat betreft de mensen die weigeren hun ogen te openen, om de waarheid te bekijken, zien, horen en onderzoeken, zij zullen ongetwijfeld in valse verlangens en onwetende vooroordelen blijven hangen. Een algemeen bekend principe is dat de mens van nature dat afwijst wat hij vreest. Hij vreest datgene waar hij onwetend over is, en maakt tot vijand datgene dat hij niet kent. Allah heeft ze beschreven in de Glorieuze Qur’an zeggend:
(En voorzeker , Wij hebben velen van de djinns en de mensen voor de hel geschapen. Zij bezitten harten waarmee zij niet begrijpen en zij bezitten ogen waarmee zij niet (kunnen) zien, en zij bezitten oren waarmee zij niet (kunnen) horen. Zij zijn net als vee. Welnee. Zij zijn zelfs nog verder afgedwaald. Zij zijn de onachtzamen.) (7:179)
Vee volgt blindelings, maar in ieder geval volgt vee de natuurlijke wetten en instincten door Allah geschapen, voor hun overleving, terwijl vele mensen blindelings de gebruiken en hun leiders volgen, hiermee afwijzend wat Allah heeft geopenbaard voor het welbevinden van de mens en diens redding. Zoals Allah aangeeft:
(Welnee! Zij zeggen: “Voorwaar, wij troffen onze voorvaderen op een godsdienst aan, en waarlijk wij zullen zeker hun voetsporen volgen.)(43:22)
Ik hoop en bid dat Allah, de Verhevene, voordeel brengt in hetgeen we lezen, horen en zeggen. Mijn poging is slechts een bescheiden bijdrage, vanuit een pure intentie, om te kunnen helpen bij alle menselijke informatie en om begrip te kweken. De schrijver dezes, biedt in aanvulling hierop, een uitnodiging aan, aan diegenen die geïnteresseerd zijn om meer te leren over de islam, om met hem contact te zoeken op het adres onderaan dit boek. En zal verheugd zijn om alle vragen te beantwoorden over de islam en aanvullende literatuur te verschaffen.
De auteur wil zijn grote dankbaarheid aan Allah tot uitdrukking brengen. Elke tekortkoming in dit boek zijn voor rekening van de schrijver zelf. Waarvoor hij de verantwoordelijkheid neemt en aan alle lezers vergeving voor vraagt en de vergiffenis van Allah, de meest Vergevingsgezinde, vraagt.
Moge Allah's Zegeningen en Genade op de profeet Mohamed saws rusten, de laatste profeet en boodschapper van Allah voor de mensheid, en moge de Zegeningen en Vrede van Allah eveneens op zijn familie en metgezellen rusten en op iedereen die hun leiding en voetsporen volgt tot aan de Dag des Oordeels.

Dr. Abd Ar-Rahman bin Abd Al-Kareem Al-Sheha
 
www.islamland.com
 
De betekenis van Islam
 Het woord Islam betekent overgave aan Allah de Almachtige. De Schepper en Heer van de gehele creatie, met je totale ziel en lichaam, in gehoorzaamheid aan wat Hij bevolen heeft en wat Hij verboden heeft in Zijn geopenbaarde Wet, door het afzien van het uitoefenen van je eigen wil ten faveure van Zijn Wil en Oordeel, en door te accepteren dat Allah alles voor de mens op de aarde heeft bepaald. Allah is de Meest Goedwillende en Barmhartige Die op de hoogte is van alle gerechtvaardigde behoeften van de mens, Die het goede beveelt en tegen het slechte waarschuwt. Zodoende is Zijn geopenbaarde Wet perfect geschikt voor de universele behoeften, rechten en verantwoordelijkheden van de mens.
De Almachtige Allah zegt in de Glorieuze Qur’an in relatie tot de profeet Ibraheem (Abraham) (): (Toen Zijn Heer tegen hem zei: “Onderwerp je zelf”, zei hij ; “ik heb mijzelf onderworpen aan de Heer der Werelden.) (2:131)
Het woord “Salaam” betekent vrede en is afgeleid van het zelfde Arabische drieletterwoord SLM als het woord Islam. “Salaam” is een van de eigenschappen van Allah, gezegend zijn Zijn namen en eigenschappen en verheven is Zijn Grootsheid, zoals de Qur’an aangeeft:
(Hij is Allah, er is geen God dan Hij, de Gezegende, Degenen Die vrij is van alle tekortkomingen, de Gelovige, de Getuige, de Almachtige, de Overweldiger, de Trotse. Verheven is Allah boven datgene dat zij Hem als deelgenoten toekennen.) (59:23)
"Salaam" is ook een van de namen van Jannah (Paradijs). De Almachtige Allah zegt in de Glorieuze Qur’an: (Voor hen is er het Huis van de Vrede bij Hun Heer, En Hij is hun Beschermer vanwege dat wat zij deden.) (6:127)
De bewoners van het Paradijs zullen elkaar groeten met "Salaam” als zij hun Heer ontmoeten, zoals Hij aangeeft: (Hun groet op de dag dat zij Hem zullen ontmoeten zal zijn, “Salaam” en Hij heeft voor hen een geweldige beloning gereedgemaakt) (33:44)
Moslims wisselen de pure en nobele begroeting “As-Salamu Alaikum” uit (Vrede zij met jou) als ze elkaar ontmoeten, elkaar passeren, als ze elkaar roepen. Zelfs als een moslim zijn eigen huis binnentreedt en niemand daar aantreft, zegt hij toch as-Salamu Alaikum omdat hij zo de engelen (en zichzelf) begroet die aanwezig zijn op die plaats. Deze wijze van begroeten helpt om de harten te verlossen van alle soorten van vijandschap, nare gevoelens, en wat dies meer zij, die mensen met zich mee kunnen dragen en verandert ze in goede wil, wederzijds respect rust, veiligheid en tevredenheid. Vaak begroeten moslims elkaar terwijl ze de uitgebreide versie uitspreken zoals deze door de profeet saws is aangeleerd: 'As-Salamu Alaikum wa rahmatul'laah' wa barakatuhu i.e. “Moge de vrede en zegeningen van Allah met jou zijn en Zijn Erbarmen.”
In de profetische tradities (overleveringen, hadith) vinden we de woorden van de boodschapper van Allah () welke het verspreiden van deze groet bestempelde tot een van de kenmerken van het perfectioneren van het geloof: “Jullie zullen niet het paradijs binnentreden totdat jullie volledig geloof verworven hebben en jullie zullen niet volledig geloof verwerven totdat jullie van elkaar houden. Zal ik jullie niet leiden naar een handeling die, als jullie deze uitvoeren onder elkaar, jullie elkaar doet liefhebben? Verspreid de groet van “Salaam” (vrede) zoveel als jullie kunnen onder elkaar (in de gemeenschap) .” (Muslim)
En de boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Geef gul voedsel aan anderen, begin met de begroeting van vrede onder jullie aan diegenen die jullie kennen en aan diegenen die jullie niet kennen.” (Bukhari & Muslim)
Het doel van Islam is om continue Allah, de Schepper en Heer van het universum, te willen plezieren, door goede en rechtschapen daden te doen. Allah zegt in Zijn Glorieuze Boek, de Qur’an: (O lieden van het Boek, voorzeker Onze Boodschapper is tot jullie gekomen, om jullie duidelijk te maken, wat jullie veelal probeerden te verbergen van het Boek, en Hij vergeeft veel. Voorzeker, er is tot jullie een Licht van Allah gekomen en een duidelijk Boek. Allah leidt daarmee degene die Zijn Welbehagen zoekt naar de wegen van vrede. En Hij voert hen met Zijn Toestemming van de duisternis naar het Licht en Hij leidt hen naar het rechte Pad.) (5:15-16)
Islam behelst de complete en uitgebreide betekenis van vrede inclusief innerlijke, persoonlijke en spirituele vrede en sociale vrede. Zoals de boodschapper van Allah () heeft gezegd:
“Een ware moslim is degene waar andere moslims zich veilig voor voelen als het om slechte acties en aanvallen van de tong en handen van diegene gaat. En een ware emigrant is diegene die laat, wat Allah de Almachtige onwettig heeft verklaard.” (Bukhari & Muslim)
Meer dan dat nog, behelst het de universele visie op algemene universele vrede voor de gehele mensheid, juist omdat de basisprincipes van de islam stabiliteit, wederzijds respect en non-agressie inhouden jegens degenen die vredig op rechtschapen wijze met elkaar leven, meer bijzonder nog diegenen die een basale achtergrond hebben van een geopenbaarde religie door Allah, als het fundament van hun maatschappij, zoals de Joden en de Christenen.
(O jullie die geloven, treedt de islam volledig binnen en volg niet de voetstappen van de satan. Voorwaar hij is voor jullie een duidelijke vijand.) (2:208)
De uitnodiging naar de Islam, Allah’s universele religie, geldt jegens iedereen. Allah Meest Verheven zegt in Zijn Majestueuze Boek: (Zeg (O Muhammad) ‘O mensen ik ben voor jullie allen de Boodschapper van Allah...) (7:158)
En Hij () zegt: (Waarlijk, de Godsdienst bij Allah is de Islam.) (3:19)
En Hij () zegt: (En wie een andere godsdienst dan de islam zoekt, het zal niet van hem geaccepteerd worden en hij behoort in het hiernamaals tot de verliezers.) (3:85)

De misvatting dat de Islam verspreid is ‘met het zwaard’
Een misvatting , graag verspreid door diegenen die de tegenstanders zijn van rechtvaardigheid en niet goed de historische bronnen bestuderen, is de valse beschuldiging dat de Islam verspreid zou zijn d.m.v. brute kracht en dwang. Diverse aya’s uit de Qur’an spreken deze misvatting overduidelijk tegen.
Allah Meest Verheven zegt in Zijn Majestueuze Boek: (Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker de Leiding is duidelijk van de dwaling te onderscheiden. Wie de Taghoet (staat voor alles wat aanbeden wordt naast Allah) verwerpt en in Allah gelooft, heeft voorzeker het meest krachtige houvast gegrepen dat niet afbreekt. En Allah is Alhorend, Alwetend.) (2:256)
En Hij, de Meest Verheven zegt: (En als jouw Heer het had gewild, dan zouden degenen die op aarde zijn, zeker allemaal geloven. Ben jij (o Mohamed) dan in staat om de mensen te dwingen om gelovig te worden ?) (10:99)
En Hij, de Meest Verhevene, zegt: (En zeg: de Waarheid is (afkomstig) van jullie Heer “Wie dus wil, kan geloven, en wie wil, kan (ervoor kiezen om) niet (te) geloven, Waarlijk Wij hebben voor de onrechtplegers een vuur gereedgemaakt, waarvan de muren (van vuur) hen zullen omgeven. En als zij om hulp vragen (dan) worden zij het hulp geschoten met water, lijkend op kokende olie, dat de gezichten verschroeit, Verschrikkelijk is deze drank en afschuwelijk is deze Verzamelplaats( ) (18:29)
En Hij, de Meest Verhevene zegt: (Als zij zich dan afwenden ( o Mohamed) dan rust op jou slechts (de plicht tot) de duidelijke verkondiging.) (16:82)
En Hij, de Meest Verhevene, zegt:
(Vermaan (hen) dan (o Mohamed), jij bent slechts een vermaner. Jij bent geen heerser over hen.) (88:21-22)
En Hij, de Meest Verhevene zegt:
(Zeg: (o Mohamed) “Gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper” Maar als zij zich afwenden, dan wordt hem (d.w.z. de Boodschapper) slechts aangerekend waarmee hij is belast, (d.w.z. de verkondiging) en jullie wordt slechts aangerekend waarmee jullie zijn belast. En als jullie hem gehoorzamen, dan zullen jullie geleid worden. En op de boodschapper rust slechts (de plicht tot) de duidelijke verkondiging.) (24:54)
En Hij, de Meest Verhevene zegt:
(En als iemand van de veelgoden aanbidders bescherming bij jou zoekt, bescherm hem dan totdat hij het Woord van Allah hoort. En als hij weigert, begeleid hem dan naar een plek waar hij veilig is. Dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet.) (9:6)
Deze en vele andere verzen uit de Qur’an en de leerstellingen uit de Profetische overleveringen, geven heel duidelijk aan dat er geen dwang in de religie is geoorloofd: niemand mag ooit tegen zijn wil gedwongen worden om moslim te worden. Het geloof komt met de kennis en vrije wil en is gebaseerd op een rotsvaste overtuiging in het hart, gevolgd door het gedrag van goede daden en goede woorden. Het enkele “LA ILAHA ILLALLAH” op de lippen hebben (Er is geen god dan Allah, die het waard is om aanbeden te worden) - is niet voldoende om iemand als gelovige te kunnen bestempelen, daarentegen als het gezegd wordt met het begin van geloof, wordt men onmiddellijk moslim. Zoals Allah zei over de Bedoeïenen die verbaal hun geloof verklaarden zonder echte overtuiging:
(De Bedoeïenen zeiden “Wij geloven”. Zeg (o Mohamed) “Jullie geloven (nog) niet, maar zeg: “Wij hebben ons overgegeven (aan de Islam), want het geloof is jullie harten nog niet binnen. Maar als jullie Allah en Zijn boodschapper gehoorzamen, dan zal Hij niets (van de beloning van jullie daden) verminderen. Voorwaar Allah is meest vergevingsgezind, meest genadevol.) (48:14)
Het is algemeen bekend dat niemand gedwongen kan worden te veranderen wat in het diepst van zijn hart is, en dat iemand met de mond belijdt wat hij eigenlijk niet met zekerheid gelooft: dit is noch islam noch het islamitisch geloven. En het is hierom dat Allah het volgende gezegd heeft over degene die murw van de marteling overgehaald wordt om afstand te doen van de islam:
(Diegene die niet in Allah gelooft nadat hij eerder geloofde op hem rust de Woede van Allah, behalve degene die tot ongeloof wordt gedwongen terwijl zijn hart rust heeft gevonden in het geloof. Maar wie zijn borst openstelt voor het ongeloof, op hen rust de Woede van Allah. En voor hen is er een geweldige bestraffing.) (16:106)
Ongeloof komt voor als men het hart openstelt willens en wetens voor het ongeloof, en op deze basis, spreekt men tegen en doet men dingen tegen Allah en de openbaringen van de Boodschappers en wordt zodoende een afvallige na moslim eerst geweest te zijn.
Een andere beschuldiging die met het hierboven beschrevene samenhangt is dat de Islam verspreid is door het voeren van oorlogen. Het is een algemeen aanvaard en bekend feit dat elk rechtssysteem of overheid, ongeacht de herkomst, een beschermende macht nodig heeft om haar inwoners te beschermen, haar waarden te bestendigen, haar principes te verspreiden , een eerlijke machtsverdeling te handhaven, het rechtvaardig uitvoeren van straffen jegens criminelen en diegenen die tegen het systeem rebelleren, mogelijk te maken. Zoals overgeleverd wordt in de hadith van de Uthman (): “Waarlijk Allah wijst terecht met de autoriteit van de Regeerder, meer dan dat hij terechtwijst met de Goddelijke Openbaring van de Qur’an” (i.e. meer door het uitvaardigen van straffen op een rechtvaardige wijze, dan het Godsbesef vanuit het lezen van Het Boek) (al-Hindi, Kanz-ul-Aámaal)
Laat ons eens kijken naar de vroege dagen van de Islam en haar wonderbaarlijke verspreiding over de toen bekende wereld. De boodschapper van Allah Mohammed () bleef, na door Allah opgedragen te zijn om de Goddelijke boodschap te verkondigen, in de heilige stad Mekka dertien jaar lang om de mensen van zijn Quraish stam en bezoekers van de stad uit te nodigen tot de islam. Hij probeerde elke manier om de mensen te informeren over de openbaringen uit de Qur’an en de boodschap over te dragen. Hij verdroeg valse beschuldigen, roddels, vervolging, aanvallen, boycots, bedreigingen, en fysieke agressie van zijn mensen. Diegenen die eveneens geloofden deelden mee in zijn lijden, en omdat hem nog geen goedkeuring was gegeven door Allah om het geweld dat hem en de gelovigen werd aangedaan, te beantwoorden met zelfverdediging, moesten zijn volgelingen volhouden en niet hun handen gebruiken om zich tegen de zware vervolgingen te kunnen weren, om op deze wijze vreedzaam de boodschap te kunnen blijven overbrengen. Velen werden gemarteld en lieten het leven voor hun geloof in de islam, en de verhalen van deze moedige zielen zijn de getuigenis van de lange lijdensweg die zijn volgelingen ondergingen in deze periode waarin ze bijna tot het uiterste getest werden. De profeet verzachtte de wonden van zijn metgezel Ammar ibn Yasir en zijn ouders die de eerste martelaren van de islam werden met de volgende woorden: “Heb geduld, O familie van Yaser! Het Paradijs zal jullie permanente verblijfplaats zijn” (Al-Hakim)
De Profeet () stond diegenen van zijn volgelingen die graag wilden emigreren naar Ethiopië, dat toe, om zo aan de vervolging en martelingen te ontkomen. Zij zochten bescherming bij de rechtvaardige heerser de Najashi, die uiteindelijk later zelf de islam accepteerde. Zelfs in deze moeilijke omstandigheden beval Allah de Meest Wijze en Barmhartige, zijn Boodschapper () om geduldig, hoofs en tolerant te zijn met zijn mensen en onderwijl de Boodschap te blijven prediken. Er zijn vele voorbeelden van zijn grote barmhartigheid, grootmoedigheid, compassie, hoofsheid terwijl zij wel bloot bleven staan aan geweld en agressie. De Profeet en zijn metgezellen stonden sterk in hun geloof en het verspreiden van de boodschap, gehoorzamend aan het volgende bevel van Allah: (Wees dan geduldig (o Mohammed) zoals de bezitters van standvastigheid onder de Boodschappers (geduldig) waren. En vraag niet om de bespoediging (van de bestraffing) voor hun. (En) op de Dag waarop zij zullen zien wat hun (aan bestraffing) is beloofd, (dan) is het alsof zij slechts een moment van de dag (in deze wereld) verbleven. (Dit is) een Verkondiging. Zal dan niet slechts het verdorven volk vernietigd worden ? (6:35)
En nog steeds bleef hij bidden voor hun leiding, zeggend: “O Allah! Alstublieft leid mijn mensen, daar zij niets weten.”
De Profeet () bleef de boodschap in Mekka uitdragen, en tegelijkertijd was hij op zoek naar een stam die hen kon helpen en beschermen: Hij presenteerde zichzelf en zijn missie aan diegenen die in Mekka op bezoek kwamen en ook wanneer er grote Arabische markten en ontmoetingen waren. Op een gegeven moment was een aantal van de inwoners van de stad Yathrib, (nu bekend als “Medina,” Stad van de Profeet) moslim geworden en dezen gaven hem hun eed van trouw om hem te ondersteunen en te beschermen, op dezelfde wijze als zij dat bij hun eigen bezittingen, eer, integriteit en familie zouden doen, mocht hij zijn toevlucht bij hen willen zoeken en met zijn groep gelovigen naar hun stad willen emigreren. Dit viel samen met de vervolging in Mekka die een kritiek punt bereikte, en de leiders van de Quraish stam zelfs samenzwoeren om de Profeet saws te vermoorden. De gebeurtenis van de immigratie naar Medina zou het kantelpunt worden in de Islamitische geschiedenis, want het was Medina waar de eerste moskee van de Profeet werd gebouwd, daar groeide de broederschap van de Moslims en bestendigde deze zich, en de Islamitische staat in wording werd opgericht en ontwikkelde zich onder zijn leiding.
Het is zeer vermeldenswaard dat de Profeet Mohammed () en zijn volgelingen, nimmer ook maar één druppel bloed vergoten in antwoord op de lange jaren van vervolging en onderdrukking in de stad Mekka, hem was opgedragen niet om te vechten maar om geduldig te volharden. Confrontatie en gewapende reactie van de zijde van de Moslims begon pas twee jaar na de migratie van Mekka naar Medina, toen de Quraish stam vreesde dat hun dominantie af zou nemen en derhalve voort bleef gaan op het pad van vervolging en vernietiging van de boodschap van Islam, en slechts nadat alle wegen naar vreedzame verkondiging uitgeput waren.
Daar de stad Medina langs de route lag, waarlangs de handelskaravanen van de Quraish naar Groot-Syrië trokken, was dat de eerste confrontatie waarbij de Boodschapper van Allah () een handelskaravaan, geleid door de Quraishi edelman Abu Sufyan, betrokken was. De Profeet () had de intentie om een soort economische sanctie op te leggen aan de Quraish stam om hen op deze wijze te dwingen hem op vreedzame wijze zijn geloof openlijk te laten verkondigen richting anderen en om de gelovigen te compenseren voor alle bezittingen, welvaart en spullen die onterecht van de gelovigen waren afgenomen door de Quraish in Mekka voordat de moslims emigreerden. De karavaan ontsnapte aan de hinderlaag, maar nadat nieuws van het incident de leiders van de Quraish bereikt had, bereidden zij een relatief groot en zeer goed uitgerust leger voor om de Moslims aan te vallen. Als gevolg daarvan vond de eerste beslissende veldslag plaats bij Badr, en het kleinere en pover bewapende moslimleger van 313 in aantal, verpletterde het grote en arrogante leger van de Quraish met een vernederend verlies.
Allah Meest Verheven en Opperste, beschrijft de rechtvaardiging voor deze veldslag en diegene die erop volgden: ((Degenen die onrechtmatig uit hun huizen zijn verdreven alleen omdat zij zeiden: “Onze Heer is Allah”. En als Allah een deel van de mensen niet door een ander deel (middels de strijd) liet tegenhouden, dan zouden kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin de Naam van Allah veelvuldig wordt verheerlijkt, zeker zijn vernietigd. En Allah helpt zeker diegene die Hem helpt. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Almachtig.) (22:40-41)
En Allah de Wijze en Sublieme zegt: (En wat is er (toch) met jullie, dat jullie niet op de Weg van Allah strijden, omwille van de zwakkeren onder de mannen, (en omwille van) de vrouwen en de kinderen die (Allah aanroepen en) zeggen: “Onze Heer, haal ons weg uit deze stad waarvan de inwoners onrechtvaardig zijn, en stel voor ons een beschermer van Uw Zijde aan en stel voor ons een helper van Uw Zijde aan !”) (4:75)
En Allah de Verhevene zegt: (En strijd op de weg van Allah tegen degenen die tegen jullie strijden en overtreed (de grenzen) niet. Voorwaar Allah houdt niet van de overtreders.) (2:190)
In alle veldslagen en alle overwinningen waarin de Boodschapper van Allah en zijn metgezellen gevochten hebben in de periode van drieëntwintig jaar tijdens de missie van de profeet in Mekka en vervolgens in Medina, werden er slechts 375 mensen gedood. In het negende jaar van de Hijra (Migratie) wat bekend staat als ‘het jaar van de delegaties’ kwam de Profeet () bijeen met ongeveer 100 verschillende delegaties van stammen die uit heel het Arabisch schiereiland kwamen om te overleggen en onderhandelen met hem (). Hij kwam ze tegemoet met genereus gedrag en grootsheid en antwoordde op al hun vragen en zorgen over de Islamitische uitgangspunten (Aqeedah) en wetten (Shari’ah). De meerderheid van hen was zichtbaar onder de indruk van de uitnodiging door de Profeet () en accepteerde Islam. De Boodschapper van Allah () zond ook brieven aan de leiders van de omliggende gebieden om hen op te roepen de Boodschap van Allah te accepteren zoals hieronder nog vermeld zal worden.
Tijdens het leven van de Profeet en kort daarna, was het gehele Arabisch schiereiland voor de eerste keer in de geschiedenis verenigd in een rechtvaardig en op gelijkheid gebaseerd juridisch systeem en Goddelijke religie. De meerderheid van de Arabieren accepteerde gewillig en met hordes tegelijk de Islam na het horen van de Qur’an, het zien van het voorbeeld van de Profeet in zijn Sunnah (Manier van leven) en zijn metgezellen, en het zien van het Islamitische systeem, met slechts een paar uitzonderingen onder sommige Joodse en Christelijke geïsoleerde gebieden, die binnen de Islamitische staat mochten blijven leven en bij hun oude geloof mochten blijven, waarbij specifieke rechten en verplichtingen en een soort belasting (de Jizya belasting) in ruil voor bescherming door de staat en het niet in militaire dienst hoeven, werden vastgelegd. Deze revolutionaire ommezwaai was werkelijk een miraculeuze prestatie, als men de weinige middelen in ogenschouw neemt waarmee deze verandering plaatsvond en het blijvende wereldwijde effect, en Allah de Grootste geeft het succes aan wie Hij wil.
De recht-geleide Kaliefen, metgezellen en rechtschapen opvolgers volgden het voorbeeld van de Profeet, na zijn dood, verdedigden de Islamitische Staat tegen haar vijanden, overwonnen de hen omringende tirannieke (keizer)rijken die haar bestaan bedreigden en verspreidden de islam door middel van hun gedrevenheid in hun geloof en hun activiteiten, samengevoegd met uitmuntend gedrag en correcte omgangsvormen. Deze individuen waren op geen enkele wijze, gelijkwaardig in aantal of oorlogsuitrusting, voorbereidingen en professionele militaire vaardigheden, ten opzichte van de mensen die zij overwonnen, maar vanwege hun geloof en hun missie en morele superioriteit van hun karakters overwonnen zij de ‘harten en hoofden’ van de volken, voordat de noodzaak zou ontstaan om de corrupte tirannieke legers te verwijderen wiens onderdrukking voor de massa ondraaglijk was geworden.
Een van de hedendaagse bekeerlingen (terugkeerlingen) in Islam, Basheer Ahmad genaamd zei in een overpeinzing met betrekking tot dit onderwerp: “Een van de meest moeilijke vragen voor mij en een van mijn meest belangrijke obstakels voorafgaand aan het accepteren van de islam en het omarmen als manier van leven, was dat wij christenen claimen dat de Islam door middel van het zwaard is verspreid. Dus vroeg ik mijzelf het volgende af: Als dit waar is, waarom blijven er dan zoveel mensen moslim en komen er zo velen van over de hele wereld tot de Islam en omarmen dit, worden moslim en accepteren het als manier van leven ? Hoe kan het dat we dagelijks zien dat er mensen moslims worden zonder dwang (van anderen)?” [Geparafraseerd van Dr. Imad-du-Deen Khalil: “What Do They Say about Islam?” p.295]
Norman A. Daniel zegt over de oorsprong van deze mythe het volgende “… Het westen vervaardigde voor zichzelf een min of meer onveranderlijke canon van geloofspunten over de Islam: Het westen bepaalde voor zichzelf wat Islam was... Het belangrijkste was dat het moest passen in wat het westen welgevallig was... het gaf het Christendom zelfrespect in het omgaan met een civilisatie die op vele wijzen superieur was .” [Islam and the West: The Making of an Image, p. 270]
De Lacy O'Leary had het volgende commentaar op deze misvatting: “Uit de geschiedenis blijkt duidelijk, dat de legende van fanatieke moslims die over de wereld gaan en met hun zwaarden de mensen tot de islam dwingen een van de meest fantastische en absurde mythen is die de geschiedkundigen ooit hebben herhaald.” [Islam at the Crossroads, London, 1923, p. 8]
Dr. Gustav LeBon geeft aan in zijn boek “Civilization of the Arabs [p.127–128]: “...Geweld was nooit een factor in het verspreiden van de Qoranische leerstellingen, en de Arabieren lieten hen die zij hadden overwonnen, vrij om hun eigen religieuze overtuiging uit te oefenen. In die gevallen dat sommige Christelijke volken de islam accepteerden en het Arabisch als hun taal gingen voeren, kwam dat voornamelijk door de juridische systemen van de Arabieren, superieur aan datgene wat de niet-moslims kenden. Het kwam ook door de tolerantie en mildheid van de Islam, die ongekend was jegens de andere religies.” [Geparafraseerd van Dr.Imad-du-Deen Khalil: “What Do They Say about Islam? p.314]
Hij zegt ook: “…de vroege Kaliefen… waren opmerkelijk zachtaardig in de manier waarop zij de volken van Syrië, Egypte, Spanje en elk ander land dat zij onderworpen hadden, behandelden, zij lieten hen hun eigen wetten, regelgeving en geloof behouden en legden alleen een kleine belasting (Jizya) op voor het beschermen en vrede bewaren onder hen. Werkelijk, staten hebben nimmer zulke tolerante en barmhartige overwinnaars gekend zoals de Arabieren."
En die keren dat de Islam verspreid is als een consequentie van de oorlogen die tegen de moslims werden ontketend door die regimes die haar bestaan in gevaar brachten, en de overwinning op deze tirannieke regimes als gevolg daarvan, is dit dan uniek in de geschiedenis en nog nooit eerder vertoond, zeker wanneer men de vergelijking trekt met andere beschavingen? Wat werkelijk uniek is van de Islamitische veroveringen is dat ze in het algemeen juist in de bevrijding van onderdrukking voorzagen, zoals te halen valt uit de beroemde antwoorden die de metgezellen van de Profeet () gaven aan de Keizer van Perzië toen deze vroeg wat de Moslims naar hun landen had gebracht, zoals vermeld in de geschiedenisboeken: “Allah heeft ons gezonden om wie ook maar wil, weg te halen uit de slavernij van de mensheid aan de andere mens, en te brengen naar het dienaarschap en aanbidding van Allah, van de grenzen van deze wereld tot de uitbreiding (welke Islam deze wereld brengt en het hiernamaals), en weg van de onrechtvaardige wijzen van leven (van de wereldlijke leiders) naar de rechtvaardigheid van de Islam.” [zie Ibn Katheer, Bidayah wa Nihayah].
In scherp contrast hiermee staat het feit dat we naast de vele voorbeelden van massaslachtingen, verkrachtingen, plunderingen en ander onrecht gepleegd door de diverse volkeren door de eeuwen heen, geen vergelijkbare voorbeelden vinden in de geschiedenis van de vroege Islamitische veroveringen.
Thomas Carlyle, gaf het volgende commentaar in een van zijn beroemde serie lezingen, over de verspreiding van Islam, met de volgende woorden: “Er is veel gezegd over de wijze waarop Mahomet zijn Religie onder de aandacht zou hebben gebracht middels het zwaard. Het is zonder twijfel veel nobeler wat we onszelf toedichten over de Christelijke Religie, dat deze zichzelf op een vreedzame wijze verspreidde door prediking en overtuiging. Maar zoals met alles, als we dit als argument zouden nemen voor het waar of vals zijn van een religie, dan zit er een verschrikkelijke fout in deze redenering: Want waar kom je met je zwaard uit! Elke nieuwe opinie, bij de start is slechts dat: een minderheid van één. In het hoofd van slechts een enkele man begint het te ‘stromen’. Een man alleen op de hele wereld gelooft het: en dus is er een man tegen alle mensen. En als deze man dan het zwaard ter hand zou nemen en hiermee zou willen verspreiden, dan zou hem dat geen goed doen. Dan zou je toch eerst je zwaard hebben moeten pakken! In het algemeen gesteld, iets zal zich zelf propageren als het kan. We kunnen nergens vinden dat het Christelijke geloof nimmer met het zwaard gepaard ging, zeker niet ‘toen men het eenmaal had’ De bekering door Charlemagne van de Saksen was niet vanwege het prediken. Ik heb geen waardering voor het zwaard, ik wil dat iets zichzelf verspreid, hetzij met het zwaard of de tong of op welke wijze dan ook of juist ‘blijft ‘liggen’ We laten het zelf prediken, en pamfletten verspreiden en vechten en het zichzelf laten bewijzen, en laten doen, Met alles wat het in zich heeft; zeker weten dat het op de lange termijn, niets kan overwinnen, wat het niet verdient om overwonnen te worden. Wat beter is dan het idee, kan niet door haar weggeduwd worden, maar slechts datgene wat slechter is. In dit grote duel, is de natuur zelf de scheidsrechter en kan niets fout doen: Hetgeen dat het diepst geworteld is in de natuur is, wat we noemen, _het waarachtigst_, dat ding en niets anders zal uiteindelijk gaan groeien” [‘Heroes, Hero Worship, and the Heroic in History,’ Lecture 2, Friday, 8th May 1840]
Laat ons in vergelijking met het bovenstaande eens wat passages uit de Heilige Bijbel nemen en lezen wat de Joden en Christenen als gewijde en goddelijke leiding zien, over het gedrag in een oorlog, en datgene dat hen geleid heeft in tijden van hun expansies en overwinningen.
We lezen in het Boek Deuteronomium, hoofdstuk 20:
“10/Wanneer gij nadert tot eene stad om tegen haar te strijden, zoo zult gij haar den vrede toeroepen. 11//En het zal geschieden, indien zij u vrede zal antwoorden en u zal opendoen, zoo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u cijnsbaar (belastingplichtig) zijn, en u dienen.12/Doch zoo zij geenen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u zal voeren, zoo zult u haar belegeren. 13/En de Heer, uw God, zal haar in uwe hand geven: en u zult alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des zwaards. 14/Behalve de vrouwen, de kinderkens en de beesten, en al wat in de stad zijn zal, al haaren buit zult gij voor u rooven: en gij zult eten de buit uwer vijanden, dien u de Heer uw God gegeven heeft.15/Alzoo zult gij aan alle steden doen, die zeer verre van u zijn, die niet zijn van de steden dezer volken. 16/Maar van de steden dezer volken, die u de Heer uw God, ten erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft. 17/Maar gij zult ze ganselijk verbannen: de Hethieten, en de Amorieten en de Kanaanieten, en de Ferezieten, de Hevieten en de Jebuzieten, gelijk als de Heer, uw God geboden heeft…” [Deuteronomium 20: 10-17].
Over de verovering van de stad Jericho en het lot dat de autochtone volkeren die daarin leefden, ten deel viel, kunnen we het volgende lezen: "Het volk dan juichte, als zij, met de bazuinen bliezen: en het geschiedde, als het volk het geluid der bazuin hoorde, zoo juichte het volk met een groot gejuich: en de muur viel onder zich, en het volk klom in de stad, een ieder tegenover zich en zij namen de stad in. 21/En zij verbanden alles, wat in de stad was, van den man tot den vrouw toe, van het kind tot den ouden, en tot de os en het kleinvee, en den ezel, door de scherpte des zwaards." [Yozua 6/20-21]
In de steden Muqeideh and Labneh, deden ze hetzelfde als in Jericho. [Yozua 10/28].
Een opzienbarende passage in het evangelie van Matheus met hierin een uitspraak van Jezus () luidt als volgt: “Denk niet dat ik kom om vrede op aarde te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te zenden, maar het zwaard." [Matt. 10:35-37; en vergelijk Lukas 22:36]
Wat is dit zwaard? Bij wie berust de autoriteit om het te heffen? Dit is niet duidelijk en wordt zwaar bediscussieerd. Misschien wordt het wel geheven tijdens de wederkering van Jezus as. Tot de tijd van Constantijn waren de vroege Christenen een vervolgde minderheid en ogenschijnlijk gehecht aan geweldloosheid, wachtend op de terugkeer van Jezus as. Maar vanaf het moment dat het Christendom van de drie-eenheid de officiële staatsreligie was geworden, was het zwaard ‘in handen gevallen’ van de Staat en Christelijke leiders hebben veelvuldig en door de eeuwen heen vele oorlogen en veroveringen (uit)gevoerd in de naam van religie. Het Christelijke principe van het gehoorzamen om te onderwerpen aan de gevestigde autoriteiten is gebaseerd op de vermeende uitspraak van Jezus () om “over te geven aan Caesar.” Dit werd vervolgens rijkelijk uitgebreid door de Christelijke theologen om hiermee het recht van de Goddelijke heerschappij te rationaliseren en te legitimeren, waardoor vervolgens, zelfs nationale en seculiere wetten, op basis van de Pauliaanse doctrine, konden bestaan, zoals vastgelegd in diens bepaling: “Iedereen moet zichzelf onderwerpen aan de heersende autoriteiten, want er is geen autoriteit behalve met datgene dat God tot stand heeft gebracht. En de bestaande autoriteiten zijn tot stand gebracht door God.” [(NIV) Romeinen 13:1]
De uitspraken en feiten hierboven zullen vergeleken worden met de leiding uit Allah’s Boek, de Qur’an, en de Sunnah van de Profeet saws (zijn manier van leven),om meer bewijzen te verschaffen dat de Islam wel degelijk de religie van vrede is, ondanks het feit dat er moslims zijn die ongehoorzaam zijn en in woord en daad het imago van de Islam hebben verstoord en eveneens ondanks de vergiftigende propaganda, laster en onzinnige misinformatie die door de vijanden van de islam worden gefabriceerd in hun ‘kruistocht’ tegen de Islam en de moslims.
We zullen op geen enkele wijze ontkennen dat er door sommige moslims af en toe door de eeuwen heen onrechtvaardigheden zijn bedreven, maar het gaat om het grote geheel van de geschiedenis en de teksten, (zoals boven aangegeven), daarin ligt het bewijs van het tegendeel. En voortbordurend hierop, is het belangrijk om nog een aantal andere voorbeelden te noemen, omdat men op deze wijze een algemeen patroon kan herkennen. De Christelijke veroveraars van Jeruzalem slachtten alle Joodse en Islamitische inwoners af, terwijl toen de stad heroverd werd door de moslims, met Salahudeen al-Ayubi als leider, dit te boek kwam te staan als een voorbeeld van grootmoedigheid en genereus gedrag. En er is ook nog het contrast tussen el Andalus (het Spanje van de moslims) en Anatolia (Klein-Azië). De Christenen verbanden de Moslims en de Joden uit Spanje of doodden ze met het zwaard of dwongen ze tot bekering, gedurende de beruchte “Inquisitie,” wat het paradigma is van de behandeling van Moslims onder Christelijke heerschappij. Gedurende dezelfde tijd, toen de Moslims het meeste van de gebieden van wat nu Turkije is, overwonnen, waren deze vele malen meer tolerant. En tot op heden is de zetel van de Oosterse Orthodoxe Kerk gevestigd in Istanbul (het overwonnen Constantinopel). De bekende oriëntalist Sir Thomas Arnold wijst de boosaardige propaganda over de Islam af, met de volgende woorden “…Van geen enkel georganiseerd initiatief om de acceptatie van de Islam op te dringen aan de niet-Moslim populatie, horen we iets, noch van enige systematische vervolging om de Christelijke religie te vernietigen. Als de Kaliefen een van deze twee wijzen gekozen hadden dan zouden ze wellicht het Christendom net zo makkelijk verwijderd kunnen hebben, als Ferdinand en Isabella de Islam uit Spanje ‘verwijderden’, of Lodewijk XIV het Protestantisme strafbaar maakte in Frankrijk, Of zoals de Joden uit Engeland werden geweerd gedurende 350 jaar. De Oosterse Kerken in Azië waren in die tijd volledig afgesloten van communicatie met de rest van het Christendom, als gevolg waarvan niemand ook maar een vinger had kunnen uitsteken om hen te helpen, als er gekozen zou zijn door de Moslims voor de methode van verwijdering of vernietiging. Dus het simpele bestaan van deze Kerken tot op de dag van vandaag is het sterke bewijs van de in het algemeen geldende tolerante houding van Muhammadaanse [sic] overheden jegens hen” [Sir Thomas W. Arnold: The Preaching of Islam, a history of the propagation of the Muslim faith, Westminster A. Constable & Co., London, 1896, p. 80]
De onfortuinlijke realiteit van de geschiedenis is dat helaas de Europese variant, anders dan de Islamitische variant, de wereld is gaan domineren en dat, de reacties voortvloeiend uit de onophoudelijke religieuze oorlogen onder de Christelijke sekten, de voedingsbodem hebben gelegd voor de opkomst van het modern Europese secularisme, het humanisme, het nationalisme, atheïsme, en goddeloosheid, en we zien dat deze ontwikkelingen de basis vormen van de belangrijke politieke en socio-economische plagen die de mensheid kapot maken tot nu aan toe.

De Misconceptie dat wereldlijke beloning het doel was van de Islamitische veroveringen
Een derde en hieraan gerelateerde beschuldiging is dat de snelle Islamitische veroveringen, die in de toen bekende wereld begonnen en waardoor het Islamitische geloof zich kon verspreiden zowel naar het Oosten als naar het Westen, primair alleen begonnen waren voor de oorlogsbuit, wereldlijk plezier, roem en glorie.
Laat ons eens wat feiten presenteren over de biografie van de Profeet () en over Islamitische principes uit de geschiedenis. De Profeet Mohammed () werd aan het begin van zijn missie als de Profeet en Boodschapper van Allah door zijn volk op elke mogelijke wijze en met alle mogelijke middelen benaderd om hem te laten stoppen met het oproepen tot de Islam naast hun overige pogingen zoals openlijke vervolging en onderdrukking om zijn missie te doen laten falen, zoals eerder genoemd. De Profeet () werd gevraagd door de leiders van de Quraish: “Als je bezit en heerschappij over het Arabisch Schiereiland wil, dan zullen we het je geven, Als je het huwelijk wenst, dan geven we jou de mooiste maagd van het hele Arabisch Schiereiland”. De Profeet () werd een overdaad aan bezittingen aangeboden, waar men in het Arabisch Schiereiland alleen maar van kon dromen, maar ook dat aanbod wees hij af. De leiders van de Quraish deden hun aanbod onder de voorwaarde dat hij zou stoppen met het oproepen tot de Islam en zou stoppen met het ontmaskeren van hun domme heidense praktijken van afgoderij en bijgeloof. Het simpele, directe en eerlijke antwoord van de Profeet () op al hun aanlokkelijke en lucratieve deals was een volledige en finale afwijzing. Een beroemde hadith van de woorden van de Profeet () luidt als volgt:
“Bij Allah! Als ze in staat zouden zijn geweest om de zon in mijn rechterhand en de maan in mijn linkerhand te plaatsen om me zo over te kunnen halen om af te zien van het verkondigen van deze missie, dan zou ik dat niet doen. Ik zal me nooit overgeven aan het accepteren van hun verzoeken (maar zal mijn missie voortzetten) tot óf deze Uitnodiging (naar de religie van Islam) gaat overheersen en wijd en zijd verspreid zal zijn in het Arabisch Schiereiland, óf mijn hoofd van mijn lichaam zal worden gescheiden ” [Ibn Hisham, The Biography of Muhammad () vol.1, p.170]
Een ander feit, waardig om hier te beschrijven is dat van de brieven die door de Profeet () gezonden werden aan belangrijke koningen, gouverneurs en heersers van de aangrenzende landen. Deze waren zeer duidelijk opgesteld en gaven aan dat men hun positie van leiderschap mocht behouden alsook hun gronden en eigendommen, als ze de Islam accepteerden en vrede en rechtvaardigheid voorstonden. Bijvoorbeeld de volgende beroemde brief aan Heracles, Keizer van het Romeinse en Byzantijnse rijk, die als volgt luidt.
“In de naam van Allah, de Barmhartige, de Erbarmer, van Mohammed, die de dienaar is van Allah en Zijn profeet aan Heracles (De heerser in die tijd). Vrede zij met degene die het juiste pad volgt. Hierna wil ik u uitnodigen tot de islam. Daarom, als u de oprechtheid nastreeft, accepteer Islam. Als u de Islam accepteert, dan zal Allah u dubbel belonen en als u weigert zal de verantwoordelijkheid hiervoor van de hele natie op u komen te rusten.
Allah de Almachtige zegt:
(Zeg: O Mensen van het Boek! Kom tot overeenstemming tussen ons en jullie, dat we niemand zullen aanbidden behalve Allah; dat we geen partners naast Hem zullen hebben; dat we geen heren en meesters vanuit onszelf anders dan Allah zullen hebben. Als ze zich dan afkeren, zeg: Getuig dat we Moslims zijn (die zich onderwerpen aan Allah's Wil).) (3:64)” (Bukhari & Muslim)
De metgezel Anas () heeft overgeleverd dat:
“Allah's Boodschapper () heeft nimmer geweigerd om een beloning te geven aan een persoon die de Islam had geaccepteerd, en dat aan hem vroeg. Op een keer, kwam er een man en die vroeg om iets, als hij moslim zou worden. De Profeet () bood hem (van de islamitische staatskas) een kudde schapen aan die aan het grazen was tussen twee bergen (in Medina). En zo geschiedde, de man ontving de beloning, ging terug naar zijn volk en zei tegen hen: O Mijn volk! Accepteer de Islam, want Mohammed () geeft zulke beloningen dat de ontvanger nooit meer angst hoeft te hebben om arm te worden. [Al de mensen, die verwant waren aan de man, accepteerden de Islam en kwamen bij de Moslims ]. Anas () gaat verder met zijn overlevering en zegt: ‘Een man kan de Islam omarmen vanwege enkel materiële redenen, maar zodra hij de zoetheid van Islam zal voelen, zal het geloof hem en zijn hart dierbaarder worden, meer nog dan de gehele wereld en al zijn bezittingen.’” (Bukhari & Muslim)
Laat ons ook eens kijken naar de hoeveelheid geld en goederen die de profeet () na zijn dood achterliet als erfenis. Amr bin al-Harith () levert over:
“De Profeet () liet na zijn dood, geen dirham of dinar, slaaf, dienstbode of enig ander iets achter, behalve zijn witte muilezel, zijn wapen en een stuk land dat hij vermaakte aan de moslims als liefdadigheid.” (Muslim)
Het was zelfs zo dat tegen de dood van de Profeet, zijn persoonlijke wapens verpand waren bij een Jood tegen de waarde ervan aan gerst om als voedsel te kunnen dienen voor zijn familie. Hoe kan een zichzelf respecterend mens dan een man als de Profeet Muhammad () beschuldigen van het achterna jagen van materialistisch gewin en bezittingen, status en glorie? Keizers, nationalistische leiders, hun generaals en krijgers willen glorie, land en buit, maar de bovengenoemde feiten bewijzen nu juist dat het doel van de boodschapper van Allah () was om de religie van de Islam op een vreedzame wijze onder de mensheid te verspreiden, voor hun bestwil en hen met rust te laten bij het vergaren van hun welvaart en het door hen vervullen van hun materialistische pleziertjes, zoals zij zelf wilden en zolang het binnen de grenzen van de Islam bleef.
De metgezellen van de Profeet () en de volgelingen in de waarheid, laten door hun gedrag hun rechtschapenheid, hun oprechtheid en ascetisme zien, dat ook zij niet uit waren op wereldlijke bezittingen en de voorbijgaande geneugten van het leven.
Gedurende de slag bij Uhud, gaf de Profeet () aan: “Sta op om het Paradijs te krijgen, dat zo ruim is als alle hemelen en de aarde bij elkaar!” Een man genaamd Omair bin al-Hemam () hoorde de uitspraak van de Profeet (). En hierop vroeg de man het volgende aan Allah's Boodschapper (): “O Profeet van Allah! Zei je dat de beloning het Paradijs is, dat zo ruim is als de hemelen en de aarde bij elkaar! De Profeet () antwoordde instemmend. De metgezel zei: Gezegend zij dat! Gezegend zij dat! De Profeet saws, vroeg de man: “Wat bezielde jou om te zeggen wat je zei?” De man antwoordde: ‘O Profeet van Allah! Het enige dat ik wil bereiken is om een van de bewoners van het Paradijs te zijn!’ De Profeet saws, zei “Je zult zeker een van de bewoners van het Paradijs zijn.” Toen de man dit hoorde van de Profeet (),was hij een paar dadels aan het pakken uit zijn tas om ze te eten voor het gevecht begon. Maar de man gooide ze vervolgens weg met de woorden, Bij Allah! Als ik zou leven totdat ik deze dadels had gegeten zou het een heel lang leven zijn! En hij haastte zich om vervolgens uit alle macht de vijanden van Islam te bevechten tot hij gedood werd.” (Muslim)
Een man genaamd Shaddad bin al-Hadi () levert over dat er een Bedoeïen bij de Boodschapper van Allah () kwam en zijn interesse in de Islam aangaf. De Bedoeïen accepteerde al snel de Islam. Vervolgens gaf hij aan met de Profeet () mee te willen emigreren naar Medina. En dus vroeg de Boodschapper van Allah () de moslims om de Bedoeïen onder hun hoede te nemen, [wat zij deden]. De moslims vochten een slag tegen de heidenen met als resultaat wat buit . Allah's Boodschapper () distribueerde de buit onder de metgezellen. De Bedoeïen werd zijn deel gegeven van de buit, vanwege zijn deelname aan het gevecht. De Bedoeïen vroeg, 'Waar is dit voor?' Allah's Boodschapper () zei, 'Dit is een aandeel in de buit voor jouw deelname aan het gevecht..'
De Bedoeïen zei, 'Ik heb je mijn eed van trouw niet gegeven voor wereldlijke rijkdom. Waarlijk ik ben je gevolgd en heb de Islam omarmd omdat ik hoopte dat op deze wijze een pijl van de vijand mijn keel zou bereiken opdat ik dood zou gaan en dan beloond zou worden met het Paradijs.' Allah's Boodschapper () antwoordde op de uitspraak van de Bedoeïen, 'Als je oprecht bent bij Allah, dan zal Allah zeker je verlangen vervullen.' Wat later, na een gevochten slag, werd de Bedoeïen dood gevonden met een pijl in zijn keel. Hij werd gedragen en voor de Profeet () gebracht. Allah's Boodschapper () informeerde, 'Is dit niet dezelfde Bedoeïen?' De mensen antwoordden bevestigend. De Boodschapper van Allah () zei, 'Waarlijk deze man was oprecht bij Allah. En daarom is Allah de Meest Verhevene oprecht met hem.'
Allah's Boodschapper () gaf zijn mantel om gebruikt te worden als een lijkwade voor de martelaar Bedoeïen. De begrafenis begon en zij deden een begrafenisgebed voor zijn ziel, met het gebruik van de volgende smeekbede voor de ziel van de martelaar: “O Allah! Dit is uw slaaf en dienaar, die voor uw Zaak is gemigreerd. Hij stierf als een martelaar. Ik ben hierin getuige.” (Nisaa'e)
Deze gebeurtenis is een getuigenis voor deze man (en zijn gelijken) die weigerde zijn rechtmatig aandeel in de oorlogsbuit te accepteren, om zo de complete oprechtheid te zoeken in zijn streven om alleen maar een beloning van Allah te krijgen.
Omar bin Al-Khattab () De beroemde rechtgeleide Kalief en metgezel van de Profeet () wiens veroveringen tot in uitgestrekte gebieden van de bekende wereld reikten, inclusief de Romeinse en Perzische rijken, hoorde zijn maag rommelen als gevolg van een gebrek aan toereikende voeding. Toen hij het rommelen van zijn eigen buik hoorde riep Omar () uit, o mijn lieve buik, Rommel of wees stil! Bij Allah! Jij zal niet eerder goed gevuld worden dan nadat alle moslims genoeg te eten hebben (en het plezier hebben van toereikende voeding)” (Baihaqi in al-Sunan, 9/42]
De buit en andere opbrengsten van oorlogsvoering die de vroege moslims verdienden als gevolg van hun overwinningen, was voldoende om hen een goed en waardig leven te kunnen laten leven, maar de werkelijke reden van de veroveringen was om andere volken op te roepen naar het Woord van Allah en de religie van de Islam, bewezen door het feit dat de overwonnen volken de vrijheid van keuze werd gegeven om de Islam te accepteren als een religie en manier van leven, en als zij dat deden, dan kregen zij de zelfde rechten als alle andere moslims. Deze op gelijkheid gebaseerde en universele benadering was onbekend in de wereld op dat moment, die toen gegrondvest was op raciale en nationalistische rijken waar sommigen adellijken met privileges waren en de rest op zijn best tweede klas burgers waren en meer waarschijnlijk bedienden, slaven, en feodale lijfeigenen. Als de overwonnen volken de Islam afwezen, en hun eigen religie aanhielden, maar de moslims geen oorlog verklaarden, dan werden ze verplicht de Jizyah (“Hoofdelijke belasting”) te betalen als een vorm van een symbolische betaling in ruil voor de bescherming van hun leven, bezittingen en rijkdommen gegarandeerd en veiliggesteld door de Islamitische Staat. In aanvulling hierop, kregen de belastingplichtigen toegang tot alle publieke faciliteiten, aangeboden en onderhouden door de Islamitische Staat en ze hoefden geen extra belasting te betalen in tegenstelling tot de Moslims die de Zakat moesten afdragen (2,5% verplichte liefdadigheid over de vergaarde rijkdom, die een jaar lang in het bezit was geweest, dan wel over de oogst etc.). Zakat is vaak veel meer dan wat de hoofdelijke belasting jaarlijks is. Als de niet-Moslims in een veroverd land beide opties weigerden en zelf verkozen om vijandig te blijven, dan pas werd hen de oorlog verklaard om de boodschap van de Islam aan alle mensen, die in dat land leefden, te kunnen verkondigen. De wezenlijke reden om andere niet-Moslms de oorlog te verklaren is het feit dat, sommige inwoners van zulke niet-Islamitische landen, de Islam zouden willen omarmen, als zij van de principes en missie hadden kunnen kennisnemen. Vanwege dit wezenlijke en nobele doel, en Allah weet het het beste, draagt de Islam op aan de Moslims om oorlog te voeren om de Boodschap van Allah over te kunnen brengen aan de niet-Moslims.
Een van de grootste generaals van de Islam, namelijk Khalid bin al-Waleed (); de meest beroemde en succesvolle generaal van de vroege Moslims, overleed, slechts in het bezit van een paard, een zwaard en een bediende. Waar kan men ook maar iets van een materialistisch leven in de erfenis van zo’n grote Moslim generaal en krijger vinden ?
De boeken van de Islamitische geschiedenis zijn doorspekt met vele verhalen over mannen van dit kaliber die bevestigen dat de wereldlijke geneugten niet het doel waren van de vroege moslims, maar daarentegen hoopten zij alleen op de beloning van Allah de Meest Genereuze en Overvloedige en zij waren oprecht in het oproepen tot de Islam, de Goddelijke religie met de Leiding van Allah. Zoals werd geopenbaard en beloofd door de Profeet () toen hij zei:
“Als een enkele ziel, mannelijk of vrouwelijk, wordt geleid door jullie naar de Islam, dan is dat beter voor jullie dan de uitverkoren rode kamelen (van de wereld, i.e. de meest geprezen bezitting van de Arabieren).” (Muslim & anderen)
Er zijn vele betrouwbare verslagen over de vroege Moslims die vrijwillig hun volledige rijkdom en al het door hun gespaarde opgaven als liefdadigheid toen zij Moslim werden. De vroege leden van de stam van de Quraish zijn vermeldenswaard hierin. Anderen werd hun rijkdom afgenomen vanwege het feit dat hun families hen boycotten omdat ze boos waren omdat zij zich bekeerden tot de islam en de families dit niet wilden. Van anderen werd alle bezittingen in beslag genomen toen zij emigreerden naar Medina. Anderen waren zeer betrokken bij de activiteiten om de Islam te bevorderen en gaven al hun tijd en rijkdom voor deze activiteiten. Om een voorbeeld te citeren, in de belangrijkste en beslissende slag bij Nahawand, deed een metgezel van de Profeet () genaamd an-Nu'man bin Muqrin al Mozani () de volgende duah (smeekbede), “O Allah! Eer en Verheerlijk Uw Goddelijke religie, en laat degenen overwinnen die in U geloven. 'O Allah! Laat mij deze eerste zijn die martelaar wordt in deze slag. O Allah! Verleen mijn ogen het waarlijk plezier om de beste slag te zien die eer en waardigheid geeft aan de Islam. O mensen! Heb geloof in Allah, Hij zal jullie zeker overvloedig van zijn Erbarmen geven”. Ziet u hier enig materialistische hebzucht en het verlangen naar persoonlijke glorie in deze smeekbede? Het voornaamste doel is zeker om het Plezier van Allah te zoeken en de oprechte wens om anderen tot de Islam op te roepen voor hun eigen bestwil.
De heerser van Egypte, Muqawqis, zond zijn boodschappers naar de Moslim Generaal, Amr bin al-Aas () die Egypte veroverd had. De Moslim Generaal belegerde het fort Babylon. De Egyptische heerser vroeg zijn spionnen om te rapporteren wat zij gezien hadden. Ze waren unaniem over wat zij gezien hadden. Zij zeiden, “Wij hebben gezien dat zij de dood prefereren boven het leven. Zij verkiezen om nederig en bescheiden te zijn, liever dan arrogant en trots. We hebben waargenomen dat zij geen interesse hebben in wereldlijke bezittingen en pleziertjes. Ze zitten op de vloer, en hun leider zit zoals zij. Niemand kon onderscheid maken tussen de leider en de geleide, de meester en de slaaf . Zij zijn bijna gelijk, ongeacht hun rangen.”
Deze en vele voorbeelden meer, laten zien dat het vergaren van de oorlogsbuit en het ‘opblazen’ van het ego niet de doelstellingen waren van de vroege moslims, maar gedrevenheid met betrekking tot de missie van de Islam om de mensheid te geleiden, dreef hen van hun thuisland naar de hen omringende gebieden, de universele boodschap van de Islam met zich meenemend.

Gerechtvaardigde oorlog theorie en praktijk in de Islam
 Islam, is zoals we eerder uitgelegd hebben, een goddelijke religie van onderwerping aan Allah en Zijn geopenbaarde Leiding voor de mensheid, die vrede zoekt en erbarmen aanleert. En alhoewel Islam duidelijk oproept tot vreedzame betrekkingen met volken van alle landen, zal het soms benodigd zijn om oorlog te moeten voeren als een finale remedie. Allah heeft duidelijk de toepassing van de gelegenheden om met oorlog bezig te zijn, beperkt tot vijf situaties.
Het wordt overigens geen oorlog maar “Jihad” genoemd in de Islamitische terminologie, hetgeen betekent dat iemand zijn uiterste best moet doen ten dienste van Allah. Het elementaire verschil tussen oorlog en Jihad is dat de doelstelling van djihad is om de Moslims te beschermen en hen het recht te geven de boodschap van Islam te verspreiden en de universele boodschap uit te dragen van het Goddelijke Woord van Allah, de Meest Verhevene en Almachtige, En waar het oorlog betreft, dan mag dat gevoerd worden als bescherming tegen agressie, en is dat een legitieme reden, maar dan wel binnen afgebakende voorwaarden , maar als men kijkt vanuit het brede historische perspectief, ziet men dat oorlog meestal wordt gevoerd uit agressie en vanwege onrechtmatige persoonlijke en nationale vendetta; vanwege imperialistische, koloniale, ‘bedrijfsmatige’ uitbreiding en hegemonie, voor controle, exploitatie, plundering en diefstal van natuurlijke en menselijke bronnen of voor roem, glorie en arrogantie. Islam keurt alle van de hierboven genoemde redenen om oorlog te voeren af en beschouwt ze alle als onrechtmatig en onwettig en retributie waardig. Er zijn slechts vijf gelegitimeerde redenen voor de djihad en deze luiden:
1. Verdediging tegen aanvallen jegens het leven, bezittingen, welvaart en eer van de Moslim natie en grenzen. Dit is gebaseerd op het vers zoals geopenbaard in de Glorieuze Qur’an:
(En strijd op de Weg van Allah tegen degenen, die tegen jullie strijden en overtreed (de grenzen) niet . Voorwaar Allah houdt niet van de overtreders.) (2:190)
Het is ook gebaseerd op de hadith van de Boodschapper van Allah () die zei:
“Diegene die gedood wordt terwijl hij probeert zijn bezittingen te beschermen, is een martelaar: diegene die wordt gedood terwijl hij probeerde zijn religie te beschermen is een martelaar; en diegene die wordt gedood terwijl hij zijn familie probeert te beschermen, is een martelaar.” (Tirmidhi, Abu Da`ood, Nisaa’i & Ibn Majah)
2. Verdediging tegen onderdrukking of tegen diegenen die assisteren in de onderdrukking van de zwakken en de hulpelozen. Jihad van dit type heeft een duidelijke verplichte humanitaire doelstelling. Allah, Meest Majestueuze, geeft aan in Zijn Glorieuze Qur’an:
(En wat is er toch met jullie dat jullie niet op de Weg van Allah strijden, omwille van de zwakkeren onder de mannen (en omwille van) de vrouwen en kinderen die (Allah aanroepen en) zeggen: “Onze Heer, haal ons weg uit deze stad waarvan de inwoners onrechtvaardig zijn, en stel voor ons een beschermer aan van Uw Zijde en stel voor ons een helper van Uw Zijde aan!) (4:75)
Dit bevel om agressie en vervolging te weerstaan is ook gebaseerd op het vers, geopenbaard in de Glorieuze Qur’an: (Voorwaar, degenen die geloofden, emigreerden en die met hun bezittingen en levens op de Weg van Allah streden en degenen die hun een schuilplaats gaven en hulp boden, zij zijn degenen die elkaars helpers zijn . En (wat betreft) degene die geloven en die niet geëmigreerd zijn, op jou (o Mohamed) rust geen enkele plicht om hun hulp te bieden, totdat zij emigreren. Maar als zij jullie om hulp vragen in de godsdienst, dan rust op jullie de plicht om hen te helpen, behalve tegen een volk met wie jullie een wederzijds verbond hebben. En Allah is Alziend over wat jullie doen.) (8:72)
3. Als vergelding op het verbreken van en geweld aandoen van verdragen, overeenkomsten etc. Dit is gebaseerd op het vers geopenbaard in de Glorieuze Qur’an dat aangeeft:
(Maar als zij hun eden verbreken na (het zijn aangegaan van) hun verbond, en (zij) jullie godsdienst lasteren, bestrijd dan de leiders van het ongeloof. Waarlijk hun eden betekenen niets voor hen. (Bestrijd hen) opdat zij zullen ophouden. Zouden jullie een volk dat haar eden heeft verbroken en van plan was om de Boodschapper te verdrijven, en jullie als eerste aanviel, niet bestrijden ? Vrezen jullie hen ? Allah heeft er meer recht op dat jullie Hem vrezen, als jullie gelovigen zijn!) (9:12-13)
4. Disciplinaire acties tegen die Moslims die agressief zijn en vijandigheden starten zonder wettige reden, en voortdurend door blijven gaan met obstinaat op het pad van de agressie te blijven zoals Allah de Almachtige zegt:
(En als twee groepen onder de gelovigen elkaar bevechten, laat hen dan onderling tot een verzoening komen. Maar als een van hen een overtreding begaat ten opzichte van de ander, bevecht dan degene die de overtreding heeft begaan totdat het (d.w.z. de overtredende groep) terugkeert naar (d.w.z. zich neerlegt bij ) het Bevel van Allah. Als het dan terugkeert (naar het Bevel van Allah), breng dan met rechtvaardigheid een verzoening tussen hen teweeg en wees rechtvaardig (hierin). Waarlijk Allah houdt van de rechtvaardigen.) (49:9)
Dit type jihad bewijst dat het doel van jihad altijd voor de wet en rechtvaardigheid is, omdat het zelfs tegen Moslim criminelen gebruikt kan worden.
5.    Voor het verspreiden van de religie als alle vreedzame maatregelen onmogelijk bleken te zijn. Dit type mag alleen in allerlaatste instantie plaatsvinden, als het de Moslim heerser duidelijk wordt dat alle vreedzame pogingen tot contact onmogelijk zijn. De eerste stap hierin behelst een uitnodiging om de vreedzame prediking van de Islam te laten plaatsvinden, gevolgd door het uitoefenen van de leefwijze (sunnah) van de Profeet () toen hij zoals boven beschreven, brieven had gestuurd, naar de leiders van de hem omringende landen, waarin hij ze uitnodigde om de Islam te accepteren. Als de heerser deze uitnodiging weigerde, dan werden hem en zijn volk vervolgens de mogelijkheid geboden om dhimmees, te worden, wat betekent dat zij het volk van de beschermde niet-Moslim maatschappij zouden worden, met hun eigen wetten, maar wel verplicht binnen de grenzen van de algemene Islamitische regels om de wet, orde en veiligheid te handhaven, en om de Jizya belasting te betalen, vanwege het niet in militaire dienst hoeven. Slechts als de niet-Moslims ook deze voorwaarden weigerden, dan was er grond voor het starten van een open oorlog vanwege het feit dat men tegen het vreedzaam prediken van de Islam was. De Moslims zijn verplicht om de Jihad uit te roepen jegens degene die niet alleen Allah en Zijn universele Boodschap voor de hele mensheid afwijzen, en dat Allah de Enige is die het Waard is om aanbeden te worden en dat de Profeet Mohammed () Zijn Boodschapper is, maar dat zij ook het verspreiden van deze universele boodschap en het promoten ervan door middel van vreedzame middelen, stoppen of belemmeren. Islam is het universele geloof en de religie van Allah, de Schepper en de Heer – De Voorziener van de mensheid, en is daarom niet alleen voor een bepaald volk, maar voor alle mensen en iedereen zou in staat moeten worden gesteld om te leren over Islam en de kans krijgen om zich vrijwillig aan Allah over te geven: het accepteren van de Islam en de bekering is niet het doel dat de Moslims zoeken, want de Leiding is in Handen van Allah alleen, Meest Wijs en Subliem. Alle volken moeten de kans krijgen om te horen over de goedheid, rechtvaardigheid, broederschap, liefde, gelijkwaardigheid en vrede en alles dat Islam leert. De Welwillende en Almachtige Heer van de mensheid geeft aan in Zijn Glorieuze Qur’an:
(En bestrijd hen totdat er geen Fitnah meer is en de gehele godsdienst aan Allah toebehoort. Maar als zij ophouden, voorwaar, Allah is alziend over wat zij doen.) (8:39)
Als op enig moment de vijanden van de Islam en de Moslims stoppen met hun vijandigheden en agressie en vragen om, of accepteren van, de rechtvaardige voorwaarden van vrede, dan zijn de Moslims verplicht om de staat van beleg te stoppen, onderhandelingen te starten en het wordt onwettig voor hen om verder te gaan met wat voor soort oorlogsvoering dan ook, Allah de Wijze en Alwetende heeft gezegd:
(Behalve degenen die verbonden zijn aan een volk met wie jullie een wederzijds verdrag hebben, of degenen die naar jullie toekomen en die het verafschuwen om jullie te bestrijden of hun eigen volk te bestrijden. En als Allah het had gewild (dan) had Hij hen zeker macht over jullie gegeven en dan zouden zij jullie hebben bestreden. Dus als zij jullie mijden, niet bestrijden, en jullie vrede aanbieden, dan geeft Allah jullie geen reden( om ten strijde te trekken) tegen hen.) (4:90)
De oorzaken van gelegitimeerde oorlogsvoering zijn zoals boven duidelijk uitgelegd en in deze context de volgende: Allah, de Grootste zegt: (Zij vragen jou over het strijden in de heilige maanden. Zeg;”Het strijden daarin is een grote (zonde) . Maar een grotere (zonde) bij Allah is om de mensen van de Weg van Allah af te houden, om niet in hem te geloven, (om de toegang te versperren tot) al –Masdjid ul Haraam (de gewijde moskee in Mekka) en de inwoners ervan te verdrijven. En de fitnah is erger dan het doden.”.) (2:217)
Allah, de Grootste zegt: (En bestrijd hen totdat er geen fitnah meer is en de Godsdienst aan Allah toebehoort . Maar als zij ophouden, dan is er geen vijandschap behalve tegen de onrechtplegers.) (2:193)
Allah, de Verhevene, zegt: (Degenen die geloven strijden op de Weg van Allah en degenen die niet geloven strijden op de weg van de Taaghoet”. Dus bestrijd de helpers van de satan. Voorwaar de list van de satan is zwak.) (4:76)
Alle andere vormen (dan de hierboven genoemde), van oorlogsvoering, resulterend in destructie, agressie en oorlogen gevoerd om op arrogante wijze kracht en veronderstelde superioriteit te laten zien, zoals van diegenen die het bestaan van de pre-emptive strike rationaliseren, zijn eveneens verboden in Islam. Zoals Allah, de Verhevene, zegt:
(En wees niet zoals degenen die hoogmoedig uit hun huizen zijn vertrokken om door de mensen gezien te worden en die (anderen) van de Weg van Allah afhouden. En Allah omvat (met Zijn Kennis) wat zij doen.) (8:47)
Alhoewel Islam het toestaat om te vechten voor de noodzakelijke redenen zoals boven vermeld, worden er zeer strikte regels en reguleringen neergelegd hoe de oorlogsvoering dan wel dient plaats te vinden voor zowel de leiders als ook de soldaten, de “mujahideen,” en draagt de Islam ieder op om de nobele Islamitische manieren en gedrag in acht te nemen, zelfs in de meest moeilijke tijden. De Moslim strijders is het toegestaan om te richten en te doden maar alleen diegenen die tegen hen vechten of die andere strijders helpen op het slagveld. Waar het de oudere mensen, minderjarigen, vrouwen, zieken, gewonden aangaat, of diegenen die zich isoleren en terugtrekken in aanbidding, en geloof in geweldloosheid hebben, al deze categorieën van mensen die niet-strijders zijn, daarvan is het verboden om ze tot mikpunt te maken, of te doden, te molesteren of zelfs maar lastig te vallen op wat voor manier dan ook, door de Moslimstrijders. Het is ook verboden om een vijandige soldaat te doden, die gevochten heeft tegen de Moslims, maar nu gewond is geraakt. Islam verbiedt ook de verminking van de lichamen en kadavers van alle gedode vijanden. Daarboven, verbiedt Islam het doden van de dieren van de vijanden, en de vernietiging van hun oogsten, huizen en infrastructuur, behalve in speciale omstandigheden noodzakelijk voor de op dat moment gaande zijnde slag. Hierboven op komt nog eens dat Islam opzettelijke verontreiniging van de waterbronnen van de vijanden en hun waterputten verbiedt. Islam beschouwt al de hiervoor genoemde onderdelen als handelingen die leiden tot de ontwrichting van de maatschappij en onnodig last veroorzaken voor de gewone mensen.
Jihad in Islam is een middel om de vreedzame verspreiding van het Woord van Allah en de Boodschap van Islam toe te staan. Zoals Allah aangeeft in Zijn Glorieuze Qur’an, de intentie van dit leven voor een Moslim is om naar het leven in het hiernamaals te streven door middel van goede daden:
(En streef met datgene wat Allah jou heeft gegeven naar het huis van het Hiernamaals en vergeet jouw aandeel niet in deze wereld. En doe goed, zoals ook Allah goed voor jou is geweest. En streef er niet naar om verderf op aarde te zaaien, waarlijk Allah houdt niet van de verderfzaaiers.) (28:77)
Een van de vele lessen en adviezen van de Boodschapper van Allah saws, aan de mujahideen, is de volgende: De Boodschapper van Allah () gaf aan dat er slecht één legitieme intentie is voor jihad, toen hij zei: “Hij die streeft en vecht voor het Woord van Allah, het Meest Hoog, dat is degene die streeft en vecht voor de zaak van Allah.” (Bukhari & Muslim)
Toen een vrouw was gevonden die gedood was in een van de gevechten, zei de Boodschapper van Allah dat, deze niet aan het vechten was geweest, en verbood het doden van vrouwen en kinderen. (Muslim)
Hij gaf ook de volgende instructies: “Begin jullie gevecht met de Naam van Allah tegen degenen die de staat van ongeloof in Allah verklaren. Vecht tegen hen, maar verbreek je eden en verdragen niet. Vermink geen lichamen van de gedode strijders. Dood geen pasgeboren baby.” (Muslim)
En hij zei: “Ga heen in de naam van Allah. Dood geen oudere, noch een kind, noch een vrouw en overtreedt de grenzen niet.” (Malik & Abu Dawood)
De eminente metgezel Abu Bakr as-Siddeeq () de eerste Moslim Kalief van de Islamitische Staat, gaf het volgende advies aan het Moslim leger dat hij uitstuurde, zeggend: “Wacht voordat jullie weggaan. Ik wil jullie het volgende advies geven: verraad niet en gedraag je niet verraderlijk, steel niet van de oorlogsbuit, vóór het rechtmatige verdelen en distribueren ervan; Verbreek jullie eden en verdragen met jullie vijanden niet ; Vermink de lichamen van de gedode strijders niet; Dood geen kind, vrouw of een oudere man; hak noch verbrand een palmboom (of wat dan ook maar voor boom); hak geen vruchtdragende boom om; slacht geen schaap, koe, of kameel, behalve als voedsel; Als jullie mensen tegenkomen die zich zelf afzonderen om Allah te aanbidden, laat hen met rust. Val ze niet lastig en veroorzaak geen opschudding in hun leven. [Reported by at-Tabari, Vol.3, p.226, en anderen]
Op gelijke wijze, moeten de Moslims de oorlog duidelijk verklaren voorafgaand aan het gevecht. Dit is vanwege het gegeven dat Moslims geen verraders zijn, noch oneerlijke strijders. Islam legt sommige van de beste van de oorlogsethiek en waarden op aan de Moslim strijders. Islam vereist de volledige toewijding aan rechtvaardigheid en geen onderdrukking jegens de vijanden.
Omar bin Abdul-Aziz, moge Allah hem genadig zijn, een van de vroege Umayyadische Moslim Kaliefen, werd benaderd door een delegatie van strijders uit de stad Samarqand die klaagden over de Moslim leider Qutaibah, die hen gevangen had genomen door middel van een verrassingsaanval. De Kalief stuurde een brief naar de gouverneur van het gebied in kwestie om deze zaak te onderzoeken, en mocht de aangestelde rechter tot het oordeel komen dat de moslims de stad moesten verlaten omdat zij zich niet aan de regels hadden gehouden, dan moesten ze zich aan dit oordeel onderwerpen. De gouverneur van Samarqand stelde een rechter aan genaamd Jomai' bin Hader al-Baji die het oordeel velde dat de Moslims de stad moesten verlaten die zij hadden veroverd. De Moslim legerleider moet eerst duidelijk en openlijk aangeven met een verklaring dat er slag geleverd moet worden, voordat men het land mag binnenvallen en de aanval inzetten op het volk van de Samarqand, en hen een kans geven om zich zelf voor te bereiden op het gevecht en om de redenen achter de aanval te weten. Het volk van Samarqand ervoer het correcte en eerlijke oordeel van de Moslims, en zij besloten niet te herstarten met de vijandigheden en accepteerden de voorwaarden van de Islamitische regering. [see "Futuh-al-Buldan" Countries of the Conquests, door Balathuri, p.428]
Ook met betrekking tot de geboeiden en gevangenen, altijd een gevoelig en veel besproken onderwerp tussen de beide partijen, verbiedt Islam strikt de intimidatie, marteling, verminking of het hen uithongeren. Waarlijk, hen voeden is een waardige daad die volgens Allah beloond wordt met: (En zij geven voedsel ondanks hun liefde hiervoor, aan de behoeftige, de wees en de gevangene. (Zeggende) : “Wij voeden jullie slechts omwille van het gezicht van Allah. Wij willen geen beloning en dank van jullie.) (76:8-9)
De Islamitische leider, behoudt zich het volledige recht voor om krijgsgevangen vrij te laten zonder losgeld, voorwaarden te stellen, of hen slechts vrij te laten in ruil voor Moslim krijgsgevangenen. Dit is gebaseerd op het vers geopenbaard in de Glorieuze Qur’an:
(Wanneer jullie degenen die niet geloven (tijdens de strijd) ontmoeten, sla dan op de nekken, totdat jullie hen verslaan. Bindt (hen) dan stevig vast (d.w.z. neem hen gevangen) (En) laat (hen) daarna vrij of biedt (hun) aan om (zich) vrij te kopen , totdat de oorlog zijn lasten werpt (d.w.z. tot de tegenstander zich gewonnen geeft) Zo is het. En als Allah het had gewild, dan had hij hen zeker overwonnen (zonder jullie), maar Hij beproeft sommigen van jullie middels anderen. En diegenen die op de Weg van Allah zijn gedood, Hij zal hun daden niet verloren laten gaan) (47:4)
Waar het de verslagen niet-Moslim inwoners van de veroverde landen aangaat, de volken van het Boek zoals de Christenen en de Joden, deze werden sowieso met respect behandeld en hun integriteit, waardigheid en eer werd gewaarborgd, hun rijkdom en bezittingen werden beschermd tegen agressie en onrechtmatige confiscatie. Zij en hun vrouwen werden nimmer gemolesteerd of ten onrechte vernederd op wat voor manier dan ook. De huizen en verblijven van hun families bleven onaangeroerd. Samengevat: men werd eerlijk en goed behandeld. Hun van origine goddelijke geloof werd met eerbied en waardigheid behandeld, en als zij verkozen om hun geloof aan te houden dan waren zij verantwoordelijk voor het respecteren en gehoorzamen aan de Islamitische regels en religie, en het gehoorzamen aan de openbare regelgeving, veiligheid en gelijkwaardigheid bij de wet. Dit is gebaseerd op vele verzen en hadiths, inclusief wat Allah zegt in : ((Zij zijn) degenen die, als Wij hen op de aarde vestigen, het gebed onderhouden en de zakat afdragen, en het goede bevelen en het slechte verbieden: En aan Allah behoort (de bepaling van) het einde van (alle) zaken.) (22:41)
Een van de beste bewijzen dat blijk geeft van deze leerstelling is het gedrag van Omar bin al-Khattab () de tweede Moslim Kalief van de Islamitische Staat, en de veroveraar van de Romeinse en Perzische rijken, jegens de inwoners van Jeruzalem Aelia toen hij als overwinnaar er binnen kwam. Tabari levert over dat hij hen als volgt schreef:
"In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Erbarmer. Dit is het verbond van veiligheid gegarandeerd door de dienaar van Allah, 'Omar de bevelhebber van de Gelovigen, aan het volk van Aelia. Hij, garandeert hierdoor, de veiligheid van de personen en hun bezittingen, hun kerken en kruisen, het kleine en het grote en alle aanhangers van de Christelijke religie. Het is verboden, om hun kerken te versperren, of te vernietigen of te verkleinen waar het, het gebouw (de kerk) of het domein betreft. Ook mogen hun kruisen niet onbruikbaar worden gemaakt noch hun eigendommen op wat voor wijze dan ook. Men mag niet gedwongen worden om hun geloof te verlaten en geen van hen mag kwaad worden gedaan. Het is de Joden toegestaan om met hen te leven in Aelia. Op het volk van Aelia rust de verplichting op de jizya, te betalen, zoals het ook geldt voor het volk van Mada'in, als ook het uitwijzen van uit hun midden van de Byzantijnen. Wie ook maar van diegenen Aelia zal verlaten, zal zijn veiligheid en de veiligheid van zijn bezittingen gegarandeerd weten totdat hij zijn bestemming bereikt heeft. Diegene die besluit om in Aelia te blijven, zal dezelfde garantie krijgen, en zullen net zoals het volk van Aelia delen in hun rechten en de jizya betalen. Hetzelfde geldt voor het volk van Aelia als ook voor elk ander persoon. Diegenen die met de Byzantijnen weg wil marcheren, mogen gaan en diegenen die terug willen gaan naar hun volk, zullen niet gehouden worden om ook maar iets te betalen totdat zij hebben kunnen oogsten. Allah is Getuige van de inhoud van dit verbond en evenzo zijn Zijn Profeet, zijn opvolgers en de gelovigen. Getuigen hiervan zijn Khalid Ibn Al-Walid, 'Amr Ibn Al-'Aas, Abdur-Rahman Ibn Al-'Awf en Mu'awiyah Ibn Abi Sufyan. Uitgevoerd in het jaar 15 Hijri."
Werkelijk, er is niets vergelijkbaar te vinden in de geschreven geschiedenis van de gehele mensheid. Wij geloven dat dit de beste vorm is van nobelheid, rechtvaardigheid en tolerantie van de zijde van de overwinnar jegens de overwonnenen. De meeste veroveraars ontnemen de verslagen volken al hun rechten, vrijheid en eer, inclusief het recht op een fatsoenlijk leven,en onderwerpen hen (aan werk) als slaven of tweede klas burgers en het dienen van de belangen van de overwinnaar. Omar bin al-Khattab () had heel gemakkelijk hardvochtige condities en voorwaarden jegens de verslagen Christenen en Joden kunnen opstellen op dat moment, maar hij volgde de leiding van de Profeet Mohammed () in zijn genereusheid en grootsheid toen hij Mekka veroverde na het moeten verduren van jaren van verraderlijke oorlogsvoering tijdens de periode in Medina en gedurende de bittere vervolging in de Mekkaanse periode van zijn missie. Deze rechtvaardigheid die gericht was op het nobele doel van het propageren van het Woord van Allah en niet persoonlijk of nationaal voordeel betrof. Deze voorbeelden, onder andere, illustreren de rechtvaardigheid, tolerantie en schoonheid van Islam, de Goddelijk geopenbaarde Religie van Allah voor universele en rechtvaardige vrede. De Wetten van Allah, de Almachtige, moeten van toepassing kunnen zijn op alle volken zonder uitzondering of bevoorrechting.
Niet-Moslims die onder de Islamitische regels leven, zijn verplicht om de Jizyah (de zogenaamde hoofdelijke belasting ) te betalen, wat een minimaal, symbolisch bedrag is, opgelegd aan de niet-Moslim inwoners die bewust ervoor kiezen om hun eigen geloof te blijven handhaven onder de heerschappij van de Islamitische Staat.
Dit kan worden gevonden in het vers van Allah: (Bestrijd degenen die niet in Allah en de laatste dag geloven en diegenen die dat wat Allah en Zijn Boodschapper hebben verboden, niet verbieden en die niet volgens de ware Godsdienst geloven onder degenen aan wie het Boek is gegeven, totdat zij gedwongen al-Djizyah betalen en nederig zijn ) (9:29)
Deze belasting bestaat uit drie typen, berekend naar de munteenheid uit die tijd:
•    De hoofdelijke belasting voor de rijke en welvarende mensen. Deze werd berekend op 48 zilveren dirhams, genomen van elk op jaarbasis.
•    De hoofdelijke belasting van de middenklas burgers, zoals de handlaren, zakenmensen en boeren. En werd gesteld op 24 zilveren dirhams, genomen van elk op jaarbasis.
•    De hoofdelijke belasting van de arbeiders en de ambachtslieden (die voor zich zelf werken) gesteld op 12 zilveren dirhams, genomen van elk op jaarbasis.
De Jizya belasting werd opgelegd aan de niet-Moslims die in de Islamitische Staat leven als een teken van hun onderwerping aan de Islamitische Staat, als een symbolische betaling voor de garantie dat hun eer, integriteit, welvaart en leven zal worden beschermd door de Islamitische overheid tegen vijanden van buitenaf en geweldpleging van binnenuit, en vanwege het feit dat er voor hen geen militaire dienstplicht is. Deze bescherming houdt alle rechten en verplichtingen in zoals gespecificeerd en overeengekomen in het contract. In vergelijking hiermee hebben de Moslims aanvullende taken, inclusief de verplichting om te dienen in het leger, als dat vereist is, en om de Zakat (verplichte liefdadigheid ) te betalen en andere vormen van liefdadigheid (sadaqah).
Khalid bin al-Waleed () een van de meest vermaarde Moslim generaals, zei in een van zijn contractuele beloften aan de niet-Moslims levend in de Islamitische Staat: “Ik heb jullie mijn belofte van vertrouwen gegeven om jullie hoofdelijke belasting te accepteren, in ruil waarvoor jullie beschermd worden tegen alle mogelijke tegenslagen (waar we onszelf ook tegen beschermen). Als we erin slagen om jullie die bescherming te bieden, dan nemen we deze belasting van jullie, slagen we er niet in, dan hoeven jullie niet te betalen totdat we jullie wel kunnen voorzien van deze bescherming.” (Balathuri's geschiedenis)
L. Veccia Vaglieri, geeft in haar boek getiteld “Defending Islam ” (de verdediging van de Islam) aan: “De door de Islamitische overheden overwonnen volken, werd de volledige vrijheid gegeven om vast te houden aan hun geloof en tradities en deze te handhaven, onder de voorwaarde dat degenen die dit wilden en niet de Islam accepteerden als manier van leven, dan wel de eerlijke hoofdelijke belasting aan de Islamitische overheid zouden betalen. Deze hoofdelijke belasting was lager dan wat de Moslims moesten betalen aan hun overheid. Niet-Moslims, die onder de Islamitische Staat verbleven, betaalden deze belasting in ruil voor een algemeen pakket aan bescherming geboden door de Islamitische overhead aan hun eigen volk.”
Men moet zich bedenken dat de drie typen van jizya belasting hierboven berekend, slechts waren voor de mensen die verdienden, terwijl voor de andere klassen van de niet-Moslims—te weten, de armen, de behoeftigen, de minderjarigen, de vrouwen, de monniken, de priesters of rabbijnen, de permanent gehandicapten en de blinden – in het geheel niet hoefden te betalen en hun bescherming, noden en algemene welvaart werden kosteloos verzorgd door de Islamitische Staatskas.
Een voorbeeld: Omar bin al-Khattab () was een keer ergens gezeten toen er een oude Jood langskwam en aan de mensen vroeg of zij hem iets aan liefdadigheid wilden geven. Omar vroeg wat de financiële situatie van de man was en er werd hem verteld dat deze man als een niet-Moslim leefde onder de heerschappij van de Islamitische Staat met bescherming en hoofdelijke belasting. Omar () verklaarde toen: “We zijn niet correct naar u toe geweest! We hebben de hoofdelijke belasting aan u opgelegd en deze geïnd toen u jong en fit was en nu (u oud bent), voorzien we niet in uw behoeften en geven u niet van de sociale voorzieningen.”
Vervolgens nam Omar de man mee naar zijn eigen huis, gaf hem te eten en goede kleding. En hierna gaf hij opdacht aan de thesaurier (penningmeester): 'Bekijk de situatie van deze man en ook soortgelijke situaties van anderen, en geef hen een toereikend inkomen van de Islamitische schatkamer, samen met hun families. Allah, de Almachtige, zet uiteen in Zijn Qur’an: (De liefdadigheid is slechts voor de armen en de behoeftigen, en voor degenen die hieraan (d.w.z. aan het inzamelen ervan) werken, en voor degenen van wie de harten nader (tot de Islam) worden gebracht, en voor de slaven (die zichzelf vrij willen kopen), en voor degenen die schulden hebben, en om (het uit te geven) op de Weg van Allah (ten behoeve van de djihad), en voor de (behoeftige) reiziger. Dit is vastgesteld door Allah. En Allah is Alwetend, Alwijs.) (9:60)
De armen zijn de Moslims. De behoeftigen zijn de mensen van het Boek.” [Abu Yousef, al-Kharaj, p.126] In Khalid bin al-Waleed’s eed, moge Allah tevreden met hem zijn, jegens de niet-Moslims van al-Heerah, in Iraq, was het volgende geschreven: “Elke niet-Moslim levend onder de bescherming van de Islamitische Staat, die oud wordt en niet meer kan werken, of een terminale patiënt wordt, of blut raakt en bankroet op een dusdanige manier dat hij in aanmerking zou komen voor liefdadigheid van zijn eigen volk, zal niet langer verplicht zijn om de hoofdelijke belasting te betalen. Zulke individuen zullen in hun essentiële behoeften worden voorzien door de Islamitische schatkamer, samen met hun families” [Abu Yousef, Al-Kharaj, p.144]
 Lis Lictenstadter, een Duitse geleerde, geeft in haar boek getiteld, “Islam and the Modern Age,(Islam en de moderne tijd) aan: “De optie, zoals gegeven aan de volken van Perzië en Rome of het westen, gedurende de verspreiding van de Islam, was niet om óf gedood te worden door het zwaard óf de islam te accepteren, maar in werkelijkheid was de optie, óf de islam te accepteren als een manier van leven, óf de hoofdelijke belasting te betalen (in ruil voor bescherming). Dit is een prijzenswaardig plan, dat later werd toegepast in Engeland gedurende de heerschappij van Koningin Elizabeth.” [Islam and Modern Age, p. 67. Zie ook, Ahmad Shalabi, Comparative Religious Studies, vol. 3, p.174]
Niet-Moslims levend onder de heerschappij van de Islamitische Staat zijn volledig gerechtigd tot complete bescherming en de eerbiediging van hun rechten. Allah de Almachtige verklaart in zijn Glorieuze Qur’an: (Wellicht dat Allah tussen jullie en degenen van hen die jullie als vijand hebben genomen, genegenheid zal plaatsen. En Allah is Almachtig. En Allah is meest Vergevingsgezind, meest Genadevol. Allah verbiedt jullie niet om degenen die jullie niet bestrijden in de godsdienst en die jullie niet uit jullie huizen verdrijven, goed en rechtvaardig te behandelen. Voorwaar Allah houdt van de rechtvaardigen. Allah verbiedt jullie slechts om degenen die jullie bestrijden in de godsdienst en die jullie uit jullie huizen verdrijven, en die anderen helpen om jullie te verdrijven, als helpers te nemen. En wie hen dan als helpers neemt, zij zijn de onrechtplegers) (60:7-9)
De Boodschapper van () heeft gezegd: "Degene die iemand van het convenant kwaad doet, of zijn recht verzwakt of hem overmeestert of met geweld iets van hem neemt, voor hem zal ik zijn aanklager op de Dag des Oordeels zijn”. (Abu Dawood & Nasa’ee)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: "Degene die iemand doodt met wie er een verdrag is, zal nooit de geur van de hemel ruiken en de geur ervan wordt gevonden op een afstand van veertig jaren.” (Bukhari)
Als samenvatting citeren we van Will Durant (over deze veel besproken belasting), die op zijn beurt de oriëntalist Welldiorant citeert: “De volken van dhimma: Christenen, Zaradisten, Joden en Sabi'a; genoten een vorm van tolerantie gedurende de Umayyaden heerschappij die nimmer zal kunnen worden toegeschreven aan de Christelijke landen heden ten dage. Ze waren vrij om hun rituelen te praktiseren. Ze konden hun kerken en synagogen onderhouden en de enige verplichting was dat zij een speciale kleur zouden dragen en voor iedere persoon een belasting betaalden naar rato van hun inkomen. Deze som liep van 2 tot 4 dinars. Deze belasting was alleen voor die niet-Moslims die ten strijde zouden kunnen trekken. Echter priesters, vrouwen, kinderen, slaven, oudere mannen, de gehandicapten, de blinden en de behoeftigen waren uitgezonderd van deze belasting. Dhimmis waren uitgezonderd van militaire dienst . Ze hoefden ook geen zakat te betalen die 2.5% is van het jaar inkomen en de overheid was gehouden om hen te helpen.” [History of Civilization, vol.12, p131]

Islamitische principes gebieden barmhartigheid en verbieden agressie
De Goddelijke Religie van de Islam is een religie van vrede, barmhartigheid, vriendelijkheid en welwillendheid. Het staat recht tegenover alle vormen van wreedheid, willekeurig geweld en venijn om gerechtigheid en vrede te bevorderen en te verdedigen. Allah, De Meest Welwillende droeg alle Moslims op om het voorbeeld van Allah's Boodschapper () te volgen en wel als volgt: (En het was dankzij de Genade van Allah dat jij zacht in de omgang was met hen. En als jij streng en hardvochtig was geweest, dan zouden zij rondom jou uiteengaan. Dus neem hen in genade aan en vraag Allah om vergiffenis voor hen. En raadpleeg hen over de zaak. Zodra jij dan een beslissing neemt, stel dan je vertrouwen in Allah. Waarlijk Allah houdt van degenen die hun vertrouwen in Hem stellen.) (3:159)
Allah de Wijze en Sublieme karakteriseert de missie van Muhammad () als een barmhartigheid voor allen, toen Hij zei, Meest Verheven: (En Wij hebben jou ( o Muhammad) slechts gestuurd als genade voor de werelden.) (21:107)
De leerstellingen van de Islam roepen alle Moslims op om genade te hebben en vriendelijkheid voor alle onschuldige en arme mensen. De Profeet van Allah () zei:
“De genadevolle en vriendelijke mensen zullen de Genade ontvangen van de Genadevolle Heer, de Almachtige. Wees barmhartig jegens de mensen op de aarde en Allah, de Almachtige, Die in de Hemel is, zal jullie van Zijn Genade geven.” (Tirmidthi)
En in een andere versie zegt hij: “Allah, de Almachtige, zal Genade betrachten jegens degenen die genadevol zijn. Wees genadig jegens de mensen op aarde en Degene in de Hemel zal genadevol met jou zijn.” (Tirmidthi & Abu Dawood)
Allah's Boodschapper () zei: “Wees vriendelijk tegen anderen, dat is goed in elk geval, en als de vriendelijkheid verwijderd raakt (uit de harten van de mensen) dan wordt de situatie slechter en slechtst” (Muslim)
De Boodschapper van Allah, saws heeft gezegd: "Diegene die zichzelf voorkomendheid en zachtheid onthoudt, heeft zichzelf feitelijk van alle goeds onthouden." [Reported by Muslim].
De Profeet () heeft gezegd: "Wanneer voorkomendheid wordt toegevoegd aan iets, dan wordt het daarmee opgesierd; en wanneer voorkomendheid aan iets onttrokken wordt, dan wordt het beschadigd achtergelaten." (Muslim)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd tegen Ashaj Abdul-Qais, moge Allah tevreden met hem zijn: "Jij bezit twee kwaliteiten waar Allah van houdt: clementie en tolerantie." (Muslim)
Daarboven vereist Islam dat erbarmen en een vriendelijke behandeling gelden voor alle mensen, zelfs voor de vijanden van de Moslims, gevangen genomen tijdens de jihad, zoals in het bevel van de Profeet van Allah () toen hij zei: “Wees vriendelijke en barmhartig jegens de gevangenen” [zie Al-Mu'jammal-Kabeer, The Grand Dictionary of Hadith. 22/393].
Als de Profeet () dit bevel al gaf aan de Moslims waar het de gevangenen die tegen hen gevochten hadden, betrof, dan zou het gedrag jegens vreedzame mensen natuurlijk zelfs nog beter dienen te zijn.
Nimmer mag een leven onterecht genomen worden. Zoals Allah zegt:
(En dood niet de ziel die Allah verboden heeft (om te doden), behalve rechtmatig (d.w.z. in overeenstemming met het Islamitisch rechtssysteem) En wie onrechtvaardig gedood wordt, Wij hebben zeker zijn voogd bevoegdheid gegeven (om beroep te doen op de wet van vergelding) Laat hem dus niet buitensporig zijn in het doden. Waarlijk, hij wordt geholpen aan een overwinning.) (17:33)
Meer over dit onderwerp zal hieronder worden gepresenteerd, maar laat ons nu hier constateren dat de Islamitische barmhartigheid en vriendelijkheid, maar ook het verbod om een leven onterecht te nemen, zich niet beperkt tot menselijke wezens, maar zich uitstrekt over dieren en alle andere levende schepselen.
De Profeet van Allah saws, zag dat iemand een kleine vogel voor het plezier aan het schieten was en deze toen liet sterven zonder een goede reden, waarop hij zei:
“Deze kleine vogel zal zijn zaak voorleggen aan Allah de Almachtige op de Dag des Oordeels, zeggend ‘O Mijn Heer! Deze man doodde mij zonder reden en zonder er voordeel uit te willen halen (zoals jagen voor voedsel, dat wel is toegestaan).’” (Ahmed & Nasa’ee)
Van de metgezel Abdullah ibn Omar () wordt overgeleverd dat deze een groep jonge mannen passeerde van de Quraish stam die een vogel hadden gevangen en deze ‘opstelden’ als schietschijf. Hij zei: Wie heeft deze vogel als schietschijf geplaatst? Moge Allah’s vloek op de persoon neerdalen die dit gedaan heeft! De Boodschapper van Allah () heeft gezegd:
“Allah de Almachtige vervloekt de persoon die een levend wezen vangt en dan als schietschijf laat dienen” (Bukhari & Muslim)
Allah's Boodschapper () beval de Moslims om vriendelijkheid te betrachten in elke handeling, zelfs tijdens het slachten van een beest, met de woorden: “Allah, de Almachtige, schrijft perfectie voor in elke handeling. Als je doodt wees dan perfect hierin. Als je een beest doodt voor het vlees, perfectioneer dan je manier van slachten, slijp je mes en wees goed, vriendelijk en barmhartig tegen het dier dat je zult slachten. Geef het dier tijdens het slachten het beste comfort dat je kunt.” (Muslim)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Er was een man op reis in de wildernis en hij werd extreem dorstig. Hij zocht naar water en vond een bron en was in staat om naar de bodem van de bron te gaan om het water te halen. Omdat hij niets had om de bodem te bereiken, waar het water was, was het erg moeilijk voor hem om beneden te komen maar uiteindelijk lukte het en kon hij zijn dorst lessen en kwam weer uit de bron. Toen hij boven kwam zag hij een hond met uitgestrekte tong vanwege ernstige dorst. De man dacht bij zichzelf: ‘deze hond lijdt zeker aan hetzelfde probleem als ik, vanwege zijn erge dorst .’ Vervolgens ging de man weer naar beneden in de bron, waarbij hij een van zijn schoenen tussen zijn tanden geklemd had, hij vulde de schoen met water en bracht deze naar boven naar de dorstige hond, de hond dronk en ging weg. Allah, de Almachtige, waardeerde de handeling van de man en heeft hem al zijn voorgaande zonden vergeven.”
Iemand uit het publiek, die het verhaal van de Profeet () hoorde, vroeg, ‘O Boodschapper van Allah! Worden we beloond voor het aardig zijn en erbarmen hebben voor dieren ?” Allah’s Boodschapper () verzekerde: “Waarlijk er is een gezegende beloning voor het aardig zijn en erbarmen hebben met elk levend wezen dat een vochtige lever heeft.” (Bukhari)
In contrast hiermee is er het geval van de vrouw die zich de straf en woede van Allah, de Almachtige op de hals haalde, waardoor ze een van de bewoners van de hel werd, als gevolg van haar wreedheid tegenover een kat. Van Allah's Boodschapper () wordt overgeleverd dat hij gezegd heeft: “Een bepaalde vrouw zou een bewoner van het vuur van de hel worden, als gevolg van haar wrede gedrag jegens een kat. Ze bond hem vast en gaf hem geen eten en liet hem ook geen mogelijkheid om zelf eten te zoeken” (Bukhari & Muslim)
De lijst van de aanbevelingen van de Profeet () aan de Moslims om vriendelijk, barmhartig en goedhartig te zijn jegens alles, zelfs dieren, is eindeloos. We hebben hierboven slechts enkele voorbeelden geciteerd, nog een paar voorbeelden volgen hieronder:
Allah's Boodschapper () zei, terwijl hij een ezel passeerde die een brandmerk had gekregen op zijn kop: “Moge Allah’s Vloek neerdalen op degene die een brandmerk geplaatst heeft op de kop van deze ezel.” (Muslim)
Allah's Boodschapper () daar is ook van overgeleverd dat hij zei, terwijl hij een kameel passeerde die er extreem dun uitzag van de honger: “Wees je bewust van de Bevelen van Allah jegens deze dieren en hou ze in ere, want zij kunnen niet hun behoeften in woord uiten. Berijd ze, terwijl je ze goed in vorm houdt, en slacht en eet ze terwijl je ze goed in vorm houdt.” (Abu Da`ood)
Als dit de barmhartigheid en vriendelijkheid jegens dieren was, wat dan te denken van het menselijk wezen, dat een rang, eer en respect is gegeven boven alle andere schepselen van Allah’s Schepping? De Alwetende en Almachtige Allah eerde de mens boven alle anderen, somt Zijn Geschenken aan de mensheid ondermeer als volgt op : (En voorzeker Wij hebben de kinderen van Adam geëerd en Wij hebben hen op het land en de zee gedragen. En Wij voorzagen hen van de goede zaken. En Wij hebben hen ver boven velen (anderen) onder degenen die Wij hebben geschapen verkozen.) (17:70)
Waarlijk door de gehoorzaamheid aan Allah en de Leiding geopenbaard aan Zijn Boodschappers, is de mens geëerd, maar door ongehoorzaamheid raakt hij uit de gratie en onteert zichzelf door schandelijke en aanstotelijke daden te doen.

Islamitische Algemene Principes zijn het beste voor wat betreft Allesomvattende Vrede
Om vrede waarachtig en alles omvattend te kunnen laten zijn, moet het alle onderdelen van de menselijke activiteit omvatten, die de levensbehoeften op een uitgebalanceerde en correcte manier uitdragen. Islamitische wetten en leerstellingen houden de volgende principes, wettelijke voorwaarden en leiding, in – hieronder gepresenteerd als voorbeelden alleen – alle gericht op het promoten van een dergelijke universele en rechtvaardige vrede.
-> Respect voor het menselijk leven
Islam waardeert alle menselijk leven, en legt de doodstraf [Qisaas] op voor haar bescherming indien er sprake is van moord op een onschuldige ziel die bewust en met voorbedachten rade is uitgevoerd. Het doden dat per ongeluk en niet opzettelijk plaatsvindt, daarop rust een andere straf, die “Diyyah” (bloed-geld) wordt genoemd, en wordt gesteld op een vooraf bepaalde som geld, gegeven aan de erfgenamen van de gedode persoon, als een wijze van compensatie. Dit bloed-geld is bij lange na niet gelijkwaardig aan het verlies van de gedode persoon, maar het is meer een financiële compensatie voor het lijden dat men lijdt als gevolg van het verlies van hun geliefde. De verzoening (kaffarah) dient te worden uitgevoerd door de doder, door middel van het vrijlaten van een slaaf, een continue vasten van twee achtereenvolgende maanden om boetdoening te doen voor zijn fout. Als de moordenaar dit vasten niet kan volhouden vanwege een geldig reden, dan is hij verplicht om zestig arme mensen te voeden middels een goede en voedzame maaltijd. Deze boetedoening is een daad van aanbidding waardoor de zondaar vergeving zoekt bij Allah Meest Barmhartig voor zijn per ongeluk doden van een menselijke ziel. Al dit wordt gedaan om de heiligheid van het menselijk leven aan te tonen. Islam schrijft de zware straf voor, voor het expres doden van een menselijke ziel, en omdat een potentiële moordenaar zich realiseert dat hij of zij hiervoor gedood zal gaan worden als straf voor de misdaad en vergelding, misschien dat zij dan wel twee keer zullen nadenken voordat zij een moord plegen. Als de straf minder dan dat zou zijn, dan zouden de criminelen veel brutaler zijn. Hetzelfde geldt voor de levensbenemende en lijfstraffen, genaamd Hudood (grenzen) in Islam. Doodstraffen in de islam zijn efficiënt en effectief, rechtvaardige straffen en succesvolle afschrikking vanwege een heel essentiële en nobele reden, namelijk om de veiligheid van het menselijk leven te behouden en bewaren, zoals Allah, de Meest Wijze en Almachtige verklaart in Zijn Glorieuze Qur’an:
(En er is voor jullie (een redding van ) leven in Qisaas, o bezitters van verstand, opdat jullie (Allah) zullen vrezen.) (2:179)
En Allah de Meest Liefdadige zei: (Daarom hebben Wij de kinderen van Israël voorgeschreven dat wanneer iemand een ziel doodt (en dit) niet als vergelding voor moord (is bedoeld), of (het bedoeld is) om verderf op aarde te zaaien, het dan is alsof hij alle mensen heeft laten leven. En voorzeker, Onze Boodschappers zijn met duidelijke Bewijzen naar hen gekomen. Voorwaar, vervolgens waren velen van hen daarna overtreders op aarde.) (5:32)
Bovendien, wordt de geharde niet berouwvolle crimineel bedreigd met de eeuwigdurende straf in het Hellevuur, een permanente verblijfplaats vol vernedering en eindeloze martelingen, onder de Toorn van Allah, De Almachtige, in het Hiernamaals. Allah, de Wijze en Almachtige verklaart: (En wie een gelovige opzettelijk doodt, zijn bestraffing is de Hel waarin hij voor eeuwig zal verblijven. En de Woede en Vloek van Allah rusten op hem en Hij heeft voor hem een geweldige Bestraffing voorbereid.) (4:93)
Abu Bakrah () vermelde: “Ik hoorde de Boodschapper van Allah () zeggen: “Als twee Moslims vechten (en elkaar ontmoeten) met hun zwaarden, dan zullen zowel de moordenaar als de vermoorde de Hel ingaan.” Ik zei: “O Allah’s Boodschapper! Het is logisch voor de moordenaar, maar hoe zit het met de vermoorde? Allah’s Boodschapper antwoordde: “Hij had zeker de intentie om zijn kameraad te doden.’” (Bukhari)
Natuurlijk, als iemand oprecht berouw toont, Allah’s barmhartigheid en vergevingsgezindheid omvat alle zondaren.
-> De gelijkheid van de menselijke status
Alle mensen zijn aangeboren gelijk en dit geldt voor zowel de man als de vrouw. Toen Allah, de Almachtige, de eerste mens schiep, Adam, as, -- onze overgrootvader en de vader van de gehele mensheid – schiep Hij ook onze grootmoeder Eva (Hawa). En zo is de mensheid in essentie één familie en bestaat uit het ras van deze eervolle mensen. Mensen onderscheidden zich hierna door hun geloof en hun gehoorzaamheid of hun ongeloof en ongehoorzaamheid. Allah, de Almachtige, verklaart in de Glorieuze Qur’an: (O Mensheid! O mensen, vrees jullie Heer Die jullie heeft geschapen uit een ziel (d.w.z. uit Adam), en daaruit heeft Hij zijn echtgenote (Eva) geschapen. En uit hen beiden heeft hij vele mannen en vrouwen geschapen. En vrees Allah aan Wie jullie (je wederzijdse rechten) vragen en (verbreek niet de relaties van) de baarmoeder (d.w.z. de bloedverwantschap) . Waarlijk, Allah ziet voortdurend op jullie toe.) (4:1)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Alle mensen zijn de kinderen van Adam en Adam is geschapen uit aarde.” (Ahmed)
Omdat aarde uit verschillende kleuren bestaat en verschillende karaktereigenschappen heeft, daarom heeft de mens ook verschillende kleuren en karaktertrekken.
De Profeet Mohammae () heeft gezegd: “Allah heeft de last van onwetendheid van jullie weggehaald aangaande de trots over vaders en voorvaderen. Jullie zijn allen van Adam en Adam is van aarde. Er is geen verschil tussen een Arabier en een niet-Arabier, noch tussen een zwarte man en een rode man, behalve in vroomheid.” (Abu Dawood)
Alle mensen geloofden in het begin in het algemene geloof van het Islamitische monotheïsme zoals geopenbaard door Adam, en men sprak dezelfde taal. Zoals Allah de Almachtige verklaart in Zijn Magnifieke Qur’an: (De mensen vormden slechts één gemeenschap, waarna zij met elkaar (van mening) verschilden. En was het niet vanwege een Woord dat eerder door jouw Heer was bepaald, dan was er zeker tussen de gelovigen en de ongelovigen) geoordeeld over datgene waarover zij (van mening) verschilden.) (10:19)
Vervolgens begon de mens van mening te verschillen en de redenen achter hun meningsverschillen waren de volgende: vermenigvuldiging van hun aantal; emigratie naar alle uithoeken van de wereld; afwijkingen in kleur en andere gelaatstrekken van de menselijke subgroepen die zich door de tijd heen ontwikkelden vanwege andere omgevings- omstandigheden en stimulansen etc.; ontwikkeling van lokale talen en dialecten en vele andere factoren.
Islam beschouwt elk menselijk wezen als zijnde gelijkwaardig aan de andere menselijke wezens waar het de menselijkheid aangaat, ongeacht ras, kleur, taal, geloofsbelijdenis, geloof, religie, of vaderland, alle menselijke wezens zijn gelijk voor de Wetten van Allah, de Almachtige: (O mensen, waarlijk, Wij hebben jullie uit een man en een vrouw geschapen en Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar zullen herkennen! Voorwaar de meest eervolle (persoon) van jullie bij Allah is degene die (Allah) het meest vreest. Voorwaar Allah is op de hoogte (van alles). Alwetend, (over het verborgene).) (49:13)
En in de overleveringen lezen we dat Aishah, ra, overlevert dat: De Quraish zeer bezorgd waren over de zaak van een Makhzumiyah vrouw die diefstal had gepleegd en ze vroeg zich af wie voor haar bij de Boodschapper van Allah () zou pleiten. Sommigen zeiden dat aangezien Usamah bin Zaid () door hem geliefd was, hij het daarom zou moeten doen. En dus sprak Usamah () met hem over die zaak, en de Profeet () zei tegen hem, “Pleit jij als een van de wetten van het Strafrecht van Allah geweld is aangedaan ?” Toen stond hij op en sprak de mensen als volgt toe: “De mensen voor jullie werden geruïneerd omdat als een edele onder hen diefstal pleegde, men hem liet gaan, maar als een zwak persoon diefstal pleegde, dan voerden ze de daarvoor bestemde straf uit. Bij Allah, als Fatimah, de dochter van Mohammed, deze diefstal gepleegd zou hebben, dan zou ik haar hand eraf gehakt hebben.'” (Bukhari & Muslim)
Alle menselijke wezens zijn ook gelijk als het gaat om basale vrijheden en verantwoordelijkheden. Omar bin al-Khattab () deed een veelzeggende uitspraak op dit gebied zo’n 14 eeuwen geleden al, toen hij tegen een zondige Moslim, die arrogant een niet-Moslim kwaad had gedaan, het volgende zei “Heb je sommige mensen tot slaaf gemaakt terwijl hun eigen moeders toen hen baarden als vrije mensen?” En daarom, is elk menselijk wezen, in de ogen van de Islam, gerechtigd tot de volgende typen van vrijheid, hieronder in het kort weer gegeven als volgt:
- Vrijheid van denken en opinie. Allah's Boodschapper, saws, droeg de Moslims op, om altijd de waarheid te verklaren, eerlijke meningen te verkondigen en om af te zien van het intimideren van anderen, zoals hij zei: “Een persoon die de waarheid kent en deze niet vertelt is een doofstomme duivel” (Tirmidhi)
- Vrijheid van toegang om te kunnen profiteren van de welvaart, mineralen en natuurlijke (voorraad)bronnen van de aarde. De Almachtige Allah verklaart:
(Hij is Degene Die de aarde aan jullie dienstbaar heeft gemaakt (d.w.z. makkelijk om te bewandelen) Loop dan op de wegen daarvan en eet van Zijn Levensonderhoud. En tot Hem is de Opstanding.) (67:15)
- Vrijheid van toegang tot een wettig inkomen en eigendomsrecht. Islam moedigt iedereen aan om in goede handel te gaan en op deze wijze een vrije toegang te hebben tot een wettig inkomen. Maar ook bijvoorbeeld via een erfenis: Allah, de Almachtige, verklaart:
(‘De mannen komt een deel toe van wat de ouders en de verwanten nalaten.
En de vrouwen komt een deel toe van wat de ouders en de verwanten nalaten, ongeacht of het weinig of veel is. Het is een vastgesteld deel.) (4:7)
- Vrijheid om te leren en les te geven. Islam propageert het onderwijs voor elk lid van de samenleving. De Boodschapper van Allah () zei: “Het zoeken naar kennis is een verplichting die rust op elke Moslim” (Baihaqi)
Eigenlijk, beschouwt Islam, de handeling om een monopolie ‘te zetten’ op essentiële en nuttige Islamitische kennis en dit verborgen houden en het niet met anderen willen delen, als een onvergeeflijke daad, die diegene die dat doet, de toorn van Allah de Almachtige oplevert, en Zijn Bestraffing. Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Een geleerd persoon die gevraagd wordt om diens kennis te delen met anderen , maar dit weigert en zijn informatie voor zich houdt, zal een harnas van vuur om zich heen krijgen op de Dag des Oordeels” (Abu Dawod & Tirmidthi)
- Vrijheid van toegang tot het verkrijgen van een leiderschapspositie in de samenleving, als men de noodzakelijke kwalificaties bevat. Kunde en efficiëntie zijn de belangrijkste criteria vereist voor het verkrijgen van een leiderschapspositie in de Islamitische samenleving,in tegenstelling tot ras of kleur, bijvoorbeeld. Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Als een persoon belast met de zaken van de Moslims, vervolgens een ander persoon aanstelt zonder op diens kwalificaties te letten, maar puur uit ‘vriendjespolitiek’, dan zal hij de Toorn van Allah verdienen. Allah de Almachtige, zal geen van zijn daden accepteren en zo’n persoon zal naar de Hel gaan” (Hakim)
Veel meer vrijheden zijn gegarandeerd in het Islamitische system, slechts enkele zijn hierboven genoemd bij wijze van voorbeelden.
Vrijheid is een vaak misbruikt woord, omdat werkelijke vrijheid, niet bereikt kan worden als een man (nog) slaaf is van zijn verlangens en lusten – of een dienaar van de verlangens van anderen – en bezig is om deze te bevredigen op immorele en onwettige wijzen. De mens wordt aangetrokken door deze valse vrijheid, en aangezet door de Satan, de verklaarde vijand van de gehele mensheid, die in zijn jaloerse boosheid, het menselijke ras haat en zijn eed heeft gegeven aan Allah om met zijn troepen te wachten in een hinderlaag en toe te slaan met hun arsenaal aan wapens waar en wanneer maar mogelijk is. Allah, de Almachtige zegt:
(O kinderen van Adam, laat de satan jullie niet misleiden, zoals hij jullie ouders (Adam en Eva) uit het Paradijs heeft verdreven. Hij heeft hen van hun kleding ontdaan, waardoor hun intieme delen zichtbaar werden. Voorwaar, hij en zijn nageslacht zien jullie van (daar) waar jullie hen niet zien. Voorwaar Wij hebben de satans tot helpers gemaakt voor degenen die niet geloven.) (7:27)
-> De eenheid en onschendbaarheid van de Religie van Allah voor alle mensen
Als de universele en oneindige religie van Allah voor de gehele mensheid, richt de Islam zich op het verwijderen van alle aspecten van tribalisme, nationalisme, racisme en partijpolitiek die tot conflicten kunnen leiden. Islam is de religie van Allah die aan alle mensen was geleerd in de essentie van het monotheïsme zelfs als sommige onderdelen van de wet en leiding kunnen variëren al naar gelang de omstandigheden van de mens. Dezelfde basale boodschap werd gegeven vanaf de Profeet Adam tot en met de laatste Boodschapper Mohammad ().
Allah, de Almachtige, geeft aan in de Glorieuze Qur’an: (Hij heeft jullie met betrekking tot de godsdienst hetzelfde voorgeschreven wat hij ook aan Noeh heeft bevolen en ook datgene wat Wij aan jou o Mohammad hebben geopenbaard En wat Wij Ibrahiem, Moesa en Isa hebben bevolen (namelijk) om de godsdienst na te leven en daarin niet verdeeld te raken. Datgene waar jij hen (o Mohammad) naar uitnodigt (d,w.z. de Islam) is zwaar voor de veelgoden aanbidders. Allah kiest voor zichzelf wie Hij wil en Hij leidt naar Zichzelf wie berouwvol (naar Hem) terugkeert.) (42:13)
Allah, de Almachtige, geeft ook aan: (Voorwaar Wij openbaarden aan jou (o Mohamed) zoals Wij openbaarden aan Noeh en de Profeten na hem. En zoals Wij openbaarden aan Ibrahim, Ismaiel, Isaaq, Jaqoeb, al- Asbaat, Isa, Ayoeb, Yoenoes, Haaroen, Soelaymaan. En Wij gaven Dawoed de Zaboer. En er zijn boodschappers waarover Wij jou zeker reeds hebben verteld. En er zijn Boodschappers waarover Wij jou niet hebben verteld. En Allah sprak werkelijk tot Moesa. Boodschappers (die) als verkondigers van verheugende tijdingen en (als) waarschuwers (zijn gestuurd), opdat de mensen (op de Dag des Oordeels) geen excuus zullen hebben tegenover Allah na (het sturen van ) de Boodschappers. En Allah is Almachtig, Alwijs) (4:163-165)
En Allah de Sublieme zegt: (En dit was ons bewijs dat Wij Ibrahim (tegen zijn volk) gaven. Wij verheffen wie Wij willen in rang. Voorwaar jouw Heer is Alwijs, Alwetend. En Wij begunstigden Hem met Ishaaq en Yaqoeb, die Wij beiden hebben geleid. En vóór hem hebben Wij Noeh geleid. En van zijn nageslacht Dawoed, Soelaymaan, Ayoeb, Yoesoef, Moesa en Haaroen. En zo belonen Wij de weldoeners. En Zakariyyaa, Yahya en Ilyaas. Ieder van hen behoorde tot de rechtschapenen) (6:83-85)
De Heer, Onderhouder van de mens, Allah de Alomtegenwoordige en Almachtige, heeft hen allen met dezelfde boodschap gezonden:
(O mijn volk, aanbid Allah, jullie hebben geen andere god dan Hem.) (11:50, 61, 84…)
Allah, de Almachtige zegt ook:(Zeg, o Moslims, wij geloven in Allah en wat er aan ons is neer gezonden en wat er aan Ibrahiem, Ismaiel, Yaqoeb, en al-Asbaat is neer gezonden, en wat er aan Moesa en Isa is gegeven door Hun Heer. Wij maken geen onderscheid tussen hen. En aan Hem hebben wij ons overgegeven. ) (2:136)
Als zodanig is elke Moslim verplicht vanwege de geloofsbelijdenis en het geloof: om te geloven in alle Profeten en Boodschappers, om te geloven in de Goddelijke Boeken en Geschriften die geopenbaard en neer gezonden zijn aan hen, en elke Goddelijke Wet geopenbaard door Allah de Almachtige, aan elk voorgaand volk; om te geloven in de broederschap van de voorgaande volgelingen van het Boek die de missie van Mohammad () verwelkomden. De Boodschap van de Islam werd gebracht door Mohammad () en is de laatste Goddelijk Boodschap aan de mensheid, zoals Allah zegt:
(Muhammad is geen vader van een van jullie mannen, maar de Boodschapper van Allah en het zegel der Profeten en Allah is op de hoogte van alles.) (33:40)
En zo schaft de laatste Goddelijke Boodschap van de Islam, zoals geopenbaard aan de Profeet Mohamed, saws, alle voorgaande boodschappen af. Echter laat het duidelijk zijn dat deze afschaffing in geen geval de ontkenning is van de voorgaande boodschappen, maar zij zijn niet langer meer als zondanig in gebruik: Vanaf dat moment is alleen de Islam als religie acceptabel voor Allah, de Opperste Heer, zoals de Meest Hoge en Alles kunnende zegt:
(En wie een andere godsdienst dan de Islam zoekt, het zal van hem niet geaccepteerd worden en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.) (3:85)
Islam spoort de volgelingen van de voorgaande Goddelijke Boodschappen aan om te geloven in de Boodschap van de Islam, zoals geopenbaard aan Mohammed, saws
zoals Allah, de Almachtige zegt: (Als zij dan geloven in het gelijke van dat waarin jullie geloven, dan zijn zij zeker recht geleid. Maar als zij zich afwenden, dan verkeren zij slechts in verdeeldheid. Allah zal dan Voldoende voor jou zijn tegen hen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende) (2:137)
En Allah, de Grootste en Majestueuze, zegt: (Waarlijk, degenen die niet in Allah en Zijn Boodschappers geloven en een onderscheid willen maken tussen Allah en Zijn Boodschappersen zeggen: ‘Wij geloven in sommigen , maar verloochenen anderen, en daarin een middenweg willen nemen. Zij zijn de ware ongelovigen. En Wij hebben voor de ongelovigen een vernederende bestraffing voorbereid.) (4:150-151)
Alle vormen van ongeloof worden ten stelligste door Allah verweten: (Waarlijk (o Mohammed), jij bent in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor degenen die hun godsdienst verdeelden en zich in groeperingen opsplitsten. Hun zaak ligt slechts bij Allah. Vervolgens zal Hij (Allah) hun berichten over dat wat zij deden. Wie met een goede daad komt, voor hem is er het tienvoudige daarvan (aan Beloning). En wie met een slechte daad komt, hij wordt slechts vergolden met het gelijke daaraan. En er zal hun geen onrecht worden aangedaan: Zeg (o Mohammed) "Mijn Heer heeft mij naar een Recht Pad geleid, een rechte godsdienst, de religie van Ibrahim die hanief (monotheïst) was, Zeg (o Mohammed):”Voorwaar, mijn gebed, mijn offer, mijn leven en mijn dood zijn voor Allah de Heer van de werelden. Hij heeft geen deelgenoten. En hiertoe ben ik bevolen. En ik ben de eerste van de Moslims.) (6:159-163)
Islam spoort haar volgelingen ook aan om de gevoelens te respecteren van diegenen die met hen in de religie verschillen en veroordeelt beledigend taalgebruik jegens degenen die met de Moslims verschillen in religie, zoals Allah beveelt: (En beledig degenen die zij naast Allah aanroepen niet. Zodat zij Allah niet onrechtmatig zonder kennis beledigen. Zo hebben wij voor iedere gemeenschap haar daden schoonschijnend gemaakt. Vervolgens is hun terugkeer tot hun Heer en Hij zal hun berichten over dat wat zij deden.) (6:108)
Daarom beveelt Islam de Moslims om de niet-Moslims naar hun geloof toe aan te trekken door middel van de schoonheid van haar voorschriften, en door aantrekkelijke voorbeelden en gedrag, want de Leiding zelf komt alleen van Allah jegens degenen die Hij wil. De Almachtige en Meest Majestueuze zegt in de Qur’an: (En zeg, de Waarheid is (afkomstig) van jullie Heer. Waarlijk Wij hebben voor de onrechtplegers een Vuur gereedgemaakt waarvan de muren (van vuur) hen zullen omgeven. En als zij om hulp vragen (dan) worden zij te hulp geschoten met water lijkend op kokende olie, dat de gezichten verschroeit. Verschrikkelijk is deze drank en afschuwelijk is deze Verzamelplaats!) (18:29)
Islam formuleert rechtvaardigheid en verstrekt dit zelfs aan haar niet- gelovigen.
Allah, de Almachtige, verklaart in de Glorieuze Qur’an: (Dus nodig daarom uit naar de Islam en wees standvastig. Zoals jou is bevolen. En volg hun begeerten niet en zeg: ‘Ik geloof in datgene wat Allah heeft neergezonden van het Boek en mij is opgedragen om rechtvaardig te oordelen tussen jullie. Allah is onze Heer en jullie Heer. Voor ons onze daden en voor jullie jullie daden. Dit hoeft niet tot een ruzie tussen ons en jullie te leiden. Allah zal ons (uiteindelijk) bijeenbrengen (op de Dag der Opstanding) en tot Hem is de terugkeer.) (42:15)
Islam heeft de mens de volledige vrijheid gegeven om te kiezen waar het het geloof betreft. Men mag elk geloof of religie accepteren of afwijzen. Islam gaf deze vrijheid aan de mensen van het Boek en de voorgaande Geschriften om hun geloof en rituelen te behouden. Islam verbiedt het ontmantelen van de kerken en synagogen. Islam verbiedt het breken en vernietigen van het kruis van de Christenen.
Islam gaf de mensen van de voorgaande geschriften de rechten zoals hun wet dat voorschrijft, en om te eten, drinken en dragen wat hun religie hen toestaat om te doen. Islam staat de mensen van de voorgaande geschriften eveneens toe om hun rituelen toe te passen waar het het huwelijk, huwelijkse rechten en verplichtingen, echtscheiding en andere banden betreft.
Om een praktisch voorbeeld te geven: Omar bin al-Khattab () de tweede Kalief, paste dergelijke voorzieningen toe toen hij naar de Wederopstandings kerk in Jeruzalem kwam en het tijd werd om het Islamitische gebed te bidden. Omar () verliet de kerk, ging naar buiten en bad het gebed buiten de kerk en informeerde de priester hierover met de woorden: Als ik mijn gebed in de Kerk had gebeden,dan zouden sommige Moslims kunnen claimen in de toekomst dat de Kerk een plaats is waar Omar zijn gebeden bad en dit als een excuus kunnen nemen om de Kerk te vernietigen en een Moskee in haar plaats kunnen oprichten.” [Overgeleverd van de History of Imam Ibn Jareer at-Tabari]
Op gelijke wijze gaf Omar () een eed van vertrouwen als volgt, “Dit is een belofte van zekerheid gegeven door Omar bin al-Khattab; de Leider van de Gelovigen, aan de inwoners van Ilea, waar het de vrede aangaat. Omar geeft hen de belofte dat zij zekerheid en veiligheid aangaande hun levens, rijkdommen, kerken, kruisen en al hun denominaties hebben. Kerken mogen niet ingenomen, vernietigd, verkleind worden, noch mogen de door Christenen in eigendom zijne landerijen rondom de kerk gelimiteerd worden. Met de kruisen mag niet worden gesold. De rijkdom van de christenen mag niet onrechtmatig afgepakt of aangetast worden, en de Christenen zullen niet worden gedwongen of overreed worden tegen hun wil [i.e. om de Islam te accepteren].” [Overgeleverd van de History of Imam Ibn Jareer at-Tabari]
-> Aanmoediging tot vruchtbare samenwerking tussen de Moslims en de Mensen van het Boek (Joden en Christenen)
De samenwerking is gebaseerd op wederzijds belang en respect en heeft als uitgangspunt om op de beste wijze de belangen van de menselijke maatschappij in brede zin te dienen,
Allah, de Wijze, de Almachtige geeft als algemene regel de volgende:
(…..maar help elkaar in het goede en godsvrucht. En help elkaar niet in zonde en overtreding En vrees Allah. Waarlijk, Allah is Hard in de bestraffing.) (5:2)
Islam spoort haar volgelingen aan om een betekenisvolle en oprechte dialoog te hebben met degenen die verschillen met hen van religie, zoals Allah, de Meest Wijze opdraagt:
(En redetwist niet met de lieden van het Boek., behalve op een goede wijze, tenzij het degenen onder hen (betreft) die onrecht plegen En zeg (tegen hen) “Wij geloven in datgene wat er aan ons is neer gezonden en (in datgene wat er) aan jullie is neer gezonden, en onze God en jullie God is één. En aan Hem geven wij ons over).) (29:46)
In feite, is de wijze waarop de Islam de mensen van andere geloven benadert, een zeer constructieve en objectieve dialoog die de mensen bij elkaar brengt richting het Woord van Allah, de Almachtige, en naar Zijn Goddelijke Boodschap en Leerstellingen, zoals Allah zegt:
(Zeg (o Mohammed): “O lieden van het Boek! Kom tot een rechtvaardig oordeel tussen ons en jullie; dat wij naast Allah niemand aanbidden en dat wij niets als deelgenoot aan Hem toekennen en dat wij elkaar niet als goden (ter aanbidding) aannemen naast Allah.”Als zij zich dan afwenden, zeg dan: “Getuig dat wij waarlijk moslims zijn.”) (3:64)
-> Oprechtheid en puurheid in het adviseren van anderen
Alle Boodschappers van Allah gaven oprecht advies aan hun volken, en oprecht advies en puurheid van intenties zijn de kenmerkende trekken van de Islam. De Profeet, saws, zei, zoals overgeleverd door Abu Hurairah (): “Allah's Boodschapper saws, vroeg een keer, 'Wie, onder jullie, wil de volgende woorden van wijsheid nemen, ze opvolgen en ze leren aan anderen, die deze woorden ook weer opvolgen?' Abu Hurairah, ra antwoordde instemmend. Hierop pakte de Profeet Mohammed saws, de hand van Abu Hurairah, ra, en telde vijf zaken, als volgt: 1) Vermijd alles dat door Allah verboden is verklaard, opdat je de beste aanbidder van Allah de Almachtige wordt; 2) Accepteer dat wat is voorbestemd voor jou door Allah, op deze wijze wordt je de rijkste man; 3) Wees goed voor je buur, opdat je gekenschetst zult worden als een Gelovige; 4) Wil voor anderen wat je wil voor jezelf, opdat je gekenschetst zult worden als een Moslim; 5) Lach niet teveel (hardop), omdat te veel gelach er voor zorgt dat het hart sterft.” (Tirmidthi)
Islam roept alle Moslims op om betekenisvol en oprecht gratis advies te geven aan alle mensen. Dit punt is gebaseerd op een uitspraak van Allah's Boodschapper (): “Islam is de religie van advies. De mensen vroegen, ‘O Profeet van Allah! Aan wie moet het advies gegeven worden ? Allah's Boodschapper saws zei: aan Allah, aan Zijn Boek, aan Zijn Profeet, aan de leiders van de Moslims, en aan alle Moslims in het algemeen” (Muslim)
Als uitleg bij deze hadith, kunnen we het volgende zeggen: Een puur advies aan Allah de Almachtige is om Hem alleen te aanbidden, met heel het hart; en om elke rivaal af te wijzen die naast Allah wordt gezet, in aanbidding; om de herinnering aan Allah te gedenken, de Almachtige, middels Zijn Schone Eigenschappen en Zijn Gezegende Namen; om volledig te accepteren dat Allah de Enige is die de Beschikker is over alle zaken van alle schepselen; om te geloven dat wat Allah ook maar wil, zal gebeuren en dat wat Hij niet Wil, niet gebeurt; en om de bevelen van Allah op te volgen, en om te stoppen met alle handelingen die Hij verbood. Een puur advies over/jegens Allah's Boek is om vast te geloven in het Goddelijk Geschrift aan Zijn Boodschapper, Mohammed (); om alle wetten hierin te accepteren. Een puur advies over/jegens Allah's Profeet is om dat wat hij gebood, te gehoorzamen, weg te blijven bij dat waar hij weg van bleef, te geloven in zijn uitspraken, van hem houden en hem respecteren, en zijn oproep beantwoorden, alsook zijn praktijken en instructies, en deze te promoten onder de mensen. Een puur advies over/jegens het leiderschap bij de Moslims is om de leiders te gehoorzamen zolang zij niet oproepen tot, of geen regels uitvaardigen die, ongehoorzaamheid inhouden aan Allah of diens Profeet (); om hen te ondersteunen d.m.v. het leiden van hen naar alle goede punten; niet te rebelleren en te vechten tegen hen, zolang zij de Islam en haar regels handhaven middels hun overheidsinstanties; en om hen het meest gelouterde, wijze en pure advies op een vriendelijke en zachtaardige wijze te geven. Een puur advies voor/ jegens Moslims in het algemeen is om hem te leiden in zowel hun religieuze als hun wereldse zaken; om hen te helpen hun doelen te bereiken; om elk ongerief jegens hen te voorkomen; en voor hen te willen wat men voor zichzelf wil, en om te haten dat men hen schade toebrengt, zoals men het zou haten om schade toe te brengen aan diens eigen ziel.
-> Het goede gebieden en het kwade verbieden
Moslims wordt opgedragen om elk correct middel te gebruiken dat leidt tot het goede gebieden en het kwade verbieden, met gebruik van ‘iemands’ kunde, kennis, positie, om op deze wijze vrede, rust en stabiliteit te verzekeren in de maatschappij en de gemeenschap en onderdrukking, corruptie en het verspreiden van de “wet van de Jungle", tegen te gaan.
Allah, de Wijze, de Almachtige geeft aan: (…..maar help elkaar in het goede en godsvrucht. En help elkaar niet in zonde en overtreding En vrees Allah. Waarlijk, Allah is Hard in de Bestraffing.) (5:2)
Allah's Boodschapper () zei, “Diegene die kwaad ziet, zou het moeten corrigeren met de hand, als hij dat niet kan, dan met de tong, als hij zelfs dat niet kan, dan moet hij er een afkeer van hebben in zijn hart,” (Muslim)
De Boodschapper () vergeleek degenen die kwaad doen en anderen schaden door hun zonden als volgt: “Het voorbeeld van degenen die de grenzen van Allah in acht nemen en diegenen die dat niet doen is als dat van een groep mensen die per schip reisden. De bemanning van het schip besloot om de opvarenden op te splitsen zodat een gedeelte op het bovendek zou blijven en het andere gedeelte benedendeks zou verblijven. Toen de mensen benedendeks water uit de rivier wilden halen, moesten ze via het bovendek om het te vragen. En dus besloten degenen van het benedendek om een gat in de wand van hun gedeelte van het schip te boren. Als degenen van het bovendek hen zouden toe staan hun plan uit te voeren dan zou het schip zinken en iedereen zou verdrinken. Maar als de mensen van het bovendek hen zouden verbieden het plan uit te voeren, dan zouden ze allemaal gered worden” (Bukhari)
Allah De Almachtige en Alwetende informeert ons dat Zijn Toorn neerdaalde op voorgaande naties, als gevolg van het verzuimen om het goede te gebieden en het kwade te verbieden:
(Zij verboden elkaar het slechte dat zij deden niet. Slecht is datgene dat zij deden.) (5:79)
-> Islamitische vormen van aanbidding moedigen broederschap en gelijkheid van waarden aan
 Alle vormen van aanbidding in de Islam zijn van nature gebaseerd op gelijkheid en bevorderen broederschap en vrede. De sjahadah (de geloofsgetuigenis), salaat, (gebed) zakaat (de liefdadigheid en aalmoezen), saum (vasten), hajj (pelgrimage), amr bil-ma’roof wa nahi ‘anil-munkar (het goede gebieden en het kwade verbieden), jihad (inspanning en worstelen) zijn verplicht in gelijke mate voor alle Moslims die in staat zijn om deze aan deze vereisten te voldoen naar rato van hun mogelijkheden. Om Moslim te worden is er het simpele ritueel om de geloofsgetuigenis uit te spreken: LA ILAHA ILLALLAH MUHAMMAD-UR-RASULULLAH (er is geen god behalve Allah en Mohammed is de boodschapper van Allah). In het gezamenlijk gebed staan de Moslims naast elkaar in rijen, zonder klassenverschil of ander onderscheid tussen hen.. Zakah bevordert genereus gedrag en sociale verbondenheid tussen de rijkeren en de armeren van de maatschappij. Het vasten bevordert de controle over de meest basale fysieke verlangens en eveneens het besef van deze noden in alle mensen. Hajj is ‘de grote gelijk-trekker’ want iedereen kleedt zich met simpele witte kleden en voert dezelfde rituelen uit ter nagedachtenis aan de Profeet Ibrahim () en het verheerlijken van de heilige delen van Mekka. Het goede gebieden en het kwade verbieden en “Jihad” behoort per definitie bij het bevorderen en het behouden van alles wat goed is, gezond, fatsoenlijk is en het bevechten van alles wat kwaad en moreel corrupt is.
-> De Noodzaak voor een ieder om heilzame kennis te zoeken
De Alwetende Allah verklaart: (Is degene die zich gehoorzaam opstelt (tegenover Allah) in de nachtelijke uren, (en die voor Hem in het gebed) neerknielt en staat, uit angst voor het Hiernamaals en hopend op de Genade van Zijn Heer (gelijk aan degene die Zijn Heer niet gehoorzaamt) ? Zeg (o Mohammed): “Zijn degenen die weten en degenen die niet weten gelijk aan elkaar?” Slechts de bezitters van verstand, trekken er lering uit.) (39:9)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Het zoeken naar kennis is verplicht voor elke Moslim.” (Tirmidhi, Ibn Majah, & Baihaqi)
-> Mileubescherming en milieubehoud
Islam draagt de Moslim op om het milieu te beschermen en te behouden tegen willekeurige vernietiging en vervuiling. De algemene regel is zoals Allah aangeeft: (En zaai geen verderf op aarde nadat deze verbeterd was en roep Hem met vrees en hoop aan. Waarlijk, de genade van Allah is dicht bij de weldoeners.) (7:56)
Allah, de Almachtige, geeft ook aan: (En onder de mensen bevindt zich degene wiens spraak jou (o Mohamed) in dit wereldse leven zal behagen. En hij roept Allah aan om te getuigen over wat zich in zijn hart bevindt, terwijl hij de meest twistzieke is. En wanneer hij zich afwendt, trekt hij over de aarde om daar verderf op te zaaien en de gewassen en het vee te vernietigen, en Allah houdt niet van het verderf.) (2:204-205)
De meest kostbare natuurlijke grondstoffen zoals schoon puur water, lucht en vruchtbaar land worden beschermd voor het algemeen nut en welbevinden. Bijvoorbeeld: de Profeet () beval om water te bezuinigen en te behouden door de Moslims te vragen om geen water te verspillen wanneer ze zich wasten en wuduh maakten, zelfs als men gebruik maakte van stromend rivier water, en hij verbood het wassen van de delen van het lichaam meer dan 3 keer tijdens de wuduh, zeggend: "Diegene die hierin vermeerdert (meer dan drie) begaat een fout en een onrecht." (Nasa’ee)
En Allah's Boodschapper () verbood de mensen om te urineren in stilstaand water. (Muslim)
Islam verbiedt de mensen ook om uitwerpselen, rotzooi of vuilnis te plaatsen in het midden van publieke wegen, of in de mooie beschutte plekken die de mensen gebruiken voor rust en recreatie.
-> Sociaal Welzijn inclusief het ondersteuen van wezen, de armen en de behoeftigen
Allah De Verhevene en Almachtige zegt: (En geef de volle maat wanneer jullie wegen en weeg met de betrouwbare weegschaal. Dat is beter en (leidt naar) het beste Einde.) (17:35)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Diegene die de wees helpt en ik zijn in het Paradijs zoals deze (en hij hield zijn twee vingers, de wijsvinger en de middelvinger, samen, om aan te geven hoe dicht ze bij elkaar waren.” (Tirmidthi)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Bij Allah! Niemand wordt een Gelovige tot hij voor zijn broeder wil wat hij voor zichzelf wil” (Muslim)
-> Principes van giften
Giften zijn er in de Islam in twee vormen:
Private giften: Deze vorm is bestemd voor het nageslacht van de persoon die zo’n gift aanbiedt. De afstammelingen en familieleden van de gever zouden hiermee goed af moeten zijn, en het zou niet nodig zijn om anderen te vragen om te doneren. Bij deze vorm hoort echter een voorwaarde, dat de fondsen van de giften zullen worden gegeven aan de publieke liefdadigheidsactiviteiten als de laatste van de afstammelingen van de donor overlijdt.
Publieke en algemene giften: Deze vorm is gewijd aan charitatieve doelen, zoals: het bouwen van ziekenhuizen, gemeenschapsgebouwen, scholen, wegen, openbare bibliotheken, weeshuizen, huizen voor ouderen, moskeeën en andere waardevolle projecten die het belang voorstaan van de gemeenschap en de maatschappij in haar geheel.

Islamitische Waarden bevorderen een allesomvattende vrede
Het geheel van regels van de Islamitische ethiek is bedoeld om vrede, veiligheid en welbevinden te bevorderen en te handhaven in de maatschappij als geheel. Dit geheel van regels gebiedt broederschap en alle waardevolle dingen die de vrede bevorderen en verbiedt alle handelingen die aanzetten tot het kwade en haat zaaien in de harten en geesten van de mensen. Zodoende zullen, als de leden van de gemeenschap de regels van de Islamitische ethiek toepassen, de mensen vrede, veiligheid, rust en welbevinden krijgen en dat is waar zij van nature naar willen streven. Alle waarden van de Islamitische morele code maken een betere persoon en een eerbaar menselijk wezen met nobele karaktertrekken die wereldwijd bewonderd worden: betrouwbaarheid, rechtvaardigheid, moed, genereusheid, geduld, doorzettingsvermogen, vriendelijkheid en hoofsheid.
De belangrijkste maatstaf van de Islamitische zedelijke beginselen is om alle schadelijke en onaangename handelingen, attitudes en gedragingen waar Allah de Almachtige, Schepper en Heer-Voorziener van de mensheid, afkerig van Is, en daarom onwettig verklaard zijn, te mijden. Als een Moslim één van deze verboden handelingen zou uitvoeren dan loopt hij het risico om óf straf in deze wereld te krijgen door middel van de hiervoor bestemde straffen van de Islamitisch Wet, óf de Toorn van Allah, De Alles-kunnende en Onweerstaanbare in het Hiernamaals. Zoals de moderne Arabische dichter Amir ash-Shu’ara` ash-Shauki omschreef in een gedicht, waarin hij uitlegde dat de naties van mensen niets anders zijn dan hun zeden en karakters
Als de zeden van een natie verdwijnen,
 dan verdwijnt de natie !

 
Islam draagt de Gelovigen op om de volgende morele verplichtingen en aanbevelingen in acht te nemen om de vrede te bevorderen
-> Islam legt de waarheid op
Allah de Verhevene en Almachtige zegt: (O jullie die geloven, vrees Allah en behoor tot de waarachtigen.) (9:119)
Allah de Verhevene en Almachtige zegt: (En wie met de waarachtigheid is gekomen en hierin gelooft, Zij zijn de godsvruchtigen.) (39:33)
-> Islam schrijft rechtvaardigheid voor
Allah, de Verhevene en almachtige zegt: (Allah Beveelt rechtvaardigheid en het goede en het geven (van hulp) aan de verwanten. En Hij verbiedt de verdorvenheid, het slechte en de overtreding. Hij vermaant jullie opdat jullie er lering uit zullen trekken.) (16:90)
Rechtvaardigheid en eerlijkheid worden bevolen en zijn benodigd in alle situaties, als men gelukkig en tevreden is en wanneer men verdrietig en ontevreden is, voor Moslims en niet-Moslims geldt hetzelfde. Allah de Verhevene en Almachtige zegt: (O jullie die geloven, wees standvastig voor Allah als rechtvaardige getuigen. En laat de haat van een volk jullie er niet toe brengen om niet rechtvaardig te zijn Wees rechtvaardig, dat is dichter bij godsvrucht. En vrees Allah. Waarlijk Allah is op de hoogte van dat wat jullie (in het verborgene) doen.) (5:8)
En Hij, de Verhevene, zegt: (O Wie de beloning van deze wereld wil, bij Allah ligt de beloning van deze wereld en het Hiernamaals. En Allah is Alhorend, Alwetend…) (4:134)
-> Islam schrijft altruïsme voor
Filantropie en welwillendheid zijn de resultaten van oprecht altruïsme, en de metgezellen van de Profeet saws, wilden deze kwaliteit maar wat graag bezitten, zij boden hun hulp en assistentie aan anderen aan, slechts om Allah te behagen.
Allah de Verhevene en Almachtige zegt: (En geef uit op de weg van Allah en stort jullie zelf niet in de ondergang en doe goed, Waarlijk Allah houdt van de weldoeners.) (2:195)
Allah, de Verhevene zegt: (En degenen (d.w.z. de Ansaar, de Helpers uit Madinah) die de stad (van de Profeet) als woonplaats hebben gekozen en het geloof vóór hen (d.w.z. van de moehaadjieroen, de emigranten) hebben aangenomen, (zij) houden van degenen die naar hen emigreren. En zij treffen in hun borsten (d.w.z. hun harten) niets van jaloezie aan voor datgene dat hun (d.w.z. aan de emigranten) gegeven is (van de buit). En zij verkiezen hen (d.w.z. de emigranten) boven zichzelf. En zelfs als (het iets betreft waar) zij zelf behoefte aan hebben. En wie gered wordt van zijn eigen gierigheid, zij zijn degenen die succesvol zullen zijn.) (59:9)
Allah's Boodschapper heeft gezegd (): “Help degenen die het verdienen dat er goed jegens hen gedaan wordt, en help ook degenen die het niet verdienen om geholpen te worden. Als de weldoener hulp heeft gegeven voor degenen die het verdienden, dan is het prima en goed, en zo niet, dan is de weldoener het zelf waardig om geholpen te worden” (Tirmidthi)
-> Islam schrijft broederschap voor
Allah, de Verhevene zegt: (Waarlijk de gelovigen elkaars broeders…) (49:10)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Wees niet jaloers op elkaar; laat de prijzen niet stijgen door elkaar te overbieden; haat elkaar niet; koester geen kwaadwillendheid jegens elkaar; en ga geen commerciële transactie aan als anderen hier al mee begonnen waren; maar wees, O slaven van Allah, als broeders. Een Moslim is de broeder van een andere Moslim; hij onderdrukt hem niet, noch kijkt op hem neer, noch vernedert hem, vroomheid zit hier (en hij wees naar zijn borst(kas) drie keer). Het is al erg genoeg als een Moslim zijn broeder minacht. Alle zaken van een Moslim zijn onaantastbaar voor zijn broeder-in-geloof: zijn bloed, zijn eigendommen en zijn eer.” (Muslim)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: "Een Moslim is een broeder van een Moslim. Hij zou hem niet moeten bedriegen noch tegen hem liegen, noch hem niet helpen. Alles dat aan een Moslim toebehoort is onaantastbaar voor een (andere) Moslim; zijn eer, zijn bloed, zijn eigendommen, vroomheid is hier (en hij wees naar zijn borst(kas) drie keer. Het is al erg genoeg als een Moslim het kwade doet door zijn Moslim broeder te minachten." (Tirmidthi)
-> Islam schrijft het zoeken van goede vrienden voor
Moslims wordt geadviseerd om in goed gezelschap te verkeren en slecht gezelschap te vermijden. De Profeet van Allah () heeft gezegd: “het voorbeeld van goede en slechte vrienden is dat van een persoon die musk (parfum) op heeft (verkoopt) en de smid die het vuur van zijn stookplaats blaast. De drager van de musk geeft je iets ervan of je kunt iets van hem kopen of in ieder geval ruik je de geur van hem. Voor wat betreft de smid, je zult óf je kleren branden, óf verstoord raken door de vonken van zijn vuur, óf minimaal de slechte geur die van hem en zijn werkplaats komt, ruiken” (Bukhari & Muslim)
-> Islam schrijft verzoening en het sluiten van vrede voor
Verzoening is voorgeschreven voor alle tijden en meer in het bijzonder als er een ernstige breuk in een relatie is, die zou kunnen leiden tot een groot conflict.
Allah de Almachtige en Verhevene zegt: (De gelovigen zijn broeders van elkaar. Dus breng verzoening tussen jullie broeders teweeg en vrees Allah, opdat jullie begenadigd zullen worden.) (49:10)
Allah, de Almachtige en Verhevene, zegt: ( Er is geen goedheid (te vinden) in veel van hun heimelijke gesprekken, behalve (in de gesprekken van ) degenen die anderen aansporen tot liefdadigheid, of (aansporen tot) het goede, of verzoening nastreven tussen de mensen. En degene die dit doet, strevend naar het Welbehagen van Allah, zullen Wij een grandioze Beloning schenken.) (4:114)
-> Islam schrijft het hebben van een goed karakter en een goed moraal voor.
Een goed moraal en goede deugden zijn essentieel voor een betere maatschappij.
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Onder de beste Gelovigen zijn de personen met het beste moraal en karaktertrekken en diegenen die zeer vriendelijk zijn jegens hun families.” (Tirmidthi)
En hij () heeft gezegd: “Ik ben slechts gezonden om het goede gedrag te vervolmaken” en in een andere overlevering “om het nobele gedrag te perfectioneren.” (Malik, Ahmad & al-Bazzar)
-> Islam schrijft gulheid voor.
Gulheid brengt mensen dichter bij elkaar en staat de genereuze mensen toe om de liefde en affectie van anderen te winnen. Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Allah, de Almachtige, houdt van twee eigenschappen; goed zijn jegens anderen en gul te zijn tegen hen. Op gelijke wijze haat Allah twee eigenschappen; gemeen zijn tegen anderen en gierig te zijn jegens de mensen. [Aan de andere kant], Als Allah aan een persoon de voorkeur geeft, dan schakelt hij hem in om anderen te helpen hun doelen te vervullen en hun behoeften te vervullen. ” (Bukhari & Muslim)
Het criterium van gulheid in de Islam wordt genoemd in de Glorieuze Qur’an:
(En maak jouw hand niet vastgebonden aan jouw nek (d.w.z. wees niet gierig) en strek haar niet volledig uit (als een verkwister), anders blijf jij vol verwijt en armoede achter.) (17:29)
Dit criterium is er om de mensen te verhinderen om te overdrijven.
Allah, de Almachtige zegt: (En geef de verwanten hun recht en (ook) de behoeftige en de reiziger, en verkwist niet overvloedig. Waarlijk de verkwisters zijn de broeders van de satans, en de satan is ondankbaar jegens zijn Heer) (17:26-7)
-> Islam schrijft de moslims voor om vergissingen en dingen die anderen vergeten te verbergen
De Profeet van Allah () heeft gezegd: “Diegene die een lijden verlicht van een Gelovige in deze wereld, daarvoor zal Allah de Almachtige zijn lijden en moeilijkheid op de Dag des Oordeels verlichten. Wie ook maar het makkelijk maakt voor een persoon in financiële moeilijkheden, daarvan zal Allah, de Almachtige, zijn moeilijkheden verzachten zowel in deze wereld als in het Hiernamaals. Diegene die de afwijkingen van een Moslim in deze wereld verbergt, daarvan zal Allah, de Almachtige, zijn afwijkingen verbergen zowel in deze wereld als in het Hiernamaals. Allah, de Almachtige, zal doorgaan met het helpen van een slaaf-dienaar zolang als deze persoon zijn hulp en assistentie verleent aan zijn Moslim broeders.” (Muslim)
-> Islam schrijft geduld (sabr) voor.
Mensen worden aangemoedigd om geduldig te zijn om hun religieuze en wereldse verplichtingen te kunnen vervullen en om alle kwaad te vermijden. Allah, de Almachtige, verklaart in de Glorieuze Qur’an: (En wees geduldig ( o Mohamed) met het Oordeel van jouw Heer. Voorwaar, jij bent dan onder (het Zicht van) Onze Ogen. En verheerlijk jouw Heer met lofuitingen wanneer jij opstaat (uit je slaap).) (52:48)
Islam dringt ook aan op, en moedigt de Moslims aan om, geduldig te zijn met datgene dat voor hen is voorbeschikt zoals; angst, armoede, honger, gebrek aan voorzieningen, terminale ziekten etc. Allah de Almachtige en Verhevene zegt: (En Wij zullen jullie zeker beproeven met iets van angst, honger en vermindering van bezittingen, levens en vruchten, en verkondig verheugende tijdingen aan de geduldigen. Degenen die wanneer zij door een ramp getroffen zijn, zeggen: “Waarlijk, aan Allah behoren wij en waarlijk, tot Hem zullen wij terugkeren. Zij zijn degenen op wie de Zegeningen van hun Heer neerdalen, en (op wie) Zijn Genade (is neergedaald). En zij zijn degenen die recht geleid zijn.) (2:155-7)
Allah de Almachtige en Verhevene illustreert de beloning van geduldige mensen als volgt in de Glorieuze Qur’an: (Zeg (o Mohamed dat Allah zegt): “O Mijn dienaren die geloven, vrees jullie Heer. Voor degenen die het goede verrichten in deze wereld is er het goede. En de aarde van Allah is ruim (genoeg). (En) slechts de geduldigen zullen volledig worden beloond zonder enige beperking!) (3:10)
Een onderdeel van barmhartigheid en vergevingsgezindheid is om je humeur in bedwang te houden en anderen te vergeven zelfs als men in staat is om wraak te nemen, dit sterkt de verstandhouding en banden onder de mensen en schept een betere atmosfeer binnen de maatschappij. Allah belooft een grote beloning als men zijn temperament in bedwang houdt. Allah, de Almachtige, geeft in de Glorieuze Qur’an aan: (En haast jullie naar de Vergiffenis van jullie Heer, en naar een Paradijs ter breedte van de hemelen en de aarde, gereedgemaakt voor de godsvruchtigen. Degenen die in voor- en tegenspoed uitgeven (op de Weg van Allah) en die hun woede inhouden en de mensen vergeven. En Allah houdt van de weldoeners.) (3:133-134)
Allah, de Almachtige beveelt de Moslims ook te allen tijde en onder alle omstandigheden rechtschapen te zijn en niet naar het kwade terug te keren als men slecht behandeld is.
Allah de Almachtige en Verhevene zegt: (En het goede en het slechte zijn niet gelijk aan elkaar. Vergeld (het slechte) met dat wat beter is. En dan zal diegene met wie jij in vijandschap verkeerde, als een naaste vriend worden!) (41:34)
De hierboven genoemde voorbeelden geven slechts een glimp van wat de Islam de Moslims opdraagt om te doen in hun persoonlijke en publieke leven voor het Welbehagen van Allah. Het Boek van Allah, de Qur’an, en de Sunnah van de Boodschapper van Allah, saws, voorzien in aanvullende instructies en details, gerelateerd aan deze en andere hoge en nobele moraal.

Voorbeelden van handelingen die verboden zijn in de Islam die de vrede niet bevorderen
Islam heeft de volgende handelingen afgewezen en sterk veroordeeld en de uitvoering ervan strikt verboden als het op het bevorderen van de vrede en veiligheid aankomt. Ook verwijdert Islam alles dat toorn, haat, rancune, hebzucht en afgunst kan opwekken, die ten grondslag liggen aan conflicten en geweld.
-> Polytheïsme en afgoderij
Polytheïsme en afgoderij veroorzaken onvermijdelijk conflicten, omdat clans, stammen en volken met elkaar wedijveren om de erkenning status, dominantie en eerbetoon voor hun idolen en de daarmee samenhangende ideologieën en mythologieën. Als alle volken Allah de enige God zouden aanbidden dan zou de grootste oorzaak van geweld zijn verwijderd.
Allah de Meest Majestueuze zegt: (En vraag (o Mohammed) aan degenen die wij voor jou hebben gestuurd (d.w.z. raadpleeg hun boeken) of Wij andere goden naast de meest Barmhartige hebben aangesteld om te aanbidden?) (43:45)
Allah de Meest Glorieuze zegt: (En Wij hebben voor jou (o Mohammed) geen Boodschapper gestuurd of wij openbaarden aan hem dat er waarlijk geen god is dan Ik (Allah). Aanbid Mij daarom.) (21:25)
Allah de Meest Almachtige en Majestueuze zegt: (En voorzeker, Wij hebben naar iedere gemeenschap een boodschapper (die verkondigde); “Aanbid Allah en vermijd de taghoet” (satan, idolen, tirannen).) (16:36)
Allah, de Verhevene, zegt: (Degenen die geloven, strijden op de Weg van Allah en degenen die niet geloven strijden op de weg van de taghoet. Dus bestrijd de helpers van de satan. Voorwaar de list van de satan is zwak.) (4:76)
-> alle soorten tovenarij en magie.
Dit verbod is gebaseerd op vele bewijzen, zoals wat Allah zegt: (Maar geen van beiden (de engelen Haroet en Maroet) onderwees iemand dergelijke dingen (tovenarij) totdat zij hadden gezegd: ‘Waarlijk wij zijn slechts een beproeving wees dus niet ongelovig.) (2:102)
En in de hadith van Allah's Boodschapper ():
“Vermijd de zeven destructieve zaken. Mensen vroegen:: O Profeet van Allah! ‘Wat zijn de zeven destructieve zaken?’ Hij zei: “Dat zijn: anderen aanbidden naast Allah; tovenarij en magie van alle soorten; het doden van een onschuldige ziel zonder een legitieme reden; bezig zijn met rente en woeker(rente); het opmaken en misbruiken van het geld/eigendommen van de wees; het vluchten van het slagveld; onschuldige vrouwelijke gelovigen beschuldigen van overspel, ontucht of onzedelijk gedrag.” (Bukhari & Muslim)
-> Agressie en onderdrukking.
Allah () zei: (De aanleiding (voor vergelding) is er slechts voor degenen die de mensen onrecht aandoen en (die de regels van Allah) onrechtmatig overtreden op de aarde. Voor hen is er een afschuwelijke straf.) (42:42)
Allah, de Almachtige en Verhevene zegt: (Zeg (o Mohammed): “(Maar) de zaken die zijn Heer heeft verboden, zijn slechts de verdorvenheden, zowel het zichtbare als het verborgene daarvan, de zonde, de onrechtmatige overtreding het toekennen van deelgenoten aan Allah waarvoor hij geen bewijs heeft neer gezonden en dat jullie over Allah (datgene) zeggen wat jullie niet weten.) (7:33)
Allah, de Almachtige zegt ook: (En als iemand van de veelgoden aanbidders bescherming bij jou zoekt, bescherm hem dan, totdat Hij het woord van Allah hoort. En (als hij weigert) begeleid hem dan naar (een plek) waar hij veilig is. Dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet.) (9:6)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: "Kijk uit voor onrechtvaardigheid, want dit zal donkerte voortbrengen op de Dag van de Wederopstandig; en wees niet gierig want dat vernietigde degenen die jullie voorgingen. Het zette ze aan tot bloedvergieten en het onwettige als wettig beschouwen." (Muslim)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Allah heeft me geïnspireerd, wees nederig opdat jullie elkaar niet zullen onderdrukken, en opdat niemand trots opschept tegen een ander” (Muslim)
Allah’s Boodschapper () heeft gezegd: “Allah, de Verhevene en Glorieuze, heeft gezegd: ‘Mijn dienaren, ik heb onderdrukking onwettig gemaakt voor Mijzelf en onwettig gemaakt voor jullie, dus onderdruk elkaar niet...’” (Muslim)
Islam dringt er op aan om zowel de onderdrukte als de onderdrukker te helpen met het stoppen van de oorzaak van de onderdrukking.
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Ondersteun en help je broeder als hij onderdrukt wordt, of als hij onderdrukt.” Een man die dit hoorde informeerde, ik begrijp dat ik mijn broeder moet ondersteunen als hij onderdrukt wordt,, maar wat als hij de onderdrukker is? Allah's Boodschapper saws gaf aan, “Ondersteun hem door hem te helpen met het stoppen van zijn onderdrukking, dat is de manier om oprecht de onderdrukker te helpen” (Bukhari)
Alle rechtmatige leden van een maatschappij, ongeacht hun geloof of religie zijn gerechtigd tot volledige bescherming van hun rechten op leven, eigendommen en welvaart.
De Boodschapper van Allah () heeft bijvoorbeeld gezegd Diegene die een niet-Moslim ingezetene, onder Islamitisch gezag, onrechtmatig doodt, zal de geur van het Paradijs niet ruiken. De geur van het Paradijs kan van een afstand van veertig jaar geroken worden.” (Bukhari)
-> Onvriendelijke behandeling van ouders, kinderen en verwanten.
Dit is gebaseerd op het geopenbaarde vers: (En Jouw Heer heeft bepaald dat jullie niets, behalve Hem alleen, aanbidden, en goed voor de ouders zijn. Als een van hen of beiden in jouw bijzijn de ouderdom bereiken, zeg dan geen ‘oef’ tegen hen en snauw hen niet af en spreek zachte woorden tot hen. En laat de vleugel van nederigheid neerdalen (d.w.z. wees zachtaardig voor hen) als blijk van genade en zeg; “Mijn Heer heb genade met hen, zoals zij mij hebben opgevoed toen ik klein was) (17:23-24)
En de Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Het geluk en de ontevredenheid van Allah is afkomstig van het geluk of de ontevredenheid van de ouders over hun kind. (i.e. zijn zij gelukkig met hun kind dan is Allah tevreden, en zijn ze ontevreden over hun kind, dan is Allah ontevreden over het kind)” (Tirmidthi)
Islam leert welwillend te zijn jegens een ieder. Dit is gebaseerd op het geopenbaarde vers in de Glorieuze Qur’an, (Zullen jullie dan, als jullie je (van het Boek van Allah en het voorbeeld van Zijn Profeet) afwenden, verderf zaaien op aarde en (de banden met) jullie bloedverwanten verbreken? Zij zijn degenen die Allah heeft vervloekt, vervolgens maakte Hij hen doof en verblindde Hij hun ogen.) (47:22-3)
Dit is ook gebaseerd op de overlevering van de Profeet van Allah (): “Een persoon die de familiebanden verbreekt zal niet het Paradijs binnen treden” (Bukhari & Muslim)
Het verbreken van de banden met de familie en de verwanten houdt vele dingen in: het afwezig zijn van wederzijdse bezoeken; verwaarlozing van de behoeftige verwanten; en onverschilligheid waar het gaat om het financieel en sociaal bijstand verlenen aan de arme familieleden.
Islam waardeert de liefdadigheid van de rijke aan de arme. Een liefdadige donatie van een rijke familielid aan een behoeftig familielid bergt een dubbele beloning in zich, het is een liefdadigheid en een soort her-verstevigen van de banden tussen de familieleden. Als een persoon arm is en onmachtig om financiële ondersteuning te geven aan de verwanten, dan beloont Allah zelfs zijn bezoek, zorg en affectie voor de anderen, omdat dat ook liefdadigheid is en goede daden. Allah's Boodschapper () zei: “Breng een goede verstandhouding tot stand met jullie familie leden en naaste familie, zelfs al is het maar alleen het hen groeten en het informeren naar hun zaken en gezondheid.” (Bazzar & Tabrani)
-> Overspel, ontucht, smaad, roddel etc
Het is een bekend feit dat vele conflicten, vechtpartijen en moord plaatsvinden vanwege “love triangles” waarin mensen vechten om hun wettige of onwettige seksuele partners. Islam heeft alle wegen afgesloten naar onwettige seksuele relaties, om op deze wijze de kuisheid en puurheid te behouden van de mensen van de gemeenschap, en het voorkomen van conflicten, onwettige kinderen and abortus.
Allah de Verhevene en Almachtige zei: (En nader de ontucht niet. Waarlijk het is een verdorvenheid en een slechte weg).) (17:32)
En Hij zegt: (Voorwaar , degenen die de kuise, argeloze en gelovige vrouwen valselijk beschuldigen, zijn vervloekt in deze wereld en in het Hiernamaals. En voor hen is er een geweldige bestraffing.) (24:23)
En Allah de Verhevene en Almachtige zegt: (Waarlijk, degenen die ervan houden dat de verdorvenheid zich verspreidt onder degenen die geloven, voor hen is er een pijnlijke bestraffing in deze wereld en in het Hiernamaals. En Allah weet en jullie weten niet.) (24:19)
De Profeet van Allah () overtuigde een jonge man van het onwettig zijn van ongeoorloofde seksuele relaties in de volgende conversatie: “Een jonge man kwam naar de Boodschapper van Allah () en vroeg: ‘O Boodschapper van Allah, sta me toe (met een speciale ontheffing) om overspel te plegen (en ontucht).’ De mensen begonnen hem scherp te berispen, maar de Profeet zat naast hem en vroeg: ‘Zou je dit voor je moeder willen ?’ Hij antwoordde ‘Nee, bij Allah, moge Allah mij offeren voor u!’ De Boodschapper van Allah () zei toen: ‘En zo willen de mensen dit ook niet voor hun moeders.’ Hij saws zei: ‘Zou je dit willen voor je dochter?’ ‘Nee, antwoordde hij. De Boodschapper van Allah () zei: ‘En zo willen de mensen dit niet voor hun dochters’ Hij saws zei: ‘Zou je dit willen voor je tante van vaderskant?’ ‘Nee’ antwoordde hij. De Boodschapper van Allah () zei: ‘en daarom willen de mensen dit ook niet voor hun tantes van vaderskant.’ Hij zei: ‘Zou je dit willen voor je tante van moederskant?’ ‘Nee’ antwoordde hij. De Boodschapper van Allah () zei: ‘En zo willen de mensen dit ook niet voor hun tantes van moederskant.’ Toen pakte de Profeet saws, de hand van de jonge man en zei: ‘O Allah vergeef hem zijn zonde en maak zijn hart puur en maak hem kuis (versterk zijn kracht om weg te blijven van seksuele zonden).” [Gerapporteerd van Imam Ahmad van de hadith zoals overgeleverd van Abu Umamah.] Hier treffen we een voorbeeld aan van de Boodschapper van Allah () die geduldig deze man overtuigt door het gebruik van analogie over het onrecht van het meten met twee maten: omdat niemand voor zichzelf wil dat hij misbruikt wordt, en hoe kan hij het zich zelf dan wel toestaan om een ander te misbruiken. De gouden regel, is zoals genoemd, in de beroemde hadith van de Boodschapper (): “Niemand van jullie gelooft totdat hij voor zijn broeder wil wat hij voor zichzelf wil.” (Bukhari & Muslim)
-> Verdovende middelen en gokken
Zoals welbekend, zijn dronken individuen meer geneigd om gewelddadige misdaden te begaan dan mensen die nuchter zijn. Gokken is ook vaak de oorzaak van veel conflicten. Allah de Almachtige zegt: (O, jullie die geloven, de alcoholhoudende dranken, het gokken, de afgodsbeelden en de pijlen zijn slechts onreinheden behorende tot het werk van de satan. Dus vermijd deze, opdat jullie succesvol zullen zijn. De satan wil slechts vijandschap en haat tussen jullie veroorzaken door middel van de alcoholhoudende dranken en het gokken en jullie afhouden van het gedenken van Allah en van het gebed. Zullen jullie er dan niet mee ophouden ?) (5:90-91)
-> Stelen, overvallen plegen, het onwettig verkrijgen van eigendommen en rijkdom
Dergelijke daden zorgen zeker voor haat en afgunst en veroorzaken conflicten in de gemeenschap, wat leidt tot onveiligheid en chaos.
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Diegene die een recht afneemt van een Moslim, Allah zal ervoor zorgen dat hij in het Vuur van de Hel terechtkomt op de dag des Oordeels en zal het binnentreden van het Paradijs voor hem verbieden. Een van de metgezellen die er bij was op dat moment, vroeg, 'O Profeet van Allah! Wat als de zaak die een persoon nam, niets te betekenen had? Allah's Boodschapper () zei: “Zelfs als het ding zo onbetekenend is als een houten tandenborstel (van een Arak boomtak)” (Muslim)
-> Monopolie en hamsteren
De Profeet () heeft gezegd: “Alleen een zondaar heeft het monopolie (op het voedsel en andere zaken van publiek belang)” (Muslim)
-> Het misbruik van de rijkdom en goederen van een wees.
Wezen zijn zwak en incapabel om hun rijkdommen te beheren. De voogd van een wees is verantwoordelijk om op een goede manier de financiën en zaken, van de wees onder zijn hoede, te beheren, zo goed als hij kan. Allah waarschuwt en zegt: (Waarlijk, diegenen die de bezittingen van de wezen onrechtvaardig nuttigen, nuttigen (in werkelijkheid) slechts vuur in hun buiken, en zij zullen een laaiend Vuur binnentreden.) (4:10)
-> Misbruik van autoriteit
Een Moslim heerser of elke andere persoon die een machtspositie bekleedt, moet rechtvaardig en eerlijk met zijn volk omgaan en mag ze niet kwaad doen of ze bedriegen op wat voor wijze dan ook. Zoals Allah zegt: (En denk niet dat Allah Zich onbewust is van wat de onrechtplegers doen. Hij verleent hun slechts uitstel tot de Dag waarop de ogen wijd open zullen staan (van angst) .) (14:42-43)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Als Allah een persoon autoriteit heeft toevertrouwd, maar deze persoon gaf niet zijn best mogelijk advies aan diegenen die onder hem vielen, dan zal deze persoon geen toestemming krijgen om het Paradijs binnen te treden” (Bukhari)
-> Marteling
De metgezel Hesham ibn Hakim ibn Hizam passeerde eens een groep Nabatcanen in de Levant die gedwongen werden om in de zon te blijven? Hij zei, “wat is er met hun aan de hand “? Zij zeiden: Ze zijn gevangen genomen omdat zij weigerden de jizya te betalen. Hesham zei: "Ik getuig dat ik de Boodschapper van Allah () heb horen zeggen: "Allah zal degenen martelen die mensen martelen in dit leven." Hij zei: "En hun leider ‘Umair Ibn Sa’d at was in die tijd in Palestina, dus ging hij naar hem toe en informeerde hem over de zaak en de heerser gaf op zijn beurt het bevel dat zij werden vrij gelaten." (Muslim)
->Valse getuigenissen en eden Valse getuigenis geven is een grote zonde. Het is zelfs zo dat als een persoon bewust vasthoudt aan het regelmatig vals getuigen, hij beschouwd wordt als uit de Islam gestapt te zijn. Allah de Almachtige verklaart: (En degenen die geen valsheid bijwonen en wanneer zij voorbijkomen aan (mensen die zich schuldig maken aan) nutteloos gepraat, dan lopen zij er edelmoedig aan voorbij).) (25:72)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Zal ik jullie inlichten over de meest weerzinwekkende zonden” De metgezellen zeiden van ja. Allah’s Boodschapper () zei: (De meest weerzinwekkende zonden zijn )om anderen naast Allah te aanbidden, om slecht voor en ongehoorzaam aan je ouders te zijn. Allah's Boodschapper () lag op de grond en ging toen rechtop zitten en zei: “…en om een valse getuigenis te geven en om iets vals te verklaren.” Allah's Boodschapper herhaalde deze laatste uitspraak zo vaak, dat de metgezellen wensten dat hij zou stoppen met het herhalen.” (Bukhari)
Dit type eed is bewust en wordt geuit om bepaalde onwettige inkomsten veilig te stellen. Deze eed is ghamoos (onderdompeling) genaamd, omdat het degene die de eed uitspreekt in het Vuur van de Hel dompelt. Allah, de Almachtige zegt: (Voor degenen die de Belofte van Allah en hun (afgelegde) eden inruilen tegen een geringe prijs, zullen geen aandeel hebben in het Hiernamaals. En Allah zal niet tegen hen spreken, noch zal Hij naar hen kijken op de Dag der Opstanding. En Hij zal hen niet reinigen, en voor hen is er een pijnlijke bestraffing.) (3:77)
Dit is ook gebaseerd op de hadith van de Boodschapper van Allah (): “Diegene die het recht van een andere Moslim neemt met zijn rechterhand (i.e. door de valse eed) verdient het Vuur van de Hel en wordt beroofd van het binnengaan van het Paradijs.” Een man stelde hem de vraag of dat ook gold als iets dat genomen was, verwaarloosbaar was. De Boodschapper van Allah () zei: Zelfs als het recht van de Moslim broeder een tandenborstel was (van de tak van de Arak boom)” (Muslim)
-> Verraad en contractbreuk.
Islam schrijft de Moslims voor om waarheidslievend te zijn. Islam beveelt om beloften te vervullen en waarschuwt tegen het verbreken van de beloften en het onteren van contracten. Islam benadrukt dat alle toevertrouwde zaken aan de juiste mensen moeten worden verstrekt en waarschuwde tegen het ontzeggen van zelfs maar een onbetekenende hoeveelheid toevertrouwd aan een persoon als een beheerd goed. Allah de Almachtige zegt: (O jullie die geloven, bedrieg Allah en Boodschapper niet, en bedrieg niet in de zaken die aan jullie zijn toevertrouwd, terwijl jullie (het) weten.) (8:27)
Islam verklaart dat het niet vertellen van geheimen valt onder een aan iemand toevertrouwde zaak. Allah's Boodschapper () zegt: “Als een persoon iets gezegd heeft tegen een andere persoon en zich dan afwendt, dan wordt deze uitspraak een in vertrouwen gegeven zaak voor de luisteraar” (Tirmidthi & Abu Dawood)
Op gelijke wijze, Islam categoriseerde een consultatie, eveneens als een aan iemand toevertrouwde zaak. Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Een persoon die geraadpleegd wordt, is daarmee toevertrouwd (i.e. met datgene dat hij hoort van degene die zijn advies en eerlijke opinie en advies zoekt)” (Tirmidthi & Abu Dawood)
Islam bevordert betrouwbaarheid. Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Er is geen geloof voor een persoon die niet betrouwbaar is. Er is geen religie voor degene die zijn belofte van trouw verbreekt.” (Ahmed & Baihaqi)
De Profeet () heeft gezegd: “Als een persoon vier deugden bezit, hoort hij bij de echte hypocrieten. En als men een van die vier bezit, dan is hij gedeeltelijk hypocriet, tenzij hij zichzelf hiervan geneest: als hij liegt wanneer hij spreekt; als hij zijn belofte verbreekt; als het vertrouwen geschonden wordt; als een verdrag verbroken wordt.” (Bukhari & Muslim)
Volgens een andere overlevering in Muslim: “Een persoon wordt zelfs zo gekenschetst, als hij wel zijn vijf dagelijkse gebeden verricht, vast in Ramadan en zegt dat hij een Moslim is.”
-> Smaad en roddel
Roddel is het noemen van dingen over mensen waarvan zij haten dat het bekend wordt, zelfs als het waar is. Dit soort handeling brengt de eer en waardigheid van de aangevallen persoon in gevaar, zorgt voor haat en minachting onder de mensen, die tot geweld kunnen leiden. Smaad, gaat nog iets verder, het houdt ook in dat het valse nieuws verder verspreid (gepubliceerd) wordt als smaadschrift.
Allah de Almachtige verklaart: (Wee iedere lasteraar en roddelaar.) (104:1)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Weten jullie wat roddelen is? De aanwezige metgezellen zeiden, Allah en Zijn Boodschapper weten het het best! Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Het is het achter de rug van een persoon om noemen van iets dat hij verafschuwt dat anderen het weten over hem.” Een van de metgezellen informeerde, O Profeet van Allah! Wat als dit punt wat genoemd wordt achter de rug van deze persoon om, echt bestaat in hem, is dit dan nog steeds een iets wat als roddelen te boek staat? Allah's Boodschapper () antwoordde: “Roddelen is een gebrek noemen dat in die persoon aanwezig is, en als het niet in hem bestaat, dan is het smaad” (Muslim)
-> (beledigende) bijnamen geven en het bespotten van anderen
Allah zegt in de Glorieuze Qur’an:
(O jullie die geloven, laat een volk een (ander) volk niet bespotten, wellicht zijn zij (d.w.z. het bespotte volk) beter dan zij (d.w.z. dan het spottende volk) en (laat) vrouwen (andere) vrouwen niet bespotten, wellicht zijn zij (d.w.z. de bespotte vrouwen) beter dan zij (d.w.z. de spottende vrouwen). En laster elkaar niet, en spreek elkaar niet aan met (beledigende) bijnamen. Slecht is de verdorven bijnaam na het geloof (te hebben omarmd). En wie geen berouw toont, zij zijn dan de onrechtplegers.) (49:11)
-> Haat, minachting en afgunst jegens anderen.
Zulke ondeugden roepen wraakacties op vele manieren op. Allah's Boodschapper () werd gevraagd: “O Profeet van Allah! Wie is het beste soort mens? Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Elk mens met een warm hart en elke waarachtige persoon.” De metgezellen die aanwezig waren, legeden de vraag voor aan de Boodschapper van Allah () zeggend, O Profeet van Allah! We kennen de waarachtige mens, maar hoe zit het met de persoon met het warme hart? Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Hij is de vrome pure persoon, degene zonder zonden, die niet onderdrukt of de rechten van anderen met voeten treedt, een persoon die geen haat bezit of afgunst in zijn hart jegens anderen.” (Tirmidthi)
De Boodschapper van Allah () illustreerde het resultaat van afgunst als volgt:
“Afgunst en jaloezie vreten de goede daden op zoals het vuur het hout opvreet” (Abu Dawood)
-> Sociale boycot (behalve onder strikte voorwooarden)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Negeer elkaar niet, keer elkaar niet de rug toe, haat elkaar niet: jullie zouden allemaal als broeders waarachtige slaaf-dienaren van Allah moeten zijn. Het is een Moslim niet toegestaan zijn medebroeder gedurende meer dan drie nachten te negeren)” (Bukhari & Muslim)
En in een andere versie van deze hadith: “Het is een Moslim niet toegestaan zijn Moslim broeder gedurende meer dan 3 nachten te negeren, door als ze elkaar ontmoeten, een andere richting uit te gaan en elkaar te ontwijken. De beste van de twee is degene die begint met groeten.”
-> Vloeken en beledigend taalgebruik
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Mensen die vloeken wordt niet toegestaan om getuigen of bemiddelaars te zijn op de Dag des Oordeels” (Muslim)
Islam verbiedt zelfs het vervloeken van vijanden en moedigt een Moslim aan om te bidden voor de leiding van zulke mensen naar het rechte en correcte Pad. Dit is gebaseerd op Allah's Boodschapper () die op een keer werd gevraagd: “O Profeet van Allah! Moet u niet bidden tegen de heidenen en afgodenaanbidders ? Hij zei: “Ik ben alleen aangesteld als een genade (voor de mensheid) en ik ben niet aangesteld om anderen te vervloeken. [Reported by Muslim]
-> Gierigheid en vrekkigheid
Islam beschouwt rijkdom als een zorg toevertrouwd door Allah aan de mens gedurende een specifieke periode in zijn leven, om verstandig te worden gebruikt en uitgegeven te worden met inachtneming van Allah’s bevelen: voor de levensbehoeften en essentiële uitgaven, voor liefdadigheid en ten behoeve van goede daden. De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Een verraderlijk, gierig en vrekkig persoon die keer op keer opschept over zijn gift en hulp aan andere behoeftige en arme individuen, zal nooit het Paradijs binnentreden” (Tirmidthi)
Allah's Boodschapper () heeft ook gewaarschuwd tegen de desastreuze gevolgen van een maatschappij waarin vrekkigheid als normaal wordt beschouwd, zeggend: “Wees beducht voor onderdrukking/ Onderdrukking is de donkerte op de Dag des Oordeels. Wees beducht voor hebzucht en vrekkigheid, want het heeft de volken voor jullie vernietigd. Hebzucht en vrekkigheid dwong de mensen voor jullie om het bloed te vergieten van hun eigen volk en dreef hen ertoe om dat wat onwettig en verboden was, wettig te maken.” (Muslim)
-> Extravagantie en verkwistend zijn.
Allah heeft de Moslim opgedragen om af te zien van verkwisting.
(…en eet en drink, maar verkwist niet . Voorwaar Hij houdt niet van de verkwisters.) (7:31)
Allah de Almachtige verklaart: (En geef de verwanten hun recht en (ook) de behoeftige en de reizigers en verkwist niet overvloedig. Waarlijk de verkwisters zijn de broeders van de satans, en de satan is ondankbaar jegens Zijn Heer.) (17:26-27)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Allah, de Almachtige verbiedt jullie om ongehoorzaam te zijn aan jullie moeders, om niet te geven aan de armen en behoeftigen op de Weg van Allah, om liefdadigheid aan mensen te vragen als je het niet echt nodig hebt, om meisjes(baby’s) levend te begraven. Allah houdt er ook niet van als jullie verhaaltjes rondstrooien, te vaak de mensen vraagt om je te geven, en om de toelagen dom te verkwisten.” (Bukhari & Muslim)
->Overdrijving en extremisme
Allah, de Almachtige verklaart: (…..Allah wil het gemakkelijke voor jullie en niet het moeilijke en opdat jullie het aantal zullen voltooien en opdat jullie Allah Zijn Grootheid zullen prijzen, omdat Hij jullie geleid heeft en opdat jullie dankbaar zullen zijn.) (2:185)
Allah's Boodschapper () zei: “Geef de blijde boodschap en jaag de mensen niet weg. Maak het leven van de mensen makkelijk en maak het niet moeilijk en ondragelijk voor hen.” (Bukhari & Muslim)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Wees beducht om buiten de grenzen van de religie te geraken. De mensen voor jullie werden vernietigd, omdat ze extremisten in hun religie werden.” (Nisaa`e, Ibn Maajah, Ibn Khuzaimah & al-Haakim)
-> Arrogantie en valse trots.
Allah, de Almachtige zegt: (En wend jouw wang (d.w.z. jouw gezicht ) niet af van de mensen en loop niet hoogmoedig op aarde. Voorwaar, Allah houdt van geen enkele verwaande, hooghartige (persoon. En wees bescheiden in jouw (manier van) lopen. En demp jouw stem (d.w.z. spreek op gedempte toon) . Voorwaar de meest afschuwelijke stem is zeker de stem van een ezel.) (31:18-19)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Een persoon wiens hart arrogantie bezit ter grootte van het gewicht van een atoom, zal niet het paradijs binnentreden”. Een van de metgezellen die aanwezig was, vroeg Allah’s Boodschapper (): “O Profeet van Allah! Een van ons houdt ervan om mooie kleren en goede schoenen te dragen (is dat dan arrogantie)? Allah's Boodschapper () zei: “Arrogantie is de waarheid ontkennen en anderen minachten” (Muslim)
Allah's Boodschapper () zei ook: “Allah kijkt op de Dag des Oordeels niet naar degene die zijn kleding uit arrogantie over de grond laat slepen.” (Bukhari & Muslim)
-> Alle onrechtmatige handelingen die tot disputen, ruzies en vetes leiden onder de mensen.
Allah de Almachtige geeft aan: (En houd jullie allen stevig vast aan het Koord van Allah en wees niet verdeeld. En gedenk de gunst van Allah aan jullie, toen jullie vijanden (van elkaar) waren en Allah jullie harten nader tot elkaar bracht en jullie door Zijn Gunsten broeders werden. En jullie bevonden je op de rand van de afgrond van het Vuur en Hij redde jullie daarvan. Zo maakt Allah Zijn Tekenen duidelijk voor jullie opdat jullie geleid zullen worden.) (3:103)
Op gelijke wijze, verbant Islam alle vormen van achterdocht en slechte gedachten over anderen. Allah, de Almachtige verklaart: (O jullie die geloven, vermijd veel van (jullie achterdochtige) gevoelens. Voorwaar, een deel van deze (achterdochtige) vermoedens is een zonde. En bespioneer elkaar niet en roddel niet over elkaar. Zou iemand van jullie ervan houden om het vlees van zijn dode broeder te eten? Jullie zouden er een afkeer van hebben. En vrees Allah. Voorwaar Allah is berouwaanvaardend, Meest Genadevol) (49:12)
Allah's Boodschapper () zei: “Vermijd achterdocht, want achterdocht (leidt tot) de meest onbetrouwbare woorden die men ooit kan zeggen.” (Bukhari)
-> Misrepresentatie van feiten en valselijk rapporteren
Allah de Almachtige zegt: (O jullie die geloven, als een verdorvene met een bericht tot jullie komt, verifieer het dan, zodat jullie een onschuldig volk niet vanwege (jullie) onwetendheid schaden en daarna spijt krijgen van datgene wat jullie hebben gedaan.) (49:6)
-> Woede aanvallen, humeurigheid en het gebruik van aanvallend en beledigend taalgebruik.
En zo wordt een Moslim bevolen om altijd zijn boosheid onder controle te behouden. Allah de Almachtige en Majestueuze verklaart: ( “En (het is beter voor) degenen die de grote zonden en de verdorvenheden vermijden. En wanneer zij (door iemand) tot woede worden gedreven, (dan ) vergeven zij.” ) (42:37)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “De sterke man is niet degene die vecht met een ander, maar de sterke man is feitelijk degene die zijn woede in bedwang houdt." (Bukhari & Muslim)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Een gelovige is niet een persoon die de integriteit van anderen aanvalt, noch ze vervloekt, noch grove taal gebruikt of onplezierig is in zijn spraakgebruik naar anderen toe.” (Tirmidthi)
Abu Hurairah, ra, rapporteerde: Een man vroeg de Profeet() om advies, en hij zei: "Wordt niet boos." De man herhaalde de vraag enkele malen en hij antwoordde iedere keer: "Wordt niet boos." (Bukhari)
-> Blijdschap en leedvermaak over het lijden van anderen.
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Laat geen blijdschap zien als je broeder een tragedie overkomt. Allah zal barmhartig zijn voor diegene en jou zulk soort problemen bezorgen.” (Tirmidthi)
-> Ongepaste bemoeienis met zaken die hem niet aangaan
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Een van de tekenen van een goede Moslim is je niet bemoeien met dingen die je niet aangaan.” [Reported by Tirmidhi]
-> Onrechtvaaridg regeren en onrechtvaardige veroordelingen
Wetten worden gehaald uit de Qur’an en de Sunnah en daarom zijn er geen wetgevers behalve Allah in de Islam. Een rechter wordt de interpretatie van de wetten toevertrouwd en hij dient deze rechtvaardig toe te passen in alle individuele zaken, en als hij zich onrechtvaardig gedraagt, dan heeft hij het heilige vertrouwen verbroken. Allah de Wijze en Sublieme geeft aan, ( “…En wie niet oordeelt met dat wat Allah heeft neer gezonden, zij zijn de ongelovigen.” ) (5:44)
Dit is ook gebaseerd op de hadith van Allah's Boodschapper (): “Er zijn drie (soorten) rechters, waarvan er twee in de Hel zullen verkeren en een in het Paradijs. Een rechter die de waarheid kent, en daarmee rechtspreekt zal in het Paradijs komen. Een rechter die de waarheid kent, maar er doelbewust van afwijkt zal in de Hel verblijven. En de rechter die een oordeel velt zonder de van belang zijnde kennis, zal in de Hel verkeren.” Een van de aanwezige metgezellen kwam met de volgende vraag, “Wat is de zonde van de rechter die zich niet echt bewust was van de waarheid en realiteit van deze zaak? Allah's Boodschapper () gaf als commentaar, Zijn zonde is dat hij niet zou moeten functioneren als rechter totdat hij voldoende kennis heeft.” (Hakim)
-> Het bespioneren van anderen
Islam verbant het bespioneren van anderen op elke mogelijk wijze zoals genoemd door Allah: (O jullie die geloven, vermijd veel van (jullie achterdochtige) gevoelens. Voorwaar, een deel van deze (achterdochtige) vermoedens is een zonde. En bespioneer elkaar niet en roddel niet over elkaar. Zou iemand van jullie ervan houden om het vlees van zijn dode broeder te eten? Jullie zouden er een afkeer van hebben. En vrees Allah. Voorwaar Allah is berouwaanvaardend, Meest Genadevol.) (49:12)
Allah's Boodschapper () heeft gezegd: “Een persoon die een gesprek afluistert van anderen die niet zouden willen dat hij meeluistert, zal gesmolten lood over zich heen uitgegoten krijgen op de Dag des Oordeels” (Bukhari)
-> Het verspreiden van de vergissingen van anderen en smaad
Een klikspaan zorgt ervoor dat vriendschappelijke banden tussen mensen verbroken worden en zaait verdeeldheid, en schept een chaotische situatie in de maatschappij. Allah, de Almachtige zegt: ((En iedere) kwaadspreker, die laster (van de ene naar de andere persoon) overbrengt.) (68:11)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd, “Een lasteraar zal niet het Paradijs binnentreden.” (Bukhari & Muslim)
Een van de zekere resultaten van laster is het ontstaan van geruchten, haat en kwaadheid onder de leden van de gemeenschap. Als zodanig kan dit zelfs leiden tot moorden en opstand in de gemeenschap. Islam accepteert niet, noch staat zulke situaties toe.
-> Het exploiteren van anderen, in het bijzonder de ouderen en wanhopige mensen die snel het slachtoffer kunnen worden.
Islam heeft als doel om een goed geïntegreerde maatschappij op te bouwen met solide broederschapsbanden. Allah de Almachtige en Majestueuze zegt: (En aanbid Allah en ken Hem geen enkele deelgenoot toe, en behandel de ouders op een goede wijze (evenals) de verwanten, de wezen, de behoeftigen, de verwante buur, de naaste buur, de naaste metgezel, de (behoeftige) reiziger en wat jullie rechterhand bezit (d.w.z. de slavinnen) waarlijk Allah houdt niet van degene die zich verwaand en hooghartig opstelt) (4:36)
-> Anderen ongemak bezorgen, in het bijzonder de buren
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Bij Allah! Een persoon wordt nooit een (volledige) gelovige! Bij Allah! Een persoon wordt nooit een volledige gelovige! [dezelfde zin twee keer herhalend.] De metgezellen vroegen, 'O Profeet van Allah! Wie is deze persoon?' Allah's Boodschapper () gaf als commentaar, Hij is degene van wie de buurman noch veilig, noch beschermd, is van al zijn last veroorzaken en kwade.” (Bukhari & Muslim)

 
Conclusie
Islam legt de fundering voor vriendelijke relaties tussen de mensen op de principes van publiek en wederzijds belang van alle betrokken partijen. Er is nimmer sprake van enige vorm van dwang of drang waar het het accepteren van de Islam betreft. Islam wenst het goede voor ieder ongeacht kleur, geloofsachtergrond, geografische locatie of nationaliteit. Haar wetten en principes bevorderen de universele manieren van rechtschapenheid, welwillendheid en rechtvaardigheid. Moslims wordt opgedragen om lief te hebben voor de Zaak van Allah en te haten voor de Zaak van Allah, en nimmer voor andere specifieke belangen, wereldlijke verlangens of grillen. Men hoeft de persoon zelf niet lief te hebben of te haten, maar men houdt van het goede en haat het kwade dat deze persoon in zijn gedrag laat zien.
Allah de Almachtige verklaart: (Wees vergevingsgezind (tegenover de mensen) gebied het goede en wend je af van de onwetenden.) (7:199)
Islam brengt mensen van de duisterheid van de onwetendheid en onrechtvaardigheid , naar het ware licht van de leiding en de rechtvaardigheid. Allah de Wijze en Sublieme geeft aan: (Allah is de Beschermer van degenen die geloven. Hij voert hen van de duisternis naar het Licht. En degenen die niet geloven, hun beschermers zijn de taaghoet. Zij voeren hen van het Licht naar de duisternis. Zij zijn de bewoners van het Vuur. Zij verblijven daarin voor eeuwig.) (2:257)
Islam onderwijst alle Moslims om vredelievend, vergevingsgezind, geduldig en zorgzaam te zijn. Islam zoekt op alle mogelijke wijzen ernaar om een sociale rechtvaardigheid in de maatschappij te realiseren en de rechten van alle ingezetenen van de Islamitische Staat te beschermen en hen allen in haar verzorgingstaat op te nemen. Islam spoort Moslims aan om goed voor anderen te zijn, zonder er iets voor terug te verwachten, maar alleen de beloning bij Allah te zoeken, hun Heer De Meest Beloninggevende. Islam onderwijst Moslims om de Goddelijke instructies en Wetten te eren en respecteren zodat elk lid in de maatschappij zich veilig voelt, beschermd en vredig, behalve degenen die door hun criminele activiteiten, het verdienen om met inachtneming van de rechtvaardigheid gestraft te worden voor hun overtredingen. Islam onderwijst Moslims om onzelfzuchtig te zijn en voor anderen te willen wat zij voor zichzelf willen, opdat de hele maatschappij hiervan kan profiteren: De ouderen dienen aardig te zijn tegen de jongeren en minderjarigen; de jongeren dienen zachtaardig, respectvol en behulpzaam te zijn voor de ouderen; de rijken dienen gul te zijn tegen de armen; een ieder moet zijn uiterste best doen om de behoeftigen te helpen. Islam richt zich op de ideale samenleving waarin de uitspraak van Allah's Boodschapper () wordt bewaarheid: “Het voorbeeld van de gelovigen in hun liefde en affectie jegens elkaar, is dat van de organen in een lichaam. Als een orgaan pijn doet, dan raakt de rest van het lichaam koortsig en aangeslagen.”
Wij hopen dat dit boekje als een gids kan dienen voor degenen die de waarheid zoeken, diegenen die de pracht van het Paradijs willen bereiken, de zoekenden naar de ware redding van de Hel en zijn eeuwige en vernederende marteling, naar het eerbare verblijf van het Paradijs.
Omdat we allen weten dat de dood de finale bestemming is van elk levend wezen, rijst de cruciale vraag: wat gebeurt er na de dood? Moslims, evenals alle andere gelovigen van de ander geschriften geloven in de Wederopstanding na de dood waarin we allemaal rechtvaardige beloningen en straffen zullen krijgen, óf in het schitterende Paradijs óf in het laaiende vuur van de Hel. Voor diegene die de Islam oprecht accepteert als een manier van leven, geldt, dat hij het veilige pad gekozen heeft dat leidt naar het geluk en de gelukzaligheid na de dood. Voor diegene die in deze wereld slechte daden (zonder enige gerechtigde grondslag), jegens onschuldige mensen begaat, zij zullen gestraft worden voor wat zij gedaan hebben jegens de onschuldige mensen. Echter, als iemand ongehoorzaam is aan de bevelen van Allah, de Almachtige; dan is het slechts aan de Wil en het Erbarmen van Allah. Als Hij wenst dan martelt Hij vanuit Zijn Rechtvaardigheid degene die kwaad deed, en er is niemand die voor hem kan bemiddelen, behalve als Allah dat toestaat. En als Allah een dergelijke kwaad doener wenst te vergeven, dan doet Hij dat uit Zijn Erbarmen en Genereusheid.
Voor diegenen die zich afkeren van Islam, of er van weggaan als niet-Moslims, daarvan geloven wij dat zulke mensen voor eeuwig in de Hel zullen verblijven.
Daarom roepen we elk verstandig en bedachtzaam levend wezen op tot de ware redding voor zijn ziel d.m.v. correcte handelingen en gebaseerd op de Barmhartigheid van Allah, de Meest Barmhartige. We moedigen iedereen aan om het Rechte en Correcte Pad te bewandelen dat naar het Paradijs leidt; dat is het Pad van Allah; het Pad van Islam; de totale overgave aan Allah. Dit is het Pad dat leidt naar het eeuwige geluk.
Allah de Almachtige zegt over degenen die valse berichten verspreiden over de Islam:
(Zij willen het Licht van Allah met hun monden doven, maar Allah vervolmaakt Zijn Licht, ook al hebben de ongelovigen hier een afkeer van.) (61:8)
De Boodschapper van Allah () heeft gezegd: “Bij Degene in Wiens Hand de ziel van Mohammed is! Geen lid van deze natie (de gehele mensheid die geroepen wordt), geen Jood of Christen die over mij hoort en die niet gelooft in datgene waar ik mee gezonden ben of hij zal behoren tot de mensen van het Vuur.” (Muslim)

الحمد لله رب العالمين
Alle lof is alleen voor Allah, de Rabb van de Werelden. moge Allah het noemen van de boodschapper van Allah vermeerderen en hem en degenen van zijn huishouden veilig en beschermd laten zijn
voor elk neerbuigend iets.

Als u meer informatie wilt over de Islam, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen:
1) Email:
[email protected]

2) U kunt ook de volgende website bezoeken:


 
www.islamland.com